Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2023
Op 19 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Eppink (BBB) aangenomen
(Handelingen II 2023/24, nr. 15, Stemmingen) die verzoekt om de mensenrechtenschendingen
van de Chinese visserijsector te agenderen en bespreken op de Landbouw- en Visserijraad
van 23 en 24 oktober 2023 (Kamerstukken 21 501-32, nr. 1588). Hieronder zal ik, zoals verzocht tijdens de stemmingen op 19 oktober jl., ingaan
op op de wijze hoe ik uitvoering wil geven aan deze motie.
De afgelopen week heb ik kennisgenomen van de berichtgeving over mogelijke uitbuiting
en dwangarbeid in de Chinese visserijsector. Ik keur dergelijke praktijken ten zeerste
af. Zoals ik nog in mijn beantwoording van het tweede deel van het schriftelijk overleg
over de Landbouw- en Visserijraad van 23 en 24 oktober 2023 zal benoemen als reactie
op een vraag hierover vanuit de BBB, is deze problematiek aan de orde in een bredere
context dan alleen visserij. Het bevorderen van internationale arbeidsnormen is dan
ook een belangrijk onderdeel in het Nederlandse Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen- (IMVO-)beleid. Ook op Europees niveau is hier veel aandacht voor.
Onlangs hebben de Landbouw- en Visserijraad en het Europees parlement afgesproken
dat onder de herziene Controleverordening voor visserij het verrichten van visserijactiviteiten
waarbij sprake is van gedwongen of verplichte arbeid worden gezien als ernstige inbreuk.
Op grond hiervan kunnen deze praktijken aan boord van vaartuigen onder de Europese
vlag in de toekomst bestraft worden. Over deze sanctiemaatregel en overige wijzigingen
die voortkomen vanuit de herziene Controleverordening zal ik uw Kamer voor het kerstreces
nog informeren.
Daarnaast lopen er twee Europese wetgevingstrajecten. De belangrijkste in deze context
is de Forced Labour Regulation
(FLR) die ziet op een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten op de markt van
de Unie. Het andere wetgevingsvoorstel, de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), zet uiteen dat ondernemingen een verplichting hebben om gepaste zorgvuldigheid toe
te passen, ofwel negatieve gevolgen voor mens en milieu te identificeren, mitigeren,
stoppen, voorkomen en daarover verantwoording af te leggen. Nederland steunt en onderschrijft
de doelen van beide voorstellen en zet zich hier conform BNC fiches voor in. (Kamerstuk
22 112, nrs. 3537 en 3393).
De vaststelling van de agenda van de Landbouw- en Visserijraad is altijd op voordracht
van het voorzitterschap van de Raad en vraagt zorgvuldige voorbereiding via de voorbereidende
instanties zoals het Coreper. Gelet op de bredere context van deze problematiek en
de benodigde interdepartementale afstemming en de door het voorzitterschap voorziene
agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 23 en 24 oktober, acht ik het niet haalbaar
om dit onderwerp nog te agenderen voor de Landbouw- en Visserijraad van 23 en 24 oktober.
Dit zou ook geen recht doen aan het belang van dit onderwerp. Als invulling van de
motie wil ik daarom aandacht vragen voor het onderwerp in een bilateraal gesprek met
Eurocommissaris Sinkevicius en marge van de Raad, waarbij ik de wens zal uitspreken
dit onderwerp aan te dragen voor de Landbouw- en Visserijraad in november. Ik zal
uw Kamer hierover informeren via het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van
23 en 24 oktober.
Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema