21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2016

Op 19 en 20 april aanstaande vindt de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, in Amsterdam plaats.

Er zal een informeel debat plaatsvinden over arbeidsmobiliteit en detacheringen. Daarnaast zal er informeel van gedachten gewisseld worden over de Sociale Pijler en het Platform tegen Zwartwerk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 19–20 april 2016 te Amsterdam

Arbeidsmobiliteit en detacheringen

De eerste dag van de Informele Raad zal in het teken staan van een informeel, politiek debat over arbeidsmobiliteit en detacheringen binnen de EU.

De Europese Commissie heeft een gerichte herziening van de detacheringsrichtlijn voorgesteld op 8 maart jl. Het voorstel is er op gericht het vrij verkeer van diensten te bevorderen door onduidelijkheid over de toepasselijke arbeidsvoorwaarden weg te nemen, een gelijk speelveld te creëren en oneigenlijke verdringing van binnenlands arbeidsaanbod tegen te gaan.

De Commissie vindt dat de oorspronkelijke detacheringsrichtlijn uit 1996 niet meer volledig recht doet aan de huidige realiteit. Opeen competitieve interne markt moet volgens de Commissie voornamelijk geconcurreerd worden op basis vande kwaliteitvan dienstverlening, productiviteit en innovatie. Door concurrentie op loonkosten te beperken, wil de Commissie dit bevorderen.

Het kabinet heeft het voorstel als positief beoordeeld. Uw Kamer is eerder over het kabinetsstandpunt middels een BNC-fiche geïnformeerd. Het kabinet is voorstander van een diepere en eerlijker interne markt. Nederland heeft zijn welvaart voor een groot deel te danken aan de open economie die sterk internationaal georiënteerd is. Nederland ziet arbeidsmobiliteit binnen Europa als een essentieel onderdeel van de Europese integratie en vindt het daarom van belang dat dit in goede banen wordt geleid. Het kabinet ondersteunt over het algemeen de initiatieven binnen Europa die tot doel hebben oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden te bestrijden en een gelijk speelveld voor bedrijven te bevorderen. Dit voorstel wordt als een gewenste aanvulling op het bestaande regelgevende kader beschouwd.

Sociale Pijler

De tweede dag start met een sessie over de Sociale Pijler. Na een plenaire introductie en een presentatie van de Europese Commissie, zal er in drie verschillende workshops gesproken worden over de Sociale Pijler. De thema’s van de workshops corresponderen met de drie overkoepelende thema’s uit de eerste opzet van de Sociale Pijler van de Commissie.

Op 8 maart jl. heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over de oprichting van een «Europese Pijler van Sociale Rechten» (Sociale Pijler). Dit initiatief vormt onderdeel van de bredere ambitie van de Commissie om te komen tot een «diepere en eerlijkere» Economische en Monetaire Unie (EMU). De Sociale Pijler is daarom in eerste instantie gericht op de eurozone, maar niet-eurozone lidstaten kunnen zich er wel bij aansluiten.

De Sociale Pijler zou volgens de Commissie moeten bestaan uit een aantal fundamentele principes, die bijdragen aan goed functionerende en eerlijke arbeidsmarkten en sociale zekerheidsstelsels binnen de eurozone. Het doel hiervan is het creëren van een referentiekader dat inzicht geeft in de prestaties van lidstaten op werkgelegenheid en sociaal terrein, hervormingen op nationaal niveau kan stimuleren en kan dienen als een leidraad voor opwaartse convergentie op sociaal terrein binnen de eurozone.

Als bijlage bij de mededeling, heeft de Commissie een eerste opzet van de Sociale Pijler geformuleerd. Deze opzet is gestructureerd aan de hand van drie overkoepelende thema’s; gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt; rechtvaardige arbeidsomstandigheden en adequate en duurzame sociale bescherming.

De mededeling vormt de start van een breed consultatieproces over de Sociale Pijler. De Commissie wil o.a. nationale, regionale en lokale overheden, sociale partners en het maatschappelijk middenveld consulteren.

Nederland zal de presentatie van de Commissie aanhoren. De Informele Raad biedt een goede gelegenheid voor vragen aan de Commissie en het adresseren van onduidelijkheden. De uitkomsten van de uitwisseling tijdens de Informele Raad zullen mede als input gebruikt worden bij het formuleren van de Nederlandse reactie op de consultatie. Het kabinet zal de Nederlandse reactie op de consultatie aan uw Kamer aanbieden conform uw verzoek van 17 maart jl.1

Platform tegen Zwartwerk

Tijdens de tweede dag zal er ook plenair van gedachten gewisseld worden over het Europees platform voor de intensivering van de samenwerking bij het voorkomen en tegengaan van zwartwerk. Specifiek zal er gesproken worden over de werkwijze van het op 9 maart jl. ingestelde Platform tegen zwartwerk.

Het platform bevindt zich nu in de implementatiefase. In mei zal een eerste bijeenkomst van het platform plaatsvinden. In deze bijeenkomst zullen stappen worden gezet naar een verdere uitwerking van de taken van het platform en het opstellen van een werkprogramma.

De Informele Raad biedt en goede gelegenheid om de ministers te polsen over hun verwachtingen van, en hun voornemens ten aanzien van, het platform. De deelnemende ministers wordt gevraagd zich uit te spreken over wat in hun ogen de prioriteiten van het platform zouden kunnen zijn. Op deze manier kan het werkprogramma van het platform snel vormgegeven worden en kan het platform snel operationeel worden.

Nederland streeft naar een snelle en ambitieuze inrichting van het platform, opdat een betere samenwerking kan worden bevorderd tussen de handhavinginstanties in Europa, waardoor misbruik en zwartwerk beter kunnen worden tegengegaan.


X Noot
1

Brief van 17 maart 2016.

Naar boven