21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 742 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2024

Hierbij zend ik uw Kamer het verslag van de Informele Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) van 27 februari 2024 in Brussel voor het onderdeel «sociaal beleid».

Op de agenda van deze Informele Raad stonden: 1) een reflectie op de vooruitgang van het beleid inzake gendergelijkheid in de Europese Unie (EU) in de afgelopen vijf jaar en; 2) een vooruitblik op kwesties binnen dit beleidsdomein die aandacht behoeven op de Europese agenda tot 2030. Ik heb als coördinerend Minister van Emancipatie deelgenomen aan deze bijeenkomst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Algemeen

De informele EPSCO-raad van 27 februari werd georganiseerd door het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU. Het bracht Ministers van Gelijkheid uit EU-lidstaten en vertegenwoordigers van relevante EU-instellingen en organisaties samen. Tijdens de bijeenkomst werd teruggeblikt op de vooruitgang en werd vooruitgeblikt op wat nodig is om gendergelijkheid te realiseren. Binnen deze twee onderdelen ging de discussie over zowel institutionele elementen als inhoudelijke beleidsterreinen.

Versterking van institutionele mechanismen voor gendergelijkheid en gendermainstreaming binnen de EU

Tijdens het eerste onderdeel blikte de Raad terug op de huidige Commissieperiode onder Commissie-Von der Leyen en de resultaten die zijn behaald op het gebied van gendergelijkheid. Ook werd, vooruitkijkend, besproken hoe institutionele structuren en procedures voor gendergelijkheidsbeleid versterkt kunnen worden.

Nederland sprak over de belangrijke rol die de eerste Commissaris voor gelijkheid in de huidige Commissie heeft gespeeld. Ook noemde Nederland het belang van de gendergelijkheidsstrategie en de lhbtiq gelijkheidsstrategie ten behoeve van het bereiken van gelijkheid in Europa. Nederland pleitte daarom voor het behoud van deze post met een specifieke portefeuille voor gendergelijkheid binnen de nieuwe Commissie en voor het opstellen van nieuwe strategieën, aangezien deze in 2025 aflopen. Tot slot benadrukte Nederland het belang van gendermainstreamen bij het vormgeven van haar beleid en wetgeving.

Veel andere lidstaten benadrukten ook het belang van de Commissaris voor Gelijkheid en de gendergelijkheidsstrategie. Lidstaten steunden versterking van politiek leiderschap op hoog niveau binnen de Europese Commissie op dit beleidsterrein, de voortzetting van een Commissaris met portefeuille (gender)gelijkheid, een nieuwe ambitieuze gendergelijkheidsstrategie na 2025 en verdere gendermainstreaming van het EU-beleid. Ook riepen lidstaten op om een genderdimensie op te nemen bij het opstellen van begrotingen op nationaal en Europees niveau (genderbudgettering).

De lidstaten spraken daarnaast steun uit voor meer zichtbaarheid van gendergelijkheidsbeleid in de Raad. Het Belgisch voorzitterschap zal een discussie organiseren over het toevoegen van «Gelijkheid» aan de naam van de EPSCO-Raad. Deze discussie zal plaatsvinden tijdens de Raad op 7 mei 2024 die in het teken staat van gelijkheid.

Aandacht voor gendergerelateerd geweld en gendergelijkheid binnen klimaat, digitale technologieën en gezondheid

Tijdens het tweede onderdeel blikte de Raad thematisch vooruit en besprak welke onderwerpen in de toekomst aandacht behoeven. Specifiek werd besproken hoe we gendergelijkheid centraal kunnen stellen in de groene en digitale transitie.

Ministers wezen erop dat er, hoewel er veel is bereikt, nog veel werk te verzetten is. Nederland noemde als prioriteiten het bestrijden van gendergerelateerd geweld, het vergroten van het aantal vrouwen in STEM1-sectoren en het bevorderen van financiële onafhankelijkheid voor vrouwen. Daarbij is het belangrijk om mannen en jongens te betrekken en om aandacht te hebben voor de invloed van gender stereotypen.

Ook andere lidstaten benadrukten dat we moeten blijven werken aan de bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld, waaronder cybergeweld. Daarnaast is er nog steeds genderongelijkheid op het gebied van werkgelegenheid, salaris, pensioen en de verdeling van onbetaalde zorgtaken. Lidstaten pleitten binnen het kader van de Europese Pijler voor Sociale Rechten voor het elimineren van deze ongelijkheid.

Verder vroegen lidstaten om gendermainstreaming op relevante beleidsterreinen, zoals digitaal, klimaat- of gezondheidsbeleid. Vrouwen en mannen in al hun diversiteit kunnen verschillende gevolgen ervaren van klimaatverandering, stijgende energieprijzen en maatregelen om de uitstoot van CO2 te verminderen. Sommige lidstaten willen daarom meer aandacht voor de gendercomponent in de groene transitie.

Digitale technologieën veranderen onze samenleving en het leven van burgers snel. De Raad besprak het risico dat technologieën bestaande patronen die leiden tot gender- en andere intersectionele ongelijkheden in stand houden of verergeren.

Op het gebied van gezondheid zien lidstaten dat mannen en vrouwen niet altijd gelijke toegang hebben tot zorg, informatie en diensten. Zij zien het risico op discriminerende effecten van gezondheidsbeleid en een gendergerelateerde impact bij vragen over lichamelijke autonomie. Lidstaten pleiten daarom voor meer aandacht en sensitiviteit voor gender binnen gezondheidsbeleid.

De President van de Europese Vrouwenlobby voegde zich op uitnodiging van het Belgische EU voorzitterschap bij de discussie door de bijdrage van vrouwenorganisaties en het bredere Europese maatschappelijke middenveld te noemen. Zij riep tevens op tot meer erkenning en middelen voor het maatschappelijk middenveld in het Europese besluitvormingsproces.

Het Belgisch voorzitterschap sloot af met een pleidooi voor samenwerking. Alleen samen kunnen we de uitdagingen aanpakken en de Europese ambities op het gebied van gendergelijkheid bereiken.


X Noot
1

STEM: Science, Technology, Engineering and Mathematics.

Naar boven