21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1562 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2023

Op maandag 17 april 2023 heeft de Europese Rekenkamer (ERK)1 een analyse gepubliceerd aangaande tendensen op het gebied van dierenvervoer en de daarbij behorende uitdagingen waarmee EU-beleidsmakers worden geconfronteerd.

Op 17 mei 2023 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht om een reactie op deze analyse. Middels deze brief kom ik aan dit verzoek tegemoet.

Het rapport

De ERK geeft in haar analyse o.a. aan dat ieder jaar miljarden dieren worden vervoerd binnen en van en naar de EU. De analyse gaat in op de achterliggende factoren die dit vervoer beïnvloeden en geeft daarbij aan dat deze factoren voornamelijk economisch en regelgevend van aard zijn. De ERK concludeert daarbij dat het vervoer van dieren negatieve gevolgen voor dierenwelzijn kan hebben. Het gepubliceerde rapport is niet bedoeld als controleverslag, maar als analyse waarbij de ERK zich voornamelijk baseert op openbare informatie. Deze analyse is bedoeld om in het kader van de aankomende herziening van de EU dierenwelzijnswetgeving bij te dragen aan het debat aangaande het vervoer van dieren.

Dierenwelzijn

De ERK concludeert dat eventuele negatieve gevolgen van vervoer van levende dieren kunnen worden beperkt door 1) het aantal en de duur van de transporten te verminderen, 2) alternatieven voor het vervoer van levende dieren toe te passen en 3) de omstandigheden van het transport te verbeteren.

Ik onderschrijf deze conclusie van de ERK. De meeste winst valt te behalen op Europees niveau. Daarom zet ik me in voor ambitieuze aanpassingen van de Europese dierenwelzijnswetgeving en heb ik, naar een aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 45, item 5 motie van de leden Wassenberg en Vestering (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1507), op de Landbouw- en Visserijraad van 30 januari (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1512) opgeroepen tot een algemeen verbod op zowel lange als korte afstandstransporten van levend vee naar derde landen. Deze oproep kreeg geen steun van de lidstaten die het woord namen tijdens deze Raad. Ik heb u hierover geïnformeerd in mijn brief van 16 februari 2023 (Kamerstuk 28 286, nr. 1290). Ik blijf me, net als mijn voorgangers, inzetten voor de al eerder ingezette lijn voor een Europees verbod op langeafstandstransporten (>8 uur) van slachtdieren en jonge ongespeende dieren. Ook pleit ik voor onder andere het toepassen van alternatieven van (lange) transporten van levende dieren, zoals het vervoer van vlees en genetisch materiaal. Daarnaast beëindig ik, net als Duitsland, per 31 december 2023 de bilaterale bindende afspraken met niet-EU landen (derde landen) over export van herkauwers en varkens.

Ook nationaal zet ik mij in voor het verbeteren van de omstandigheden van het transport. Ik onderzoek of ik voor nationaal transport de minimum transportleeftijd van kalveren kan verhogen.2 Ook ben ik voornemens de beleidsregel voor diertransport bij extreme temperaturen aan te passen. Daarbij neem ik de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en verdere impact op zowel sector als toezichthouder mee. In het traject van dierwaardige veehouderij wil ik ook afspraken maken over een dierwaardig ontwerp van transport van levende dieren.

Herziening Europese dierenwelzijnswetgeving

Het rapport van de ERK geeft aan dat de huidige normen voor dierenwelzijn tijdens transport niet op een gelijke wijze worden gehandhaafd door de verschillende lidstaten en als gevolg ook niet altijd worden nageleefd. De ERK wijst het gebrek aan geharmoniseerde monitoring en monitoringsinstrumenten in de EU als mogelijke oorzaak aan.

De EC werkt aan de herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving, waaronder de Transportverordening. Voorstellen worden in september 2023 verwacht. Het ligt in de lijn der verwachting dat de EC daarbij aandacht heeft voor het verder harmoniseren van de monitoring van dierenwelzijn tijdens transport. De nog lopende Publiek Private Samenwerking (PPS) Toekomstbestendig Diertransport draagt bij aan het verzamelen van wetenschappelijk bewijs over welke sensorische informatie onder praktijkomstandigheden nuttig is om het dierenwelzijn te monitoren.

Markt en keten

De ERK geeft in haar rapport aan dat een toename in specialisatie en schaalvergroting bij zowel veehouderijen als slachthuizen en het verschil in kosten van verschillende productiefasen tussen lidstaten zal zorgen voor een toename van (lang) transport van dieren. De kwaliteit van het dierenwelzijn wordt daarbij niet meegenomen in de uiteindelijke prijs van het transport of het product.

In het kader van de ketenaanpak verduurzaming landbouw wordt gewerkt aan het lonend maken van verduurzaming. Aan de hoofdtafel van het Landbouwakkoord en bij de gesprekken over het convenant dierwaardige veehouderij wordt gesproken over de bijdrage van ketenpartijen zoals toeleveranciers, verwerkende industrie, retail en banken aan die verduurzaming en het verbeteren van dierenwelzijn. De boer en transporteur moeten in staat gesteld worden investeringen in bijvoorbeeld dierwaardig ontworpen stalsystemen en transport en andere verbetermaatregelen terug te verdienen. Door het maken van bovenwettelijke afspraken tussen opvolgende ketenschakels hebben partijen de mogelijkheid om dierenwelzijn beter te vermarkten naar de consument en een meerprijs te betalen als beloning voor duurzaamheids- en dierenwelzijnsinitiatieven.

True cost accounting en true pricing kunnen de werkelijke kosten van de landbouw en het voedselsysteem zichtbaar maken. De methodiek heeft de potentie om de transparantie over de impact van producten, bedrijven en haar verduurzamingsinspanningen te vergroten. Daarmee kan de methodiek de komende jaren een ondersteunende rol gaan spelen in de transitie van de landbouw en het voedselsysteem. Het vergroten van transparantie onder meer over de footprint van producten is een punt van gesprek in het Landbouwakkoord.

Etikettering

De ERK geeft in haar rapport aan dat consumenten een belangrijke rol kunnen spelen in het stimuleren van veranderingen in het kader van dierenwelzijn. Daarvoor is transparantie over het dierenwelzijn nodig, zodat consumenten een goed geïnformeerde keuze kunnen maken. Door het grote aantal verschillende, vaak nationale, etiketteringsregelingen is dit nu moeilijk voor consumenten. De Europese Commissie (EC) is voornemens om met een EU-verordening m.b.t. dierenwelzijnslabeling te komen. In september 2023 wordt hiervoor een concreet voorstel verwacht. Ik zie dit voorstel met interesse tegemoet. Ik hecht waarde aan meer transparantie in de voedselketen en een EU-dierenwelzijnslabelsysteem kan hieraan bijdragen. Uiteraard heeft dit het meeste effect als een dergelijk systeem wordt gedragen door stakeholders, informatie verschaft over de verschillende dierenwelzijnsniveaus in de gehele keten en duidelijk is voor de consument. Ook vind ik het belangrijk dat een dergelijk systeem ruimte biedt aan al bestaande goede labelingsystemen in lidstaten.

Conclusie

Het rapport van de ERK beschrijft tendensen en drijvende factoren aangaande transport van levende dieren. Ik kan mij vinden in de inhoud van dit rapport en concludeer dat de huidige beleidsinzet hierbij past.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

De Europese Rekenkamer (ERK) is de externe controleur van de EU belast met het controleren van de financiën van de EU. In deze hoedanigheid draagt de Rekenkamer bij aan het verbeteren van het financieel beheer van de EU en treedt zij op als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Unie. Het college van de ERK bestaat uit één lid uit elke lidstaat.

X Noot
2

Het verhogen van de minimum transportleeftijd is alleen mogelijk voor transport dat begint en eindigt op Nederlands grondgebied, meer staat de Europese verordening (EG) 1/2005 (hierna: de transportverordening) niet toe.

Naar boven