Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Met deze brief informeer ik de Kamer over de informele Landbouwraad (hierna: Raad)
die plaatsvond van 7–9 april jl. te Genk, België.
I. Verslag informele Landbouwraad
De Raad stond in het teken van strategische autonomie op het gebied van eiwitten,
een van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap. De Europese Commissie (hierna:
Commissie) wees op het belang van de eiwittransitie voor de strategische autonomie
van de Europese Unie (EU) en voor voedselzekerheid en gaf aan het ook te zien als
aanvullende inkomstenbron voor boeren.
Het Belgisch voorzitterschap stelde tijdens het beleidsdebat twee vragen. Ten eerste
vroeg het of er noodzaak is om het Europese eiwitaanbod te herzien en welke doelstellingen
hiervoor op Europees niveau gesteld moeten worden. Ten tweede stelde het de vraag
welke beleidsinstrumenten de eiwitdiversificatie kunnen versnellen.
De Raad sprak zich uit voor het versterken van de strategische autonomie op het gebied
van eiwitten. Daarbij lag de nadruk op het vergroten van de eigen productie in de
lidstaten, alsook binnen de gehele EU en op het verminderen van de import van eiwitten
uit landen buiten de EU. Daarbij wezen de meeste lidstaten op het herzien van het
Europese eiwitaanbod en de noodzaak van diversificatie van eiwitgewassen en handelspartners.
Een aantal lidstaten benadrukte het belang van de concurrentiepositie van de EU en
wederkerigheid met derde landen op het gebied van duurzaamheid. Ook Nederland onderstreepte
het belang van een mondiaal gelijk speelveld, maar benadrukte tegelijkertijd dat we
onderdeel uitmaken van open markten en we ook binnen de mondiale waardeketen voor
eiwitten moeten praten over de maatschappelijk uitdagingen waarvoor we staan. Verder
bracht Nederland in dat ook marine eiwitten een rol moeten hebben in het diversifiëren
van het eiwitaanbod. Specifieke (kwantitatieve) doelen voor het aanbod van eiwitten
uit de EU werden door de meeste lidstaten niet genoemd.
Voor wat betreft de beleidsinstrumenten om de eiwitdiversificatie te versnellen wees
een meerderheid van de lidstaten op de noodzaak van innovatie, onderzoek en kennisuitwisseling
tussen de lidstaten. Op dit gebied deed een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland,
wederom een oproep aan de Commissie en de Raad om zo snel mogelijk tot een positie
te komen op het gebied van Nieuwe Genomische Technieken. Nederland wees in dit kader
ook op de kansen van kweekvlees, maar hiervoor was weinig steun van andere lidstaten.
Lidstaten riepen verder op de circulaire economie te versterken en de leveringsketen
van boer tot bord te herzien, met aandacht voor onder andere de verwerking van eiwitten
en voor de rol van de consument. Nederland wees met een aantal andere lidstaten op
de noodzaak van een beter gebruik van bijproducten en reststromen. De Commissie werd
daarnaast op het hart gedrukt te zorgen voor meer beleidscoherentie en om te kijken
naar mogelijkheden om de eiwittransitie te financieren, zowel binnen als buiten het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De Commissie gaf in haar reactie aan dat ze een herziening voorbereidt van het rapport
over de ontwikkeling van plantaardige eiwitten in de EU uit 2018. Daarin zal meer
aandacht zijn voor het versterken van de strategische autonomie op het gebied van
eiwitten. Daarnaast zei de Commissie dat het stimuleren van de eiwitproductie een
van de prioriteiten van de volgende programmaperiode van het GLB zou moeten zijn.
De verwachting is dat dit onderwerp onder Hongaars voorzitterschap wederom in de Raad
besproken zal worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema