21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1437 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2022

Op 13 juni aanstaande vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats te Luxemburg. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Raad.

Gedachtewisseling over de voortgang van het GVB en raadpleging vangstmogelijkheden 2023

Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 13 juni 2022 staat een gedachtewisseling geagendeerd naar aanleiding van de mededeling van de Commissie over de voortgang van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en de raadpleging over de vangstmogelijkheden 2023. De mededeling van de Commissie is nog niet gepubliceerd. Naar verwachting zal de mededeling ten aanzien van de vangstmogelijkheden voor 2023, zoals eerdere jaren, ingaan op de toestand van de visbestanden in Europese wateren en de algemene aanpak in het najaar voor de vaststelling van de vangstmogelijkheden. Uw Kamer ontvangt hierover geen BNC-fiche, maar wordt bij deze geïnformeerd over de Nederlandse inzet.

Vangstmogelijkheden 2023

De inzet van Nederland is dat de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC) worden vastgesteld op een niveau dat overeenstemt met de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Hierbij hoort het bereiken van het niveau van de Maximale Duurzame Opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY). Omwille van het duurzaam beheer van de visbestanden, maar ook voor de langdurige rendabiliteit van de sector is het van belang dat bestanden op MSY worden gebracht. Ik ben daarnaast voorstander van de voorzorgsbenadering, maar tegen automatische reducties voor gegevensarme bestanden. Hiervoor wil ik een geval-tot-geval-benadering.

Tussentijdse aanpassing verordening vangstmogelijkheden 2022

De Commissie zal voor 1 juli aanstaande de verordening vangstmogelijkheden 2022 wijzigen naar aanleiding van de visserij op sprot. Het voorstel van de Commissie is nog niet gepubliceerd omdat de consultaties hierover met het VK en Noorwegen nog lopen. Het visserijseizoen voor sprot start op 1 juli en daarom dienen de vangstmogelijkheden voor deze datum te worden vastgesteld. De inzet van de Commissie is in lijn met het wetenschappelijke advies. Nederland heeft geen grote belangen in deze visserij en steunt de inzet van de Commissie. Medio mei 2022 is de verordening vangstmogelijkheden aangepast naar aanleiding van de overeenkomst met Noorwegen over kabeljauw in de wateren van Spitsbergen (19.636 ton).

Gedachtewisseling over de voortgang van het GVB

De Europese Commissie heeft aangekondigd in het najaar van 2022 een voortgangsrapportage over het GVB te publiceren. In 2023 bestaat het huidige GVB 10 jaar, en gebruikelijk wordt deze iedere 10 jaar herzien. De Commissie heeft aangegeven nu geen grootschalige herziening van het GVB te willen, maar vooral te willen inzetten op een verbetering van de implementatie van de bestaande voorschriften. Nederland voorziet dat met het oog op de uitwerking van de EU Green Deal, een bredere herijking van het GVB nodig is om vissers toekomstperspectief te bieden.

Begin maart heeft Nederland gereageerd op een consultatie van de Europese Commissie over de voortgang van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en de consultatie ten behoeve van het Actieplan voor de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen welke de EC binnenkort zal presenteren ter uitvoering van de EU-biodiversiteitsstrategie. Nederland heeft deze consultaties benut om op meerdere punten waar Nederland graag verandering zou zien in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) input te geven. Met deze brief stuur ik uw Kamer de Nederlandse reactie op deze consultaties1. De belangrijkste punten licht ik hieronder toe en zal ik ook tijdens de gedachtewisseling op de aankomende Raad onder de aandacht brengen.

Toekomstperspectief vissers

Op dit moment biedt het GVB onvoldoende mogelijkheden om de visserijvloot in de benodigde transitie te ondersteunen. Nederland vraagt daarom om ruimte om verduurzaming van de vloot te ondersteunen voor vaartuigen groter dan 24 meter, ook als het gaat om verduurzaming van motoren en investeringen in nieuwe vaartuigen. Eveneens vraagt Nederland ruimte om te kunnen saneren op grond van ruimtelijke beperkingen (als gevolg van de uitbreiding van windparken en natuurgebieden). Daarnaast gaat het ook om ruimte voor ondernemers om hun verkregen saneringsmiddelen te kunnen investeren in de verduurzaming van resterende vaartuigen. Nederland geeft aan dat innovatie de weg baant naar een duurzame toekomst en bepleit in dit kader een versterking van het Europese innovatieklimaat. Gelet op de wens om bodemberoering tot een minimum te beperken en de sterk gestegen brandstofprijzen, bepleit Nederland, een herziening van het verbod op de puls-techniek. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de gewijzigde motie van het lid Bisschop (SGP) van 8 maart 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1405).

Ecosysteembenadering

De omschakeling naar meerjarige beheerplannen, waarbij visbestanden meer in samenhang en met lange termijn doelstellingen beheerd worden per gebied, heeft bijgedragen aan het verbeteren van het duurzaam beheer van de commerciële bestanden alsmede bedrijfsmatige stabiliteit voor de vissers. Tegelijkertijd moeten we constateren dat niet alle vissoorten tot herstel komen. Met het GVB wordt ook beoogd een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de milieuwetgeving van de Unie, zoals de Kaderrichtlijn Mariene Strategie en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Op dit vlak ziet Nederland dat versterking van de ecosysteembenadering nodig is, om ook daadwerkelijk tot het gewenste herstel van de biodiversiteit te komen en invulling te geven aan de Europese biodiversiteitsstrategie en de afspraken uit het Noordzeeakkoord. Met de ecosysteembenadering wordt naast het duurzaam beheer van commerciële doelsoorten, ook gekeken naar niet-commerciële of ongereguleerde visbestanden en ander zeeleven. Daarbij acht Nederland het van belang dat bij de vangstadviezen ook de sociaaleconomische gevolgen inzichtelijk worden gemaakt, om op deze manier meer transparantie te verkrijgen in de besluitvorming.

Aanlandplicht

Nederland ondersteunt de doelen van de aanlandplicht; tegengaan van voedselverspilling en voorkomen van onnodige vissterfte. In de meeste visserijen is de aanlandplicht, met enkele uitzonderingen en aanpassingen aan boord, goed uitvoerbaar. Nederland wijst er in haar reactie op dat de aanlandplicht in sommige visserijen niet uitvoerbaar blijkt en vraagt daarom om een evaluatie van de aanlandplicht, waarbij ook nagedacht wordt over mogelijke alternatieven. Dit om ook daadwerkelijk de beleidsdoelen te behalen. In dit kader benoemt Nederland de mogelijkheden van automatische vangstregistratie met behulp van camerabeelden. Tot nu toe krijgt deze oproep internationaal geen steun.

Gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten

Ook deze Raad zal de Europese Commissie een overzicht geven van de situatie op de Europese en wereldwijde landbouwmarkten. De verwachting is dat een paar dagen voor de Raad een document van de Commissie beschikbaar komt met de actuele ontwikkelingen. De gevolgen van de uiterst zorgelijke situatie in Oekraïne zullen naar verwachting centraal staan. Het beeld van hoge kostprijzen voor de Europese landbouwsectoren door gestegen energie-, kunstmest en voerprijzen en hoge en stijgende prijzen voor landbouwproducten is onveranderd. Daarbij ondervinden de markten voor pluimveevlees en eieren en varkensvlees de effecten van de huidige lange uitbraak van vogelgriep in een groot aantal lidstaten, en is in een aantal lidstaten sprake van gevallen van Afrikaanse varkenspest.

De blokkade van Oekraïense havens in de Zwarte Zee zorgt voor grote logistieke problemen bij de uitvoer van geoogste landbouwproducten uit Oekraïne, vooral naar landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Verder zijn er toenemende zorgen over de productie van granen en oliehoudende zaden voor komend seizoen in Oekraïne. Daarmee heeft de situatie in Oekraïne niet alleen effecten op de huidige wereldwijde voedselvoorziening, maar ook op die van de komende jaren. De Commissie heeft in reactie op de uitvoerproblemen van Oekraïne op 12 mei jl. een mededeling gelanceerd voor Solidarity lanes om de uitvoer van granen en oliehoudende zaden uit Oekraïne via de EU naar de wereldmarkt te vergroten. De uitvoering van dit actieplan vraagt medewerking van lidstaten en inzet van private partijen. Het kabinetsstandpunt over dit actieplan is op 3 juni 2022 naar uw Kamer toegestuurd (Kamerstuk 36 045, nr. 85).

Naar verwachting zal de Commissie de lidstaten daarnaast informeren over de stand van zaken rond de uitvoering van de genomen maatregelen die onderdeel zijn van de mededeling voedselzekerheid die op 23 maart jl. is uitgebracht en waarover in de vorige Landbouwraden is gesproken. Met gedelegeerde verordening (EU) 2022/467 is artikel 219 van de Gemeenschappelijke Markordening (Verordening 1308/2012) geactiveerd voor aanwending van de landbouwcrisisreserve als buitengewone steun voor landbouwproducenten. Daarbij komt voor Nederland € 8.097.139 aan Europese middelen beschikbaar. Verder heeft de Commissie in het kader van markttransparantie op 19 mei jl. uitvoeringsverordening (EU) 2022/791 gepubliceerd waarmee lidstaten van 1 juli a.s. maandelijks de (commerciële) voorraden rijst, granen en oliehoudende gewassen en plantaardige oliën moeten rapporteren.

Ik ondersteun de ingezette lijn om op EU-niveau de situatie op de landbouwmarkten nauw te blijven monitoren. De ingezette EU-maatregelen kunnen daarbij bijdragen om de transparantie op de markten te vergroten en de situatie te stabiliseren. Met de geannoteerde agenda voor de Raad van 24 mei (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1425) is uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen voor de inzet van de aan Nederland toegewezen € 8 miljoen uit de EU-landbouwcrisisreserve. Deze inzet zal voor 30 juni aan de Commissie moeten worden gemeld en de betalingen moeten uiterlijk 30 september 2022 zijn verricht. Op dit moment ben ik in overleg met vertegenwoordigers van de landbouw over mijn voornemen. Verder wordt met RVO de uitvoerbaarheid van toekenning van de steun verkend. Zodra deze overleggen zijn afgerond informeer ik uw Kamer over de precieze aanwending en uitkering. Met het verslag van de Raad informeer ik uw Kamer over de precieze aanwending en uitkering.

Onderzoek naar rationale en juridische haalbaarheid van het toepassen van EU gezondheids- en milieu productiestandaarden op geïmporteerde producten

Onder dit agendapunt zal de Commissie de Raad informeren over de stand van zaken met betrekking tot het rapport over de rationale en juridische haalbaarheid (waaronder de conformiteit met WTO-regels) van het toepassen van EU gezondheids- en milieu productiestandaarden (inclusief standaarden voor dierenwelzijn, processen en productiemethoden) op geïmporteerde producten. Naar verwachting zal het rapport zelf nog niet beschikbaar zijn op het moment van de Raad. De Commissie zal hierbij naar verwachting verslag doen van de consultatie onder stakeholders.2 Deze consultatie liep van 16 februari tot 16 maart. Op het moment van schrijven is er nog geen document beschikbaar.

Bij de gedachtewisseling zal ik het belang van het onderzoek benadrukken. Dit omdat we aan EU producenten vragen om verder te verduurzamen en hun producten in sommige gevallen moeten concurreren met geïmporteerde producten van producenten die niet altijd aan dergelijke hoge milieu-, arbeid- of dierenwelzijnsregels hoeven te voldoen. Tegelijkertijd hebben ook andere factoren, waaronder infrastructuur, kennis en kosten van arbeid invloed op de uiteindelijke concurrentiepositie van bedrijven. Hierbij moet gekeken worden wat er onder het multilaterale kader van de WTO mogelijk is, en welke maatregelen wenselijk zijn.

Geografische aanduidingen

De Europese Commissie heeft een voorstel gepubliceerd voor een Verordening Geografische Indicaties, waarmee het stelsel van geografische aanduidingen (GA’s) wordt herzien. Uw Kamer is hierover geïnformeerd via een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 3421). Het algemene doel van de herziening is om de invoering van geografische aanduidingen (GA’s) in de hele EU te vergemakkelijken. Belangrijke doelstellingen in het voorstel zijn de volgende onderdelen: het versterken van de bescherming van geografische aanduidingen; het aantrekkelijker maken voor deelname en harmonisatie en vereenvoudiging van het proces. De oorspronkelijke basisstructuur is behouden, maar een aantal elementen zijn versterkt. De vernieuwingen zijn te vinden in: uitbreiding van de beschermingsomvang naar producten die als ingrediënt worden gebruikt; betere bescherming bij online verkoop; belangrijker maken van duurzaamheid (op vrijwillige basis); meer verantwoordelijkheden voor productengroepen; introductie van technische bijstand door Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO).

Aandachtspunten zijn de financiering van EUIPO en de verdere regulering op het Domein Namen Systeeem (DNS). Ik steun de voorgestelde herziening en zal in de Raad de in het genoemde BNC-fiche beschreven Nederlandse positie uitdragen.

Diversen-punt: CVO-werkzaamheden op het gebied van dierenwelzijn

Voorzitter Frankrijk wil een samenvattend overzicht geven van de uitkomsten van discussies van de Chief Veterinary Officers over dierenwelzijn tijdens haar voorzitterschapsperiode. Ik zal dit punt met interesse aanhoren.

Er zijn drie dwarsdoorsnijdende thema’s aan de orde gekomen die hefbomen kunnen vormen voor verbetering van welzijn van landbouwhuisdieren en in het bijzonder het voorkómen van pijnlijke praktijken: onderzoek en innovatie, training en ondersteuningsmethoden.

Met betrekking tot onderzoek en innovatie is vooral aan de orde gekomen: de uitfasering van het doden van ééndagshaantjes, via geslachtsbepaling in het ei, vetmesten van haantjes van legrassen en dubbeldoel-rassen. Er was interesse van verscheidene lidstaten voor deze uitfasering.

Met betrekking tot trainingen zijn initiatieven in verschillende lidstaten aan de orde gekomen in relatie tot voorkóming van pijnlijke ingrepen, zoals staartcouperen bij biggen en in relatie tot verdoving en pijnbestrijding, vooral bij castratie van biggen.

Inzake ondersteuningsmethoden is vooral aan de orde gekomen dat zowel positieve stimulansen (b.v. financiële prikkels, delen van best practices) als handhaving/sanctionering kunnen helpen het doel te bereiken, zoals bij uitfasering van kooien voor leghennen en het terugdringen van staartbijten en -couperen bij biggen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

Zie bijlage.

X Noot
2

Invoer van landbouw- en voedingsproducten – met toepassing van de gezondheids- en milieunormen van de EU (verslag) (Europa.eu).

Naar boven