21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2022

Op 21 november 2022 vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: LVR of Raad) plaats te Brussel. Met deze brief informeer ik de Kamer over de uitkomsten. Verder informeer ik de Kamer over een herziening van het advies van de Internationale Raad voor Onderzoek naar de Zee (ICES) over de vangstmogelijkheden voor kabeljauw.

I. Agenda Landbouw- en Visserijraad

EU Bossenstrategie

De Landbouw- en Visserijraad van 22 november werd afgetrapt met een gedachtewisseling over de implementatie van de nieuwe EU Bossenstrategie voor 2030. De Commissie gaf aan dat het herstellen van bos een belangrijk element in de strategie is en dat ze een gecoördineerde en holistische aanpak voorstaat, waarbij nauw wordt samengewerkt met de lidstaten. Om de samenhang tussen lidstaten te verbeteren heeft de Commissie een subwerkgroep voor bosmonitoring opgezet onder het permanente bosbouwcomité. In het tweede kwartaal van 2023 komt de Commissie met een wetgevend voorstel voor een uniforme aanpak voor het monitoren van bos in de EU. Ook gaf de Commissie aan dat het voorstel voor Natuurherstel van cruciaal belang is voor de uitvoering van de bossenstrategie.

De lidstaten gaven aan belang te hechten aan een EU bossenstrategie, maar gaven ook in meerderheid aan dat zij binnen de bevoegdheidsverdeling een beperkte rol voor de Commissie zien op het gebied van bosbeleid. De lidstaten willen meer in de beleidsvormende processen betrokken worden en zien graag nauwe samenwerking tussen de Commissie, lidstaten en belanghebbenden. Met name mogelijke beperkingen voor houtoogst en het gebruik voor energie die voortvloeien uit onderdelen van de EU bossenstrategie bleken een zorg bij veel lidstaten. Daarbij verwezen zij ook naar de illegale Russische inval in Oekraïne. Verder gaven verschillende lidstaten aan dat de rol van het permanente bosbouwcomité versterkt moet worden zodat het in de toekomst een centrale coördinatiefunctie kan blijven spelen teneinde fragmentatie over verschillende beleidsterreinen zoals klimaat, energie en natuur te voorkomen. Tenslotte gaven verschillende lidstaten aan dat er bij een EU bossenstrategie rekening moet worden gehouden met de verschillende omstandigheden in de lidstaten en dat een one size fits all-benadering niet volstaat.

Ik heb aangegeven dat bossen cruciaal zijn voor het behoud en herstel van biodiversiteit en het tegengaan van klimaatverandering, maar ook van belang zijn voor recreatie en de omslag naar een circulaire economie. Er is in november 2020 een nationale bossenstrategie opgesteld die bijdraagt aan de EU bossenstrategie. Daarnaast heb ik aangegeven waarde te hechten aan integrale beleidsvorming en monitoring door middel van de nieuw opgezette subwerkgroep bosmonitoring waarbij ik het van belang vindt dat alle facetten van het bos aan bod komen.

Energietransitie visserij- en aquacultuursector (AOB)

Ter inleiding van dit agendapunt gaf de Commissie aan dat het afgelopen jaar een heel zwaar jaar is geweest voor de visserij- en aquacultuursector vanwege de hoge brandstofprijzen mede als gevolg van de illegale inval van Rusland in Oekraïne. Zelfs na noodmaatregelen die de Commissie heeft genomen blijft nog een deel van de EU-vloot stilliggen. Omdat de EU-vloot sterk afhankelijk is van geïmporteerde fossiele brandstoffen is er dringend een versnelde transitie nodig om de visserij- en aquacultuursector veerkrachtig en duurzaam te maken voor de toekomst. Hiertoe is de Commissie voornemens in 2023 met een initiatief te komen gericht op de energietransitie van de sector. Dit initiatief moet uit in ieder geval de volgende 4 elementen bestaan: 1) betrokkenheid van alle actoren, 2) dichten van kennis- en innovatielacunes, 3) verbeteren van het investeringsklimaat en financiële, en 4) ontwikkeling van vaardige arbeidskrachten.

Vrijwel alle lidstaten steunden het initiatief van de Commissie en benadrukten het belang van het verduurzamen van de sector. Ik heb, net als een andere lidstaat, specifiek opgebracht dat het voor de transitie van de sector van groot belang is dat de regels zoals we die onszelf hebben opgelegd via het EMVAF en andere verordeningen voortkomend uit het Gemeenschappelijk Visserij Beleid dringend moeten worden gemoderniseerd. Hierbij heb ik de Commissie gevraagd om te kijken naar de mogelijkheden om investeringen voor brandstofbesparende motoren te ondersteunen, ook voor vaartuigen groter dan 24 meter; de hoge brandstofprijzen maken een snelle transitie nog urgenter. Ook heb ik aangegeven dat het pulsverbod nog altijd pijn doet omdat die techniek juist een brandstofbesparing oplevert. Verder werd het belang van betaalbare technologieën benoemd en gaf Spanje, na Zweden voorzitter van de Raad, aan de (energie)transitie van de visserijsector tot prioriteit te willen maken gedurende hun Voorzitterschap in de tweede helft van 2023.

Sterke en duurzame algensector (AOB)

De Commissie leidde dit agendapunt in door aan te geven dat de huidige productie van algen door de EU nog marginaal is terwijl er kansen liggen voor duurzame voedselproductie, energieproductie en meststoffenproductie. Daarom acht de Commissie het van belang de productie van algen op te schalen. De Commissie kondigde aan de Europese algensector te willen versterken door het verbeteren van governance, vergroten van het bewustzijn en passende financiële ondersteuning. Aangezien mariene aquacultuur een nationale competentie is deed de Commissie hier een oproep aan de lidstaten. De lidstaten erkenden de potentie van algenproductie in de EU en verwelkomen de aangekondigde initiatieven van de Commissie. Ook ik heb mijn steun uitgesproken.

Landbouwaspecten van Natuurherstel (AOB)

De Commissie leidde dit agendapunt in met het benadrukken van de urgentie van natuurherstel waarvoor bindende afspraken en streefdoelen nodig zijn. Lidstaten krijgen hierbij een bepaalde mate van vrijheid voor hoe zij de doelen realiseren. De Commissie wees op de cruciale rol die de Ministers spelen bij het zo goed mogelijk gebruikmaken van de mogelijkheden die beschikbaar worden gesteld. Verder ging de Commissie in op de zorgen van de lidstaten met betrekking tot het tijdpad van de natuurherstelverordening en gaf de Commissie aan zich te realiseren dat het ambitieus is, maar dat de huidige staat van de natuur zo slecht is dat het gerechtvaardigd is. Bovendien zijn landbouwers de eersten die zullen profiteren van verbeterde staat van de natuur, terwijl er geen directe verplichtingen voor hen zijn, aldus de Commissie. Tenslotte wees de Commissie ook op het economische en strategisch onafhankelijke belang dat schuilgaat achter het herstellen van de natuur.

Een aantal lidstaten gaf aan nog een studievoorbehoud te maken. De lidstaten waren het breed eens dat de natuur hersteld moet worden en dat dit bijdraagt aan het behalen van de doelen uit de Green Deal, maar waren tegelijkertijd kritisch over het tijdspad van de verordening en de administratieve lasten die eruit voortkomen. Ook hebben lidstaten behoefte aan duidelijkere definities zoals wat verstaan wordt onder natuurherstel en wat een gezond ecosysteem behelst. Daarnaast gaven een aantal lidstaten aan dat natuurherstel in lijn moet blijven met het garanderen van voedselzekerheid. Ik heb aangegeven een uitgesproken voorstander te zijn van de Green Deal en de beoogde doelen te onderschrijven. Ik heb daarom begrip uitgesproken voor de ambities van de Commissie, maar daarbij wel aandacht gevraagd voor de verschillende nationale uitdagingen die ruimte in het relatief kleine Nederland opeisen (zoals de acute woningnood en de groene energietransitie). De fundamentele transitie van het landelijk gebied in Nederland vraagt om een integrale aanpak en leidt bovendien tot maatschappelijke onrust. Het herstellen van de natuur en de verplichtingen die daarbij horen doen daar een forse schep bovenop. Ik heb daarom aangegeven een constructief gesprek te willen voeren met de Commissie over de invulling van de verordening zonder de doelen uit het oog te verliezen. Ook andere lidstaten gaven aan flexibiliteit te willen in de realisatie van de doelen op nationaal niveau zodat er recht gedaan wordt aan de verschillende nationale contexten van lidstaten. Tenslotte ben ik specifieke ingegaan op natuurherstel in relatie tot landbouw: ik ben geen voorstander van vernatting van de veengebieden.

Betaalbaarheid en beschikbaarheid van meststoffen (AOB)

Inclusief AOB Spanje over ditzelfde onderwerp

De Commissie dankte Spanje en anderen voor het agenderen van dit onderwerp. Op 9 november jl. heeft de Commissie haar mededeling over de beschikbaarheid en betaalbaarheid van meststoffen gedeeld. De Commissie gaf aan het belang van meststoffen voor het garanderen van de voedselzekerheid te erkennen. Beschikbaarheid en betaalbaarheid van meststoffen is daarom van groot belang nu deze steeds verder onder druk komt te staan. Het gaat hierbij ook om strategische autonomie; bij een belangrijk product als meststoffen, is het onwenselijk om voor de (deel)productie tè sterk afhankelijk te zijn van één of een klein aantal landen.

Spanje gaf aan dat het van belang is de afhankelijkheid van meststoffen afkomstig uit derde landen drastisch te verminderen en pleitte daarom voor een integrale meststrategie om de boeren en meststoffenindustrie zekerheid te kunnen bieden. Daarnaast gaf Spanje aan dat we meer gebruik moeten maken van alternatieve nutriënten zoals dierlijke bijproducten, mest en bioafval wat ook bijdraagt aan een circulaire economie.

Lidstaten gaven aan de mededeling van de Commissie te verwelkomen, maar nog concrete maatregelen te missen. Daarom was er veel steun voor het document van Spanje. Verder gaven verschillende lidstaten aan kritisch te zijn over het gebruik van de landbouwreserve en andere staatssteunmaatregelen. Tenslotte gaven een aantal lidstaten aan dat er ook meer aandacht moet komen voor de teelt van eiwitgewassen.

Ik heb aangegeven meststoffen als cruciaal te zien voor landbouw en het garanderen van voedselzekerheid in de EU en het voorstel van Spanje te steunen. Daartoe had Nederland het diversenpunt van Spanje ook medeondertekent.

Bioeconomy conference (AOB)

De Commissie gaf aan dat de EU bioeconomy strategie nu bijna 10 jaar bestaat en dat men nog steeds voornemens is toe te werken naar een economie die niet meer afhankelijk is van fossiele grondstoffen. De Commissie vroeg de lidstaten twee zaken te overwegen: 1) boeren en bosbeheer moeten niet enkel gezien worden als producenten van biomassa, maar ook veel meer geïntegreerd worden in de gehele bioeconomiewaardenketens en 2) het meer en sneller opschalen van biobased producten. Er is momentum om dit te op te schalen, aldus de Commissie. De lidstaten die intervenieerden gaven aan blij te zijn met de afgelopen bioeconomy Conferentie. Zij onderschreven het belang van opschalen van de productie van biomassa, omdat er steeds meer vraag naar is. Tenslotte gaf de aankomende voorzitter van de Raad van de EU, Zweden, aan ook een conferentie te willen organiseren over dit onderwerp aan het begin van hun Voorzitterschap in 2023.

II. Vangstmogelijkheden 2023

In de brief aan uw Kamer voor de beantwoording van het Schriftelijk Overleg Landbouw- en Visserijraad van 26 september 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1460) heb ik u geïnformeerd over het advies van de Internationale Raad voor Onderzoek naar de Zee (ICES) over de vangstmogelijkheden voor 2023, waaronder de vangstmogelijkheden voor kabeljauw.

Op 8 november 2022 heeft ICES voor kabeljauw een herzien advies gepubliceerd. Waar ICES eerder een toename van +44% aan totale vangstmogelijkheden (TAC) ten opzichte van 2022 heeft geadviseerd, wordt door ICES nu een TAC van +63% ten opzichte van 2022 voorgesteld. Ik zet in de onderhandelingen in op het volgen van dit herziene wetenschappelijk advies.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven