Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 maart 2022
Zoals aangegeven in mijn brief van 10 maart jl. heb ik aan Wageningen Economisch Research
(WEcR) gevraagd om onderzoek te doen naar de effecten in Nederland van de crisis in
Oekraïne (Kamerstukken 21 501-32 en 36 045, nr. 1402). Het tweede deel van de onderzoeksresultaten bevat een verdieping op de effecten
voor de voedselzekerheid en bied ik uw Kamer hierbij aan (zie bijlage)1.
De analyse toont aan dat met uitzondering van de gebieden die getroffen worden door
de huidige humanitaire crisis in Oekraïne, er vooralsnog geen tekort is aan voedsel:
er is voldoende. Dit geldt zowel mondiaal, als in de EU of Nederland. De problemen
zitten nu vooral in de toegang tot voedsel, wat vooral een gevolg is van de stijgende
prijzen voor voedsel. Dit raakt vooral mensen in armere landen, die soms wel meer
dan de helft van hun inkomen uitgeven aan voedsel.
Vooralsnog is dit eerste effect – beperkte toegang vanwege de gestegen prijzen – het
belangrijkst. Dit effect doet zich zoals gezegd het meest dringend voor in de armere
landen, maar ook in Europa/Nederland kunnen mensen in de knel komen vanwege de gestegen
voedselprijzen. Deze gestegen voedselprijzen zijn het gevolg van én duurdere grondstoffen
én duurdere energiekosten. Al voor de inval van Rusland in Oekraïne waren er stijgende
prijzen voor energie en voedsel.
Naast de verminderde beschikbaarheid en toegang tot granen en oliezaden door de oorlog
in Oekraïne, kan ook de beschikbaarheid en toegang tot kunstmest als gevolg van de
handelsembargo’s met Rusland en Belarus in het gedrang komen.
Er kan schaarste optreden bij sommige producten in Nederland en/of de EU; dit hoeft
echter geen bedreiging te vormen voor de voedselzekerheid omdat er (veelal) alternatieven
beschikbaar zijn voor het product. Voor de langere termijn zijn er verschillende factoren
die bepalen hoe de voedselzekerheid zich kan gaan ontwikkelen.
Nader onderzoek zal hier (een deel van de) antwoorden op geven wat ik zal meenemen
in mijn verdere beleidsafwegingen. Zodra dit onderzoek gereed is zal ik dit met uw
Kamer delen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer