21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1530 MOTIE VAN HET LID VAN DER PLAS

Voorgesteld 20 april 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ophanden zijnde EU-Verordening tot natuurherstel, oftewel het natuurverslechteringsverbod voor natuur, ook buiten Natura 2000-gebieden tot verstrekkende gevolgen kan leiden die ons gehele land op slot dreigen te zetten;

overwegende dat er al een motie is aangenomen die het kabinet opdraagt zich maximaal in te zetten om dit verslechteringsverbod in de Verordening natuurherstel van tafel te halen, zodat Nederland niet verder op slot komt te zitten op het gebied van woningbouw, infrastructuur en energietransitie;

overwegende dat lidstaten in Europa soeverein zijn;

overwegende dat de EU, binnen de Vogel- en Habitatrichtlijn en binnen een aantal artikelen, lidstaten de ruimte geeft om af te wijken;

overwegende dat artikel 16, lid c, van de Habitatrichtlijn stelt dat afwijken mogelijk is «in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of om andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten»;

overwegende dat lidstaten van de EU zelf mogen bepalen en aanwijzen wat «groot algemeen belang» is;

verzoekt de regering zich in de EU verder actief te blijven verzetten tegen deze verordening en in de Landbouwraad van 24 en 25 april uit te spreken dat Nederland deze verordening natuurherstel niet zal implementeren, met verwijzing naar artikel 16, lid c, in de Habitatrichtlijn, zodat Nederland, met oog voor natuurherstel het land niet verder op slot hoeft te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Plas

Naar boven