21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 369 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2015

Hierbij zend ik u geannoteerde agenda voor de informele Gezondheidsraad van 20–21 april te Riga (Letland).

Ik wijs u er tenslotte op dat over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de informele Gezondheidsraad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Geannoteerde agenda informele EU bijeenkomst van Ministers van volksgezondheid van 20–21 april te Riga

Het Letse voorzitterschap heeft er voor gekozen om op de informele bijeenkomst van de Europese Ministers van volksgezondheid van 20–21 april de volgende twee onderwerpen te agenderen: «towards a new framework for the EU alcohol policy» en «the challenges of nutrition policy in the EU».

Towards a new framework for the EU alcohol policy

Het Letse voorzitterschap is voornemens een gedachtewisseling te houden over de manier waarop een nieuw raamwerk voor Europees alcoholbeleid vormgegeven zou kunnen worden. De vorige Europese alcoholstrategie liep van 2006–2012. Op 7 december 2012 deed de Europese Gezondheidsraad een oproep aan de Commissie en de lidstaten om tot een nieuwe alcoholstrategie te komen. Daarnaast drong het Europees parlement op 31 maart jl in een motie aan op een vernieuwing.

Nederland zal, in het kader van subsidiariteit, benadrukken dat alcoholbeleid primair een nationale bevoegdheid is en dient te blijven. Wel kan er een meerwaarde zitten op Europese samenwerking bij grensoverschrijdende aspecten van alcoholbeleid. Voor Nederland is het belangrijk dat een eventuele strategie zich dan ook alleen focust op grensoverschrijdende activiteiten met een duidelijke meerwaarde bij de uitvoering van nationaal beleid. Daarbij kan gedacht worden aan alcoholmarketing waaraan minderjarigen worden blootgesteld (onder meer via sponsoring, internet, sociale media). Daarnaast is Nederland een voorstander van een onderzoek door de Commissie naar de internetverkoop van alcohol en in het bijzonder naar het niet naleven van de alcoholregelgeving (bijvoorbeeld met betrekking tot leeftijdslimieten). Tenslotte kan gedacht worden aan mogelijk verplichte alcoholetikettering – weergave van de ingrediënten – en voedingswaarde van alcoholhoudende dranken- en een eventuele definitie van «alcopops» (zoete alcoholhoudende dranken).

The challenges of nutrition policy in the EU

Het Letse voorzitterschap is daarnaast voornemens een gedachtewisseling te houden over «the challenges of nutrition policy in the EU». De verwachting is dat in de gedachtewisseling thema’s aan bod zullen komen als reductie van de hoeveelheid transvetzuren en (toegevoegde) suikers in levensmiddelen en veilig gebruik van- en transparante risicobeoordeling rond additieven die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd.

Nederland zal deze gelegenheid gebruiken om aan te geven dat Nederland voorstander is van een Europese wettelijke maximumnorm voor het gebruik van transvetzuren1 en om aan te dringen op snelle verschijning van het rapport over transvetzuren dat de Commissie hierover eind 2014 had moeten publiceren. Aangezien de levensmiddelenmarkt grensoverschrijdend is, vindt Nederland het ongewenst dat er op dit moment verschillende wetgeving voor transvetzuren in de individuele lidstaten bestaat. Bovendien is bewezen dat het mogelijk is om industriële transvetzuren uit producten te reduceren tot een niveau waarbij consumenten voldoen aan de voedingsrichtlijnen. Nederland is geen voorstander van verplichte etikettering van transvetgehaltes. Daarmee worden de niet voorverpakte levensmiddelen niet bereikt en voor veel consumenten is deze informatie lastig te interpreteren. Met verschillende lidstaten heeft Nederland dit standpunt ook per brief aan de Europese Commissie laten weten. Het rapport van de Commissie laat echter op zich wachten.

Nederland is voorstander van meer gezamenlijke inzet op productverbetering in de EU, ook op het gebied van calorieën (waar onder andere suikers een rol spelen). Letland wil de wenselijkheid van het uitwerken van een document over suikerreductie bespreken. Het lijkt Nederland goed dit mee te nemen in de discussie over gezamenlijke stappen voor productverbetering in de EU en het werken aan een level playing field op dit terrein.

Met betrekking tot voedseladditieven zal Nederland aangeven dat adviezen van de EFSA (European Food Safety Authority) voor ons in principe het uitgangspunt zijn voor normstelling in de EU en daarmee ook essentieel voor het nationale beleid. Bij risicobeoordelingen die ten grondslag liggen aan normstelling lijkt het ons belangrijk om, waar aanwijzingen zijn dat dit relevant is, rekening te houden met cumulatieve effecten van stoffen.


X Noot
1

Zoals aan uw Kamer gemeld in Kamerstuk 32 793, nr. 12.

Naar boven