21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 764 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2024

Op 9 en 10 oktober aanstaande vindt de Informele Raad WSB plaats te Boedapest.

Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 9–10 oktober 2024

In deze Geannoteerde Agenda treft u aan:

  • Informatie over de Informele Raad WSBVC van 9–10 oktober 2024

Informatie over de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 9–10 oktober 2024

In het nu volgende informeer ik u over de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 9–10 oktober. De Informele Raad vindt plaats in Boedapest. Ik heb uw Kamer op 17 september jl. geïnformeerd dat ik niet zal deelnemen aan de bijeenkomst, gelet op de relatief lichte agenda, alsmede de verwachting dat slechts een beperkt aantal Ministers afreist1. Nederland zal op ambtelijk niveau worden vertegenwoordigd.

Agendapunt: het aanpakken van het tekort aan arbeidskrachten en het activeren van onbenut arbeidspotentieel in de Europese Unie

Doel Raadsbehandeling

Het Hongaars Voorzitterschap beoogt een beleidsdebat te houden over het aanpakken van tekorten aan arbeidskrachten en het activeren van onbenut arbeidspotentieel in de Europese Unie.

Inhoud/achtergrond

Een discussiedocument ten behoeve van het beleidsdebat is ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar. Het ligt in de lijn der verwachting dat het Hongaars Voorzitterschap aspecten uitlicht uit de concept-Raadsconclusies over dit onderwerp waar momenteel in ambtelijke Raadswerkgroepen over gesproken wordt. Dit document verzamelt aandachtspunten die lidstaten kunnen ondersteunen bij het opzetten van beleid dat bijdraagt aan het aanpakken van tekorten aan arbeidskrachten en het activeren van onbenut arbeidspotentieel.

Inzet Nederland

Het kabinet heeft diens inzet op dit onderwerp in het Regeerprogramma uiteengezet. Nederland zal de kern van deze inzet overbrengen. Daarbij zal Nederland duidelijk maken dat als gevolg van de arbeidsmarktkrapte, de kwaliteit en toegankelijkheid van publieke en private diensten onder druk staan, wat de uitvoering van maatschappelijke opgaven flink bemoeilijkt. De impact kan bovendien regionaal verschillen. De verwachting is dat schaarste aan arbeid niet alleen nu, maar ook in de toekomst een belangrijke uitdaging zal vormen.

De hardnekkige krapte laat zien dat er grenzen zijn aan wat we in Nederland kunnen doen en maken. Niet alles kan, en zeker niet tegelijkertijd. Nederland zal verwijzen naar de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, die concludeert dat er keuzes gemaakt moeten worden. Zonder deze keuzes komt zowel onze economische als onze brede welvaart in het gedrang. De economische groei zal stagneren of zelfs afnemen, essentiële publieke voorzieningen zullen verder onder druk komen te staan en er zal onvoldoende talent beschikbaar zijn voor bedrijven.

De keuze die Nederland maakt is om onze economie en arbeidsmarkt te moderniseren, zodat we als maatschappij wendbaar zijn en blijven. We willen daarom toewerken naar een sociale, hoogwaardige en innovatieve economie. Vanzelfsprekend kan de overheid dit niet alleen. Het kabinet wil in nauw contact met de samenleving tot een aanpak komen. Het zet hierop in langs vijf lijnen: kiezen voor kwaliteit van werk, versterken van de economie, het verhogen van de productiviteit, het vergroten van duurzame arbeidsmarktparticipatie en het verbeteren van de match tussen werkzoekenden en werkgevers. Deze inzet werkt het kabinet uit in een brede arbeidsmarktagenda. Het kabinet wil hierover het gesprek met sectoren, sociale partners en andere betrokken aangaan, en organiseert daartoe onder andere een top over arbeidsmarktkrapte.

Afhankelijk van de nog te publiceren stukken zal Nederland haar inbreng in het beleidsdebat langs bovenstaande lijnen vormgeven.

De verwachting is dat de meeste lidstaten onderschrijven dat beleid nodig is om de tekorten aan arbeidskrachten aan te pakken en dat het onbenut arbeidsmarktpotentieel moet worden geactiveerd. Het is immers een EU-breed probleem.

De verschillen in aanpak zullen naar verwachting liggen in de maatregelen die als meest effectief worden geacht binnen de specifieke nationale context van de verschillende lidstaten.

Agendapunt: sociale inclusie van personen met een beperking en veranderde arbeidscapaciteiten

Doel Raadsbehandeling

Het Hongaars Voorzitterschap heeft een gedachtewisseling georganiseerd over de sociale inclusie van personen met een beperking en veranderde arbeidscapaciteiten.

Inhoud/achtergrond

Het Voorzitterschap beoogt een gedachtewisseling te voeren over de sociale inclusie van personen met een beperking en veranderde arbeidscapaciteiten. Het Voorzitterschap heeft aangegeven een bijzondere focus te willen leggen op nationale ervaringen, goede praktijken op het gebied van revalidatie, redelijke aanpassing van de werkomgeving en de praktische uitvoering daarvan, met name met het oog op het verbeteren van de werkgelegenheid op de arbeidsmarkt. Op het moment van verzending van deze Geannoteerde Agenda zijn er nog geen achtergrondstukken beschikbaar.

Inzet Nederland

Nederland heeft zich verbonden aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Nederland heeft al veel maatregelen op het gebied van werk en inkomen getroffen. In 2023 heeft het kabinet samen met vele partners gewerkt aan de totstandkoming van een meerjarige nationale strategie vanuit de ambities van het VN-verdrag, welke op 9 februari jl. met de Kamer is gedeeld.2 Bij de nationale strategie is ook een inventarisatie geleverd van op dat moment al lopend beleid.

Hierbij kan gedacht worden aan de Banenafspraak om extra banen te creëren, het Breed Offensief om drempels op de arbeidsmarkt weg te nemen, Simpel Switchen om de overgangen tussen uitkering en (betaald) werk (en vice versa) te versoepelen en het Sociaal Innovatiefonds om inclusief werkgeverschap te stimuleren. De nationale strategie bevat doelstellingen voor 2040. Nederland werkt momenteel aan een werkagenda met verschillende relevante nieuwe maatregelen en initiatieven die aansluiten bij het onderwerp van het beleidsdebat.

Daarnaast heeft het kabinet in Europees verband de Europese strategie voor rechten van personen met een handicap 2021–2030 verwelkomd.3 Het kabinet onderschrijft de doelstelling (wegnemen van drempels en barrières) en beoogde effecten (zoals toename van de participatie) die de Commissie met deze strategie nastreeft. Deze doelstelling en beoogde effecten sluiten aan bij de Nederlandse wet- en regelgeving en het Nederlandse beleid, waarin het bevorderen van inclusie en maatschappelijke participatie van mensen met een beperking centraal staat. Bewustwording creëren in de samenleving en betrokkenheid organiseren van mensen met een beperking zelf, zijn hierbij belangrijke uitgangspunten.

Afhankelijk van de nog te publiceren stukken zal Nederland haar inbreng in het beleidsdebat langs bovenstaande lijnen vormgeven.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-31, nr. 763.

X Noot
2

Kamerstuk 24 170, nr. 309.

X Noot
3

Kamerstuk 22 112, nr. 3087.

Naar boven