Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid, van 10 december 2019.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
VERSLAG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 10 DECEMBER 2019
Toekomstig gendergelijkheid beleid en gender mainstreaming in de EU
Tijdens het beleidsdebat werd duidelijk dat er brede steun is voor een nieuwe EU-strategie
over gendergelijkheid. Meerdere lidstaten brachten op dat stereotypering moet worden
teruggebracht, discriminatie moet worden bestreden, de genderloonkloof moet worden
tegengegaan en dat geweld tegen vrouwen op digitale media moet worden aangepakt. Daarnaast
benadrukten verschillende lidstaten dat het belang van gendergelijkheid gereflecteerd
zou moeten worden in het nieuwe Meerjarig Financieel Kader.
Nederland heeft aangegeven dat economische onafhankelijkheid van vrouwen de basis
vormt voor gendergelijkheid. Nederland zou graag een intersectionele benadering zien
in toekomstige EU-strategieën en beleidsprocessen. Ten slotte heeft Nederland aangegeven
dat de Tweede Kamer recentelijk heeft ingestemd met een motie die oproept tot een
vrouwenquotum in Raden van Commissarissen van beursgenoteerde bedrijven.
Raadsconclusies over gendergelijkheid
De Raadsconclusies over gendergelijkheid zijn aangenomen.
Raadsconclusies over een nieuw strategisch EU-raamwerk voor gezond en veilig werken
De Raadsconclusies over een nieuw strategisch EU-raamwerk voor gezond en veilig werken
zijn aangenomen.
Toekomst van het EU sociaal acquis in relatie tot werkgelegenheid en industriële relaties
Tijdens het beleidsdebat werden verschillende onderwerpen aangestipt. Een aantal thema’s
kwam meermaals terug. Er bestond brede overeenstemming dat het Europese wetgevende
kader efficiënt moet inspelen op nieuwe vormen van werk en de relatie met arbeidsomstandigheden.
Speciale aandacht was er voor het verbeteren van de omstandigheden voor platformwerkers.
Door sommige lidstaten werd opgemerkt dat iedereen toegang moet hebben tot sociale
zekerheid. Meerdere lidstaten verwelkomden het aangekondigde Commissievoorstel voor
een (raamwerk voor een) Europees minimumloon. Enkele lidstaten gaven aan dat rekening
moet worden gehouden met de bevoegdheidsverdeling tussen lidstaten en de Unie en de
rol van sociale partners. Verder werd meermaals het belang benadrukt van het afronden
van in gang gezette EU-initiatieven en de handhaving van bestaande regelgeving.
Nederland heeft aangegeven dat de nieuwe Commissie en lidstaten moeten voortbouwen
op recente inspanningen van de Unie om eerlijke arbeidsmobiliteit en eerlijke arbeidvoorwaarden
te bevorderen. O.a. de Europese Arbeidsautoriteit kan hierbij een rol spelen. Daarnaast
heeft Nederland aangegeven dat de Commissie zou moeten zoeken naar synergiën met andere
organisaties, zoals de VN, de IAO en de OESO, als het gaat over de toekomst van werk.
Ten slotte heeft Nederland, in lijn met de Kamerbrief over de toekomst van de sociale
dimensie1, benoemd dat EU-wetgeving op sociaal terrein rekening moet worden gehouden met nationale
omstandigheden.
Raadsconclusies inclusieve arbeidsmarkten
De Raadsconclusies over inclusieve arbeidsmarkten zijn aangenomen.
Evaluatie door het werkgelegenheidscomité van de implementatie van de jongerengarantie
De kernboodschappen van het werkgelegenheidscomité over de implementatie van de jongerengarantie
zijn aangenomen.
Coördinatieverordening sociale zekerheid 883/2004
Coördinatieverordening sociale zekerheid 883/2004 stond als AOB punt op de agenda.
Het voorzitterschap heeft de stand van zaken van de onderhandelingen toegelicht. In
reactie hierop gaf de nieuwe Eurocommissaris Schmit aan dat de nog voor december geplande
triloog op aangeven van het EP niet doorgaat. Dit betekent dat het nieuwe Kroatische
voorzitterschap dit dossier verder zal oppakken. Nederland heeft kenbaar gemaakt graag
te zien dat de reikwijdte van het mandaat, op basis waarvan nu onderhandeld wordt,
wordt verbreed. Daarbij heeft Nederland aangegeven dat een bredere reikwijdte de mogelijkheden
vergroot om een breder gedragen compromis te vinden. De interventie werd gesteund
door Denemarken, Duitsland en Luxemburg.