Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2018
Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de informele landbouwraad die
van 3 tot 5 juni jl. plaatsvond in Sofia, Bulgarije.
Op de agenda stond «generatievernieuwing in de landbouwsector in de context van het
GLB post 2020» aan de hand van een discussiestuk van het voorzitterschap. Hierover
is uw Kamer geïnformeerd in de brief van 25 mei jl. met de geannoteerde agenda voor
deze bijeenkomst (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1109). Daarnaast werd kort aandacht besteed aan de GLB-voorstellen van de Europese Commissie
die 1 juni jl. zijn verschenen.
Commissaris Hogan benadrukte het belang van generatievernieuwing en stelde dat modernisering
van de sector hiervan afhankelijk is. Op dit moment is slechts 5,6% van de boeren
in Europa jonger dan 35 jaar. Hij gaf aan dat toegang tot land en financiering de
grootste obstakels zijn voor jonge boeren en nieuwe toetreders tot de sector. De Commissie
heeft daarom voorstellen gedaan waarin ruimte is voor bijvoorbeeld partnerschappen
tussen verschillende generaties boeren en hulp bij de planning van opvolging. Ook
gaf Hogan aan dat de Europese Investeringsbank (EIB) een grotere rol moet spelen in
het beschikbaar stellen van financiële middelen voor jonge boeren. Hij wees erop dat
voor het toekomstig GLB een strategie voor generatievernieuwing een onderdeel moet
zijn van de strategische plannen van de lidstaten.
Een grote groep landen stelde dat een stabiel inkomen en voldoende financiering belangrijk
zijn voor generatievernieuwing. Verscheidene landen noemden dat bezuinigingen op het
GLB en in het bijzonder de relatief grote korting op het plattelandsbeleid een gevaar
zouden kunnen vormen voor het aantrekken van jonge mensen in de landbouwsector. Voor
sommige landen is ook het bevorderen en behouden van een leefbaar platteland met voldoende
faciliteiten, zoals snelle internetverbindingen, van belang. Ook gaven landen aan
dat een beter imago van de sector, waaronder de bijdrage aan milieu en landschap,
en economisch perspectief voor het aantrekken van jonge en nieuwe boeren cruciaal
is. Daarnaast werd gesteld dat er voldoende ruimte voor ondernemerschap moet zijn.
Vereenvoudiging van de regels is daarvoor belangrijk.
Nederland heeft onder meer aangegeven dat het belangrijk is om naar een integrale
benadering te streven, waarvan ook financieringsinstrumenten, opleiding en kennisuitwisseling
deel uitmaken.
Veel lidstaten gaven naar aanleiding van het pakket voorstellen voor het toekomstige
GLB aan tegen de voorgestelde bezuinigingen op het GLB te zijn. Er waren kritische
geluiden over (het gebrek aan) vereenvoudiging en subsidiariteit in de voorstellen.
Ook de eerlijke verdeling van middelen over lidstaten kwam aan de orde. Er werd zorg
uitgesproken dat er een trend lijkt te zijn naar meer verplichte maatregelen in plaats
van vrijwillige initiatieven. Er werd opgemerkt dat kleine bedrijven niet per se beter
zijn dan grote. Nederland heeft met name gepleit voor de modernisering van het GLB,
met aandacht voor onder andere innovatie en subsidiariteit. In de Raad van 18 juni
zullen de voorstellen uitvoeriger aan de orde komen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten