21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1022 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2017

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die 11 mei jl. plaatsvond in Brussel. Daarnaast informeer ik u over de wijze waarop ik om zal gaan met de mogelijkheid om de aanvraagperiode voor GLB-betalingen te verlengen van 15 mei naar 15 juni. Ook geef ik u mijn reactie op de motie van het lid Koşer Kaya (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 93) over het geven van meer inzicht in de bestedingen van de subsidies uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het dusdanig publiceren van de gegevens dat deze herbruikbaar zijn.

Onderwerpen Landbouw- en Visserijraad

Verordening Technische Maatregelen

Algemene Oriëntatie

De Raad stelde een algemene oriëntatie vast over het voorstel voor een nieuwe Verordening Technische Maatregelen (ST8151+COR1,2). De verordening is een belangrijk instrument voor het beheer van de visserijvloot, naast de maximale vangstmogelijkheden, de controleverordening en het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij.

Belangrijk uitgangspunt van de verordening is dat de technische details in de toekomst in gedelegeerde verordeningen worden uitgewerkt, op basis van gemeenschappelijke aanbevelingen vanuit de regionale groepen. Dit is een uitwerking van de zogeheten regionalisering, die met het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid is ingezet. Het gaat dan om zaken als maaswijdte, minimum-vangstmaten voor vis, gesloten gebieden, maar ook om de toelating van innovatieve vistuigen zoals de pulskor.

Daarnaast voert de Europese Commissie met het voorstel een aantal vereenvoudigingen door, zoals het schrappen van de vangstsamenstellingsregels. De Raad heeft deze vereenvoudigingen opgenomen in de algemene oriëntatie.

In de algemene oriëntatie is de algemene toelating voor pulskor, zoals voorgesteld in het oorspronkelijke Commissievoorstel, teruggedraaid naar de huidige beperkte toelating.

Veel lidstaten steunden de algemene oriëntatie. Voor het uitgangspunt van regionalisering is brede steun. Hetzelfde geldt voor de vereenvoudigingen die het voorstel doorvoert. Conform de wens van uw Kamer, uitgesproken bij motie van de leden Bruins, Graus, Dijkgraaf, Visser, Geurts en De Groot (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1020), heb ik tegen vaststelling van de algemene oriëntatie gestemd vanwege de ongewenste beperking van de toelating van de puls. Frankrijk sprak zich expliciet uit tegen gebruik van de pulstechniek en vond dat experimenten strikt gecontroleerd moeten worden. Denemarken gaf aan dat puls slechts in een bepaald deel van de Noordzee mag worden toegestaan. Duitsland toonde begrip voor het Nederlandse standpunt en verzocht het voorzitterschap om nogmaals naar de zorgpunten te kijken. België stelde dat er misverstanden bestaan over puls en wil in een pilot-studie de effecten van de puls verder bestuderen waarbij een uitgebreid monitoringsprogramma zal worden opgezet.

Denemarken stemde eveneens tegen de algemene oriëntatie. Het is van mening dat het voorstel onvoldoende flexibiliteit biedt en dat sociaaleconomische overwegingen sterker moeten worden meegewogen. Duitsland onthield zich van stemming.

Commissaris Vella bedankte de lidstaten voor de brede steun voor het voorstel. Hij onderstreepte het belang van regionalisering en de mogelijkheid dat lidstaten daarin specifieke afspraken kunnen maken. Over de beperking van de toelating van de pulstechniek stelde de Commissaris dat dit een besluit van de Raad was. In het oorspronkelijke Commissievoorstel was geen limiet opgenomen. Ook adviezen van het Scientific, Technical and Economic Committee for Fisheries (STECF) en de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) gaven aan dat de pulstechniek een goed alternatief was. Wel spelen er punten op het terrein van monitoring en handhaving die geadresseerd moeten worden. Al met al vond de Commissaris de algemene oriëntatie een goede basis om de onderhandelingen met het Europees parlement aan te gaan.

Na afloop van de Raad heb ik nog een bilateraal gesprek gehad met de Estse Minister van Milieu, tevens verantwoordelijk voor visserij en inkomend EU-voorzitter. Wij hebben vooruitgeblikt op de behandeling van de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catch, TAC, en quota) die in de Raad van december onder Ests voorzitterschap zal plaatsvinden. Ook keken we vooruit op de komende triloogonderhandelingen met het Europees parlement over het Meerjarenplan Noordzee en over de verordening technische maatregelen. Ik heb daarbij het Nederlandse belang bij de pulsvisserij en alle voordelen van deze duurzame techniek goed onder de aandacht kunnen brengen.

Diversen: Oceanenconferentie (New York, 5-9 juni 2017)

Informatie van de Zweedse delegatie

De Zweedse delegatie informeerde de Raad over de VN-conferentie die op initiatief van Zweden en Fiji in juni plaatsvindt (ST 8362/17). Zweden was blij dat veel lidstaten betrokken zijn bij de conferentie en hoopt dat dat zo blijft. Verder hoopt het dat de resultaten bijdragen aan een tweede conferentie over oceanen die in oktober van dit jaar plaatsvindt. Diverse lidstaten spraken hun steun uit voor de conferentie in juni.

Commissaris Vella stelde dat de Europese Commissie nauw betrokken was bij de voorbereiding van de conferentie. Hij hoopt op een ambitieuze uitkomst.

Diversen: Malta MedFish4Ever-Ministerverklaring

Informatie van de Europese Commissie en het Voorzitterschap

Het Maltees Voorzitterschap gaf een toelichting op de verklaring die de visserijministers van 14 landen rond de Middellandse Zee op 30 maart jl. op Malta ondertekenden (ST 7904/17, ST 8507/17). De verklaring bevat een aantal concrete maatregelen om de visstand in de Middellandse Zee beter te beschermen. Diverse lidstaten rond de Middellandse Zee waren positief over de verklaring. Zij spraken de verwachting uit dat de verklaring een goede basis vormt voor verdere regionale samenwerking.

Ook Commissaris Vella was positief over de verklaring. Hij sprak van een precaire situatie van de visstand in de Middellandse Zee, en stelde dat nu op alle niveaus nauw moet worden samengewerkt. Hij vond het verder zaak om actief derde landen te betrekken en concrete acties te nemen, onder meer via betere dataverzameling en controles. De verklaring is volgens hem realistisch en ambitieus. Tunesië zal over twee jaar een ministeriële conferentie organiseren om de voortgang te evalueren.

Diversen: Afrikaanse varkenspest

Informatie van de Europese Commissie, op verzoek van de Poolse delegatie

Polen had de Europese Commissie verzocht om meer informatie over de situatie en bestrijding van Afrikaanse varkenspest in Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland (ST 8495/17). Verscheidene lidstaten onderstreepten het belang van de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en het belang van samenwerking en uitwisseling van informatie. Zij spraken hun steun uit voor de acties van de Europese Commissie. Op 2 juni vindt in Riga (Letland) een ministeriële conferentie plaats over Afrikaanse varkenspest. Dit is een vervolg op eerdere conferenties in Tallinn en Warschau.

Commissaris Andriukaitis verwelkomde de steun van de lidstaten en stelde dat de verspreiding van de ziekte nog steeds aanleiding tot zorg geeft. De Commissaris schetste de acties van de Europese Commissie, onder meer via de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) en via gerichte projecten om Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland te ondersteunen. Hij riep de lidstaten op om prioriteit te blijven geven aan de bestrijding van de Afrikaanse varkenspest.

Verlenging aanvraagperiode voor GLB-betalingen 2017

Omdat enkele lidstaten problemen hebben met hun informatiesystemen, heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan dat alle lidstaten de mogelijkheid geeft om de aanvraagperiode voor GLB-betalingen te verlengen van 15 mei naar uiterlijk 15 juni 2017. Alle lidstaten hebben op 3 mei 2017 ingestemd met dit voorstel. Daarmee is 2017 het derde achtereenvolgende jaar dat de mogelijkheid tot verlenging van de aanvraagperiode wordt geboden. Verlenging van de aanvraagperiode kan gevolgen hebben voor de uitbetalingstermijn. Evenals in 2016 wil ik ook in 2017 inzetten op het zo vroeg mogelijk uitbetalen van de GLB-betalingen. Daarom zal ik ook in 2017 geen gebruik maken van de mogelijkheid tot verlenging van de aanvraagperiode.

Openbaarmaking begunstigden GLB

RVO.nl heeft recent conform Verordening (EU) 908/2014 de GLB-subsidiegegevens over 2016 gepubliceerd op de website https://mijn.rvo.nl/openbaarmaking-europese-subsidiegegevens. Zoals ik heb toegezegd aan de Tweede Kamer (kamerstuk 28 625 Nr. 237, 30 juni 2016) zullen dit jaar voor het eerst ook de controlegegevens geaggregeerd op regelingsniveau worden gepubliceerd. Over de wijze van publicatie van de subsidiegegevens heeft de Tweede Kamer 24 november jl. een motie aangenomen van het lid Koşer Kaya (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 93).

In mijn reactie op deze motie heb ik aangegeven de motie te zien als ondersteuning van mijn beleid. Transparantie over het gevoerde beleid is voor mij een belangrijk uitgangspunt. Alle evaluatierapporten over het GLB zijn openbaar en dat geldt ook voor de evaluatierapporten van de Rekenkamer. Op verzoek van de Tweede Kamer ben ik nagegaan of de GLB-subsidiegegevens dusdanig kunnen worden gepubliceerd dat ze herbruikbaar zijn. Ik ben tot de slotsom gekomen dat dit om redenen van privacy niet is toegestaan. Wanneer gegevens op een herbruikbare manier worden verstrekt, kunnen deze ook worden gebruikt voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke doel van de bekendmaking. In het geval van persoonsgegevens is dat niet toegestaan. Artikel 9 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) bepaalt namelijk dat persoonsgegevens niet verder mogen worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. Bij de GLB-subsidiegegevens gaat het om ontvangsten per begunstigde en dus om persoonsgegevens.

Verstrekking van deze gegevens op een herbruikbare wijze zou in strijd zijn met artikel 9 van de Wbp. Er is daarom bewust voor gekozen om de subsidiegegevens via een zoekfunctie op de website beschikbaar te maken en af te zien van openbaarmaking van een herbruikbaar totaalbestand. Ik beschouw hiermee de motie als afgehandeld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven