21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1470 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2022

In de Tweede Kamer is de afgelopen tijd terecht meermaals aandacht gevraagd voor de situatie in de visserijsector. De sector verkeerd in zwaar weer door een opeenstapeling van factoren, denkend aan de Brexit, ruimteverlies door wind op zee en natuurgebieden op zee en recent de gestegen brandstofprijzen. Dit raakt de vissers die zo graag het water op gaan om ons te voorzien van vis, maar met hen ook hun families en de gemeenschap daar omheen.

De aangenomen gewijzigde motie van het lid Grinwis (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1448) en de aangehouden van de leden motie Stoffer en Van der Plas (Kamerstuk 29 675, nr. 212) verzochten de regering om de uitwerking van een overbruggingsregeling, gelet op deze zware tijden voor de vissers. Ik heb daarover de afgelopen periode de nodige interdepartementale afstemming gezocht. Het verheugt mij de Kamer te kunnen melden dat ik de overbruggingsregeling voor de visserijsector in gang kan gaan zetten en bezig kan gaan met de afrondende uitwerking van een regeling om tegemoet te komen aan de gestegen bedrijfskosten in de visserijsector.

Het betreft een regeling op basis van de-minimisverordening voor de visserijsector. Op basis van de de-minimisverordening voor de visserijsector kan over een periode van drie belastingjaren tot maximaal € 30.000 aan de-minimissteun aan één onderneming in de sector worden verleend. De uiteindelijke hoogte per ondernemer is afhankelijk van de verdere invulling van de regeling.

Ik ben me er van bewust dat de hoogte van de steun geen kostendekkend effect zal hebben voor de sector. De regeling zal als functie hebben de druk door de stijgende bedrijfskosten van dit moment voor de visserijsector te verlagen. Dit als overbrugging voor enerzijds die vissers die door willen gaan en waarvoor ik de komende tijd hard aan de slag ga voor een verdere concretisering van en het beschikbaar komen van innovatiemiddelen, op weg naar een duurzame innovatieve vloot. En anderzijds voor die vissers die hebben ingeschreven voor de saneringsregeling en via die weg uiteindelijk hun schip gaan saneren.

Het doel is zo snel mogelijk de regeling te kunnen publiceren. Het streven is dat dit in het eerste kwartaal van 2023 zal zijn. Ik houd de Kamer uiteraard op de hoogte van de verdere invulling en voortgang.

Ik realiseer me dat de opgaven voor de visserijsector groot zijn.

Op dit moment zitten vele vissersfamilies in de moeilijke keuze of ze al dan niet deel gaan nemen aan de nog openstaande saneringsregeling. Ik besef goed dat dit zware en pijnlijke besluiten zijn met enorme impact. Daarom wil ik nogmaals benadrukken dat ondernemers die hierover vragen of zorgen hebben terecht kunnen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Naast deze begrijpelijke pijn zie ik ook vissers die gemotiveerd zijn om onderdeel uit te gaan maken van de sector waarmee we door gaan. Samen komen we hier doorheen naar een duurzame toekomst. De komende tijd wil ik daarom investeren in samenwerking met de sector en ga ik in gesprek over de transitie naar een economisch en ecologisch duurzame vloot en hoe de hiervoor beschikbare middelen vanuit het Rijk ingezet kunnen worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven