21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1379 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2022

Doormiddel van deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de informele Landbouwraad van 6 tot 8 februari te Straatsburg.

Koolstoflandbouw

Het thema van de informele Landbouwraad was koolstoflandbouw, zowel voor de werkbezoeken als de rondetafeldiscussie. Hiermee bracht het Franse voorzitterschap een van de drie prioriteiten nog eens voor het voetlicht, en probeerde Frankrijk daarmee indirect steun te verwerven voor de eigen Franse aanpak (Label Bas Carbonne). De rondetafelgesprek was een gedachtewisseling over goede voorbeelden in landbouw/bosbouw, voorbeelden van private financieringsmechanismen, en succesfactoren om agrarische ondernemers deel te laten nemen aan certificeringsprogramma. De discussie leverde nauwelijks nieuwe inzichten op na eerdere discussies in de Raad. Op basis van de gevoerde discussie moet het mogelijk zijn om tot Raadsconclusies te komen in maart/april.

Het voorzitterschap opende het gesprek door aan te geven dat zij graag willen toewerken naar een gezamenlijke ambitie om koolstoflandbouw een wezenlijk onderdeel uit te laten maken van de huidige en toekomstige landbouw. Deze ambitie werd gedeeld door de Raad, de Commissie en het Europees Parlement. Daarnaast spraken de aanwezige vertegenwoordigers van Copa-Cogeca en CEJA hun steun uit. Bij koolstoflandbouw moet de economische en ecologische toegevoegde waarde samengebracht worden, of in de woorden van Commissaris Wojciechowski: «een win-win-situatie voor klimaat, gezonde bodems en boeren creëren».

Om de doelstelling te bereiken is het belangrijk dat:

  • o kennis over en ervaringen met koolstoflandbouw en certificeringsmethoden worden uitgewisseld, voor landbouw maar expliciet ook voor bosbouw;

  • o koolstoflandbouw niet de concurrentie aangaat met voedselzekerheid;

  • o er een raamwerk is voor de valorisatie van koolstofkredieten. In sommige lidstaten lopen er al initiatieven voor koolstofkredieten, hetzij publiek, hetzij in publieke-private partnerschappen hetzij volledig privaat;

  • o het raamwerk robuust, transparant, en geloofwaardig is. Agrarische ondernemers en landeigenaren moeten vertrouwen hebben in een markt voor koolstofkredieten;

  • o agrarische ondernemers/landeigenaren goed geïnformeerd en ondersteund worden;

  • o het regelgevend kader (eind 2022) rekening houdt met de specifieke omstandigheden in lidstaten;

  • o de prijs voor de koolstofkredieten minimaal kostendekkend is. Daarbij moet ook goed gekeken worden naar de prijszetting buiten de EU (en buiten de landbouwsector zelf).

Ik heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om te vertellen over de Nederlandse initiatieven op het gebied van koolstoflandbouw. Ik heb uitgelegd dat we ons in Nederland op drie categorieën van landbeheer richten om de koolstofopvang te verhogen. Te weten: verhogen van de grondwaterstand in veenweidegebieden, behoud en aanplant van bossen en verhogen van gehalte van organisch materiaal in de bodem. Daarnaast heb ik voorbeelden genoemd van private initiatieven op het gebied van koolstofcertificering. Ik heb aangegeven graag te leren van de initiatieven in andere lidstaten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven