21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 334 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2014

Op 29 en 30 april aanstaande vindt de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, in Athene plaats. Ter voorbereiding van de Informele Raad vindt een Algemeen Overleg plaats op 23 april.

Tijdens deze Informele Raad onder Grieks voorzitterschap vinden twee parallelle workshops plaats en een plenaire bijeenkomst. Tijdens de workshops wordt een oriënterende discussie voorzien over de sociale en arbeidsmarktgerelateerde dimensie van de Europa 2020-strategie. Daarnaast wordt in een plenaire sessie gesproken over het belang van de kwaliteit van arbeid in relatie tot onder andere bestrijding van zwartwerk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Geannoteerde agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 29–30 april 2014

Tijdens deze Informele Raad onder Grieks voorzitterschap vinden twee parallelle workshops plaats en een plenaire bijeenkomst. Tijdens de workshops wordt een oriënterende discussie voorzien over de sociale en arbeidsmarktgerelateerde dimensie van de Europa 2020-strategie.

De twee parallelle workshops hebben de volgende onderwerpen:

  • 1) Arbeidsmarkthervormingen met het oog op een banenrijk herstel. Hierbij gaat het om bestrijding van langdurige werkloosheid en het verhogen van de arbeidsparticipatie, alsmede om loonvormingsmechanismen en hervormingen van arbeidswetgeving.

  • 2) Economisch herstel en sociaal beleid: de rol van op het minimum gebaseerde uitkeringen.

In de middag zal een plenaire sessie worden gehouden over zwartwerk, onder de titel «Naar kwaliteitsbanen: maatregelen ter voorkoming van zwartwerk».

Agendapunt: workshops over «De sociale en arbeidsmarktgerelateerde dimensie van de Europa 2020-strategie»

Nederland zal deelnemen aan de workshop over arbeidsmarkthervormingen. Op het moment van schrijven is nog geen discussienotitie beschikbaar op basis waarvan de gedachtewisseling zal plaatsvinden. Naar verwachting zal het gesprek onder andere gebaseerd worden op een concept-rapport over arbeidsmarkthervormingen, dat is samengesteld door het EU-Werkgelegenheidscomité.

In dit rapport wordt – vier jaar na de start van de Europa 2020-strategie – de balans opgemaakt voor wat betreft de arbeidsmarkthervormingen in de lidstaten. Dit gebeurt aan de hand van een aantal deelthema’s, waarbij gekeken wordt naar thema’s als het functioneren van arbeidsmarktinstituties en socialezekerheidsstelsels, gender-gelijkheid en de balans werk-privé, de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, loonkosten en loonvorming.

Bij veel thema’s wordt geconstateerd dat lidstaten de nodige hervormingen hebben ondernomen sinds het uitbreken van de crisis. Anderzijds zijn de arbeidsmarktstelsels nog niet volledig gereed voor de toekomst. Het stuk kan derhalve gelezen worden als een aansporing aan alle lidstaten om zich blijvend in te spannen voor een banenrijke groei. In concreto wordt hierbij bijvoorbeeld gewezen op het belang van goed onderwijs dat aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt en van een veerkrachtige arbeidsmarkt met voldoende flexibiliteit. Activerend sociaal beleid en active ageing kan helpen langdurige werkloosheid te voorkomen. Institutioneel moet een arbeidsmarkt mobiliteit van werknemers stimuleren. Voor zover fiscaal beleid hierbij behulpzaam kan zijn, dienen hervormingen plaats te vinden met inachtneming van de herverdelende effecten, aldus het rapport.

Nederland kan zich in grote lijnen vinden in de inhoud van het rapport. De cijfers op het gebied van armoede en werkloosheid zijn EU-breed nog altijd slecht. Dat betekent dat de hervormingen die zijn ingezet of reeds zijn doorgevoerd, nog niet het gewenste effect op de werkgelegenheid hebben gegenereerd. Ook in Nederland is dit het geval. Het is de verwachting van de Europese Commissie dat de werkloosheid de komende jaren langzaam zal dalen. Nederland zal zich tijdens de Informele Raad op het standpunt stellen dat een dergelijk gunstig vooruitzicht er niet toe mag leiden dat nationale beleidsmakers hun hervormingsagenda afzwakken. Juist als straks betere tijden aanbreken, dienen overheden hun arbeidsmarkt dusdanig te hervormen dat een eventuele volgende economische terugslag een minder vernietigend effect heeft op de werkgelegenheid.

Agendapunt: plenaire sessie «Naar kwaliteitsbanen: maatregelen ter voorkoming van zwartwerk»

Ook ten behoeve van de plenaire sessie over zwartwerk zal het voorzitterschap nog een notitie opstellen om richting te geven aan de discussie. De verwachting is dat de onlangs uitgebrachte mededeling van de Commissie over een in te stellen platform ter versterking van de samenwerking bij de preventie en bestrijding van zwart werk een belangrijk element zal zijn in de discussie.

In de mededeling van de Commissie wordt aangegeven dat in dit platform alle lidstaten vertegenwoordigd zullen zijn. Ook andere belanghebbenden, zoals de Europese sociale partners, Eurofound en de ILO, zullen als waarnemers deelnemen. Doel van het platform is kennis bijeen te brengen over de wijze waarop bijvoorbeeld zwarte en illegale arbeid en schijnzelfstandigheid kunnen worden bestreden, en wie daarbij de belangrijkste actoren zijn in de lidstaten. Op basis daarvan wil men toewerken naar een verder uitgewerkte vorm van samenwerking en kennisvorming. Uiteindelijk zullen vanuit het platform gezamenlijke trainingen, uitwisseling van personeel, operationele acties, gezamenlijke inspecties en gegevensuitwisselingen ondernomen gaan worden. Op basis van de zo opgedane ervaringen zullen ook de bestaande Europese instrumenten en beleidsdoelstellingen op handhavingsgebied tegen het licht gehouden kunnen worden.

Met dit platform hoopt de Commissie de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren en ook een bijdrage te leveren aan het bestrijden van grensoverschrijdend misbruik en oneerlijke concurrentie. Ook wil de Commissie zo op een positieve en constructieve manier de uitdagingen aanpakken die de arbeidsmobiliteit binnen Europa oproept, terwijl daarbij het vrij verkeer van personen, als een fundamentele vrijheid, wordt gerespecteerd.

Met betrekking tot deze mededeling zal de Kamer nog een BNC-fiche ontvangen. Daarop vooruitlopend kan de Kamer als volgt worden geïnformeerd. Nederland staat positief tegenover dit initiatief. De Commissie onderstreept met recht het belang van EU-brede strategieën ter bestrijding van grensoverschrijdend misbruik en van bewustwording van de noodzaak tot het treffen van effectieve maatregelen. Nederland heeft tijdens Sociale Raden en andere Europese bijeenkomsten meermaals aangegeven dat wij groot belang hechten aan eerlijker verhoudingen op de Europese arbeidsmarkt, het tegengaan van onderbetaling, uitbuiting en misbruik. Ook is daarbij benadrukt dat het gewenst is dat alle lidstaten actief actie ondernemen om deze verschijnselen tegen te gaan.

Het platform past goed bij die doelstellingen. Nederland wil dan ook aandringen op een snelle en ambitieuze invoering daarvan. Daarbij moet natuurlijk rekening gehouden worden met het feit dat er reeds allerlei initiatieven lopen. Het platform moet deze ondersteunen en voor synergie zorgen. Belangrijk is voor Nederland dat het platform niet zal raken aan bestaande competenties. Nederland zal er actief aan deelnemen.

Naar boven