Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2018
Op 16 oktober jl. informeerde ik u voor het laatst over de voortgang van de onderhandelingen
inzake de Toegankelijkheidsakte.1
2 Met deze brief informeer ik u over huidige stand van zaken.
Principeakkoord
Ik kan u mededelen dat op 8 november jl. een principeakkoord is bereikt over dit Richtlijnvoorstel
in het overleg tussen de Commissie, het Europees Parlement (EP) en de Raad van Ministers
(triloog) dat dit voorjaar is gestart.
Het voorzitterschap van de Raad hanteerde daarbij als onderhandelingsmandaat de in
december 2017 bereikte algemene oriëntatie. De onderhandelingen hebben ertoe geleid
dat de reikwijdte van het voorstel ten opzichte van de algemene oriëntatie op enkele
onderwerpen is aangepast. Zo zijn zelfbedieningsautomaten bij stedelijk personenvervoer
onder de werking van de richtlijn gebracht en is een mogelijkheid opgenomen tot uitzondering
van de regels voor alle microbedrijven.
Het richtlijnvoorstel
Het voorstel beoogt binnen Europa de toegankelijkheid tot specifieke producten en
diensten te vergroten voor mensen met een beperking. Daartoe worden geharmoniseerde
eisen gesteld aan het op de markt brengen van producten en het verlenen van diensten.
De normen richten zich op fabrikanten, importeurs, distributeurs en dienstverleners.
Harmonisatie van deze normen voor toegankelijkheid moet leiden tot een beter functioneren
van de interne markt, zo
is de achterliggende gedachte. Het gaat onder andere om pc's, betaal- en check-in
(kaartjes)automaten, e-books en e-readers, bepaalde transportdiensten, telefonie en
e-commerce.
Tijdens de onderhandelingen heeft Nederland ervoor gepleit om de aanbesteding van
deze producten en diensten buiten de reikwijdte van de richtlijn te laten. Echter,
het overgrote deel van de lidstaten had daar geen bezwaar tegen zodat dit onderwerp
nu dus onder de werking van de richtlijn valt.
Ik ben, al met al, verheugd dat het de lidstaten in overleg met het Europees Parlement
is gelukt om tot een principeakkoord te komen ten behoeve van een meer volwaardige
deelname aan de samenleving voor mensen met een beperking.
Het akkoord draagt hopelijk bij aan betere toegankelijkheid in de hele EU van een
aantal, voor het dagelijks leven belangrijke, producten en diensten. De te verwachten
kosten en opbrengsten zullen tijdens en na implementatie inzichtelijk worden.
Follow up
Na formele bekrachtiging van het principeakkoord door de Europese Raad en het Europees
Parlement en de daaropvolgende vaststelling van de richtlijn door de Europese Raad,
kan het voorstel in werking treden. Drie jaar na inwerkingtreding moet de regelgeving
zijn aangepast; er geldt een overgangstermijn van vijf jaar voor aanbieders van diensten.
De komende maanden zullen de inhoudelijk betrokken departementen inventariseren hoe
deze regelgeving in Nederland kan worden geïmplementeerd en hoe daarop zal worden
toegezien.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge