21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 393 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2016

Op 7 maart aanstaande vindt de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, in Brussel plaats.

Het belangrijkste onderwerp is een debat over het Europees Semester. Ook is een debat over de vaardighedenstrategie voorzien. Naar verwachting zullen de lidstaten verder komen tot een algemene oriëntatie betreffende de werkgelegenheidsrichtsnoeren. Daarnaast zijn er Raadsconclusies voorzien over «de reactie op de strategische inzet van de Commissie voor gendergelijkheid en lijst met acties om LGTBI-gelijkheid te bevorderen». Ook is een presentatie van de Commissie over het Arbeidsmobiliteitspakket voorzien.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 7 maart 2016

Agendapunt: Agentschappen

Aard van de bespreking:

Mogelijke presentatie van de Commissie (document: nnb)

Voorstel en toelichting

Mogelijk zal de Commissie wijzigingsvoorstellen presenteren voor de verordeningen die toezien op de drie agentschappen op sociaal terrein. De wijzigingen zouden betrekkingen hebben op Eurofound ((EEC) No 1365/75 on the creation of a European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions), EU-OSHA (No 2062/94 establishing a European Agency for Safety and Health at Work) en Cedefop ((EEC) No 337/75 establishing a European Centre for the Development of Vocational Training).

De Commissie moet de voorstellen nog uitbrengen.

Agendapunt: Europees Semester

Aard van de bespreking:

  • Aanname raadsconclusies AGS (document: ST 8933/16)

  • Aanname gezamenlijk werkgelegenheidsrapport (document: draft Joint Employment Report COM(2015) 700 final)

  • Gedachtewisseling

Voorstel en toelichting

In november 2015 heeft de Europese Commissie haar jaarlijkse groeianalyse (Annual Growth Survey, AGS) gepubliceerd. De AGS vormt het startschot van het Europees Semester, waarin de Europese Commissie vooruitblikt op de grootste uitdagingen voor de Europese economie van het aanstaande jaar. De Commissie stelt dat de prioriteiten die vorig jaar in de AGS gesteld werden (investeringen, structurele hervormingen en verantwoordelijk begrotingsbeleid) nog steeds geldig zijn.

Als bijlage bij het AGS heeft de Commissie het jaarlijkse gezamenlijk werkgelegenheidsrapport (Joint Employment Report, JER) gepubliceerd, waarin de belangrijkste beleidsprioriteiten op werkgelegenheidsgebied uit de AGS worden onderbouwd en uitgewerkt. Tevens bevat de JER het scorebord met indicatoren op werkgelegenheids- en sociaal terrein.

Aanname gezamenlijk werkgelegenheidsrapport

De Commissie geeft in het werkgelegenheidsrapport aan dat de situatie op de arbeidsmarkt weliswaar verbetering laat zien, maar dat dit langzaam gaat. Zo is de werkgelegenheid aan het toenemen en de werkloosheid aan het afnemen, al blijft deze relatief hoog in vergelijking met niveaus van vóór de crisis. Met name de re-integratie van langdurig werklozen blijft een uitdaging. In het sociale domein constateert de Commissie dat de verschillen tussen lidstaten op het gebied van armoede en sociale exclusie aan het toenemen zijn. De Commissie wil dit aanpakken door, op basis van best practices, gemeenschappelijke benchmarks op te stellen om opwaartse convergentie aan te moedigen. Ten aanzien van hervormingsinspanningen waarschuwt de Commissie voor stilstand. De Commissie spoort lidstaten aan om goed werkende, dynamische en inclusieve arbeidsmarkten te blijven ondersteunen. Het werkgelegenheidsrapport verwijst ook naar de grote uitdagingen in relatie met de grote toestroom van vluchtelingen. Op de (middel-) lange termijn is een goede toegang van vluchtelingen tot de arbeidsmarkt cruciaal. De Commissie bepleit dat asielzoekers binnen 9 maanden na hun asielaanvraag op de arbeidsmarkt terecht zouden moeten kunnen.

Het scorebord laat voor Nederland relatief gunstige uitkomsten zien. Zo hoort Nederland bij de «best performers» op het lage risico op armoede en ongelijkheid. Ook op het gebied van (jeugd) werkloosheid bestrijden en niet-actieve jongeren (NEET’s) activeren scoort Nederland goed. Enkel op het gebied van bruto beschikbaar (huishoud) inkomen scoort Nederland gemiddeld.

Aanname raadsconclusies AGS en JER

In de Raadsconclusies over de AGS en JER wordt de focus van de AGS op de drie beleidsprioriteiten (investeringen, structurele hervormingen en verantwoord begrotingsbeleid) ondersteund. Het feit dat er in de AGS meer aandacht is voor werkgelegenheid en sociale issues dan eerdere jaren, wordt verwelkomd. De volgende aandachtspunten op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid worden onder andere benoemd:

  • Het bevorderen van goed functionerende, dynamische and inclusieve arbeidsmarkten. Hervormingen zouden gericht moeten zijn op baancreatie en de realisatie van kwaliteitsbanen.

  • Het belang van investeren in mensen. Om armoede en sociale exclusie te voorkomen en actieve inclusie in te arbeidsmarkt te bevorderen, zijn investeringen nodig in o.a. onderwijs en sociale diensten.

  • Het bevorderen van adequate en houdbare sociale zekerheidsstelsels, die gericht zij op sociale inclusie en «social investment».

Gedachtewisseling

Tijdens de Raad is een gedachtewisseling over het Europees Semester voorzien. De drie prioriteiten die de Commissie in de AGS beschrijft, sluiten aan bij de grootste beleidsuitdagingen waar de EU momenteel voor staat. Het kabinet onderschrijft het doel van de Commissie om private investeringen te mobiliseren en te blijven investeren in onderwijs en training. Het kabinet onderschrijft ook het belang van het doorvoeren van structurele hervormingen en deelt de inzet van de Commissie ten aanzien van de effectieve uitvoering van het Europees Semester.

Nederland zal in diverse Raden een thematische discussie over de implementatie van de verkregen landenspecifieke aanbevelingen faciliteren. Doel hiervan is op politiek niveau de «peer pressure» ten aanzien van implementatie van landenspecifieke aanbevelingen te vergroten. Daarnaast is het doel om «best practices» te delen op het gebied van succesvolle implementatie van landenspecifieke aanbevelingen. Voor deze Raad WSBVC is gekozen voor een discussie rondom het thema «arbeidsmarktsegmentatie en contractuele arrangementen». Dit thema is geselecteerd in navolging van een gedachtewisseling hierover in het Werkgelegenheidscomité.

Agendapunt: Werkgelegenheidsrichtsnoeren

Aard van de bespreking:

Algemene oriëntatie (document nnb)

Voorstel en toelichting

De werkgelegenheidsrichtsnoeren vormen samen met de economische richtsnoeren de zogenoemde geïntegreerde richtsnoeren. Deze richtsnoeren liggen ten grondslag aan de coördinatie van economisch en werkgelegenheidsbeleid binnen de EU, in het kader van de Europa 2020-strategie, en vormen de basis voor voorstellen van de Europese Commissie voor de landenspecifieke aanbevelingen.

De richtsnoeren hebben betrekking op het stimuleren van de vraag naar arbeid (het scheppen van werkgelegenheid), het stimuleren van het arbeidsaanbod en het kwalificatieniveau (o.a. levenlang leren), het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkten en het stimuleren van sociale inclusie, het bestrijden van armoede en het bevorderen van gelijke kansen (o.a. activerend sociaal beleid).

De richtsnoeren worden jaarlijks vastgesteld. Vorig jaar zijn de richtsnoeren voor het laatst gewijzigd. Het voorstel voor richtsnoeren dat nu voorligt, betreft een ongewijzigde versie ten opzichte van de richtsnoeren van vorig jaar. De vier richtsnoeren voor werkgelegenheidsbeleid sluiten nog steeds samen met de vier richtsnoeren voor economisch beleid aan bij de doelen van de Europa 2020-strategie en de jaarlijkse groeiprioriteiten zoals gepresenteerd in de Annual Growth Survey. De richtsnoeren zijn daarmee in lijn met de grootste beleidsuitdagingen waar de EU momenteel voor staat. Het kabinet benadrukt -net als de Commissie- het belang om de geïntegreerde richtsnoeren zo veel mogelijk in onderlinge samenhang te bezien aangezien deze sterk aan elkaar verwant zijn en elkaar versterken in de doelstelling van het aanjagen van groei en het creëren van werkgelegenheid in de EU. Nederland kan de richtsnoeren ondersteunen.

Agendapunt: Arbeidsmobiliteitspakket

Aard van de bespreking:

Mogelijke presentatie door de Commissie (document nnb)

Voorstel en toelichting

De Commissie zal een voorstel voor een Arbeidsmobiliteitspakket uitbrengen. In haar werkprogramma kondigde de Commissie aan dat dit pakket, naast een mededeling over arbeidsmobiliteit, zal bestaan uit een voorstel voor een gerichte herziening van de detacheringsrichtlijn en een herziening van de regels rondom de coördinatie van sociale zekerheid. De Commissie moet het voorstel nog uitbrengen.

Nederland zet zich in om fatsoenlijk werk voor mobiele werknemers binnen de EU te bevorderen. Sociale dumping, schijnconstructies en valse concurrentie moeten worden bestreden. Werknemers moeten kunnen werken onder goede arbeidsomstandigheden en tegen een eerlijk loon. Het kabinet hecht daarom zeer aan het Arbeidsmobiliteitspakket dat de Commissie binnenkort zal presenteren.

Agendapunt: Vaardighedenstrategie

Aard van de bespreking:

Gedachtewisseling (document nnb)

Voorstel en toelichting

De aangekondigde Europese vaardighedenagenda zal een brede, meerjarige agenda moeten worden die investeringen in de opleiding van burgers in de lidstaten bepleit en oproept hen beter toe te rusten op een veranderende arbeidsmarkt en samenleving. De agenda, die waarschijnlijk medio mei zal verschijnen, zal waarschijnlijk bestaan uit een mededeling met de politieke hoofdlijnen en één of meerdere werkdocumenten. Mogelijk zal de Commissie ook wijzigingsvoorstellen doen voor bestaande skills-gerelateerde instrumenten, zoals het Europees kwalificatiekader EQF en het instrument voor een Europees CV, Europass.

Commissaris Thyssen werkt als eerstverantwoordelijke Commissaris voor deze agenda nauw samen met de Commissaris Navracsics van Onderwijs, Cultuur, Jongeren en Sport. In de OJCS-Raad vindt daarom eenzelfde debat plaats als in de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid.

Met de agendering wordt beoogd om, naast noodzaak van hervormingen en responsiviteit, de Commissie politieke boodschappen mee te geven over aspecten die in het pakket aandacht zouden moeten krijgen. Ministers zijn zo in de gelegenheid in een vroegtijdig stadium hun visie te geven op de door hen gewenste inhoud van de aangekondigde nieuwe Europese vaardighedenagenda en «best practices» uit te delen. Het debat in de Raad sluit aan bij de Nederlandse nationale beleidsontwikkeling over «21ste eeuwse vaardigheden». De Minister van OCW heeft onlangs de OESO gevraagd Nederland te ondersteunen bij het ontwikkelen van een skills strategie. Daartoe is de SER uitgenodigd mee te doen aan het ontwikkelen van een lange termijn skills agenda. Uw Kamer is hierover door de ministers van OCW en SZW geïnformeerd bij de voortgangsrapportage over leven lang leren.1

Agendapunt: EMCO Rapport «Investeren in jeugdwerkgelegenheid: Implementatie van de Jeugdgarantie»

Aard van de bespreking:

Onderschrijven EMCO hoofdboodschappen (document nnb)

Voorstel en toelichting

Tijdens de Raad wordt opgeroepen de hoofdboodschappen van het Werkgelegenheidscomité (EMCO) inzake de Jeugdgarantie te onderschrijven. Dit rapport o.a. is opgesteld op basis van de jaarlijkse monitoring exercitie, waarin per EU lidstaat de voortgang wordt vastgesteld. Het rapport trekt hier tevens lessen uit voor de toekomst van de Jeugdgarantie. Het rapport geeft de voortgang weer over de lidstaten met betrekking tot de implementatie van de Jeugdgarantie. Hieruit blijkt dat de nodige vooruitgang is geboekt en dat de eerste resultaten van geïmplementeerde beleidsmaatregelen positief zijn. Desondanks blijven er een aantal uitdagingen die dienen te worden geadresseerd en blijven de verschillen tussen lidstaten groot. Ten aanzien van Nederland concludeert het rapport dat er goede resultaten zijn geboekt op de bestrijding van jeugdwerkloosheid. De decentrale opzet levert hier een grote bijdrage aan. Wel blijven er uitdagingen bestaan m.b.t. jongeren met een migranten achtergrond.

De aanbeveling voor een jeugdgarantie vraagt de lidstaten ervoor te zorgen dat alle jongeren tot de leeftijd van 25 jaar binnen vier maanden nadat zij het formele onderwijs hebben verlaten of werkloos zijn geworden, een goede baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage krijgen aangeboden. Nederland steunt het doel dat de jeugdgarantie nastreeft. Nederland ziet de jeugdgarantie als inspanningsverplichting die ervoor zorgt dat lidstaten maatregelen nemen om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Nederland handelt grosso modo in lijn met de gedachte achterde jeugdgarantieomdat het jeugdwerkloosheidsbeleid er al op gericht is om jongeren te laten participeren hetzij in een opleiding, stage, leerwerkplek of baan, en veel van de concreet voorgestelde maatregelen in de jeugdgarantie al onderdeel van het Nederlandse beleid zijn.

Agendapunt: Sociale Dialoog

Aard van de bespreking:

Presentatie door het voorzitterschap en de Commissie (document nnb)

Voorstel en toelichting

Het voorzitterschap zal informatie verschaffen over de stand van zaken rond de Europese sociale dialoog. Daarnaast zal de Commissie informatie verschaffen over de aankomende tripartiete sociale top van 16 maart.

De Europese Commissie wil de Europese sociale dialoog versterken en is hiervoor in juli 2015 een consultatietraject gestart. De Commissie spreekt met sociale partners en de huidige en inkomende voorzitterschappen over de sociale dialoog. Dit betreft de rol van de sociale dialoog bij het Europese beleids- en wetgevingsproces, zoals de consultatieprocedures en over de procedures bij Europese sociale sectorplannen.

Op 16 maart 2016 vindt een Tripartiete Sociale Top plaats. De tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid is onderdeel van de sociale dialoog van de EU, het vindt tweemaal per jaar plaats (voor- en najaarsbijeenkomst) voorafgaand aan de Europese Raad. Deelnemers zijn de Commissie, het EU voorzitterschap (huidige en de twee volgende voorzitterschappen) en de sociale partners.

Sociale partners hebben afgelopen periode onderhandeld over een conceptverklaring over de sociale dialoog. Sociale partners hebben middels een brief de Commissie en de Raad gevraagd om een reactie op de conceptverklaring.

Agendapunt: Raasconclusies «de reactie op de strategische inzet van de Commissie voor gendergelijkheid en lijst met actie om LGTBI-gelijkheid te bevorderen».

Aard van de bespreking:

Aanname van raadsconclusies (document: (concept) ST 5842/16)

Voorstel en toelichting

De Commissie heeft tijdens de vorige Raad van 7 december jl. haar «strategische inzet voor gendergelijkheid en lijst met acties om LGTBI-gelijkheid te bevorderen» gepresenteerd. Deze bouwt voort op de strategie van 2010–2015. De strategie heeft de status van een staff working document. De Commissie heeft vijf prioriteitsgebieden geïdentificeerd en hier acties aan verbonden. Het gaat om de volgende prioriteitsgebieden:

  • de economische onafhankelijkheid van mannen en vrouwen vergroten;

  • de loonkloof inkomsten/pensioenen dichten;

  • het vergroten van gelijkheid in besluitvorming;

  • het beëindigen van geweld op basis van gender; en

  • de gendergelijkheid en vrouwenrechten in de wereld promoten.

De LGBTI lijst met acties richt zich op het versterken van de bewustwording in de EU van (bestaande) rechten en daarmee het garanderen van wettelijke bescherming van LHBTI-ers in de Unie. Met de LGBTI lijst met acties wordt tevens een versterking van de juridische bijstand van LHBTI-ers beoogd.

In de Raadsconclusies over beide onderwerpen herhaalt de Raad de oproep aan de Commissie om de status van de strategische inzet naar een officiële Communicatie met de daarbij behorende verplichtingen op te waarderen. Ook wordt verzocht de strategische inzet te koppelen aan de Europa 2020 strategie. Verder worden de Commissie en de lidstaten opgeroepen om de activiteiten genoemd in de strategische inzet en in de LGBTI lijst van acties onverkort uit te voeren, gelijkheid tussen het Europese interne en externe beleid op deze terreinen na te streven en verder alles in het werk te zetten om gendergelijkheid en LGBTI gelijkheid in de Europese Unie en daarbuiten te bevorderen.

Nederland vindt het positief dat de Commissie een strategie uitbrengt die expliciet is gericht op gelijkheid tussen vrouwen en mannen. De Strategie geeft een aantal prioriteiten weer die de Europese Commissie zichzelf stelt. De uitvoering van dit beleid is daarbij een verantwoordelijkheid van de lidstaten. De lidstaten benoemen binnen de nationale kaders hun eigen beleidsaccenten. Nederland acht het van belang dat lidstaten hiertoe de ruimte krijgen.

Agendapunt: Diversen

Aard van de bespreking

Diverse informatiepunten

Voorstel en toelichting

De Raad zal de informatie van het Nederlandse voorzitterschap aanhoren over diverse wetgevende dossiers. Daarnaast zal de Commissie informatie geven over de Sociale Pijler en de stand van zaken omtrent ESF/YEI implementatie. Tenslotte zullen de voorzitters van het Sociaal Beschermingscomité en het Werkgelegenheidscomité informatie geven over de 2016 werkprogramma’s.


X Noot
1

Kamerstuk 30 012, nr. 55.

Naar boven