21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 296 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2012

Op 6 december aanstaande vindt de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, in Brussel plaats. Ter voorbereiding van de Raad vindt een AO plaats op 29 november.

Bijgaand treft u de geannoteerde agenda aan.

Er vindt deze Raad geen besluitvorming plaats over wetgevende onderwerpen. Wel zijn een aantal voortgangsrapportages geagendeerd (de handhavingsrichtlijn, het Europees Globaliseringsfonds (EGF), het Programma voor sociale verandering en innovatie (PSCI) en over de richtlijn gelijke behandeling buiten de arbeid). Voorts zal worden gedebatteerd over de handhavingsrichtlijn en over de uitvoering van de Europa2020-strategie.

Voor dit AO zijn geen andere onderwerpen geagendeerd dan die aan bod komen tijdens de Raad WSBVC. Bij de begrotingsbehandeling in december komen de verschillende beleidsprioriteiten op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid, inclusief die op EU-terrein, in samenhang aan de orde.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L. F. Asscher

Geannoteerde agenda Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 6 december 2012

Agendapunt: Richtlijnvoorstel betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71 EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Aard van de bespreking:

Voortgangsrapport en debat

Voorstel en toelichting

De detacheringsrichtlijn (96/71 EG) regelt dat werknemers die vanuit één EU-lidstaat naar een andere EU-lidstaat worden gedetacheerd recht hebben op een harde kern van arbeidsvoorwaarden die in het land van detachering gelden. Deze arbeidsvoorwaarden moeten dan wel bij wet of algemeen verbindend verklaarde cao zijn vastgelegd. Dit moet voorkomen dat een «race to the bottom» op arbeidsvoorwaarden ontstaat. Bepalingen uit de richtlijn worden echter soms omzeild of niet nageleefd. De nu voorgestelde richtlijn beoogt naleving van de bepalingen uit de detacheringsrichtlijn te bevorderen.

Belangrijke elementen in het voorstel vindt Nederland:

  • Doelstelling om het grensoverschrijdend innen van boetes te verbeteren;

  • Introductie van het element van ketenaansprakelijkheid met betrekking tot salarisbetaling in de bouwsector;

  • Verheldering van de elementen die kenmerkend zijn voor gedetacheerde werknemers en (postbus)ondernemingen;

  • Verbetering van de toegang tot informatie over de arbeidsvoorwaarden waaraan moet worden voldaan;

  • Versterking van de informatie-uitwisseling tussen lidstaten op het terrein van de richtlijn.

Nederlandse opstelling

Nederland zal de presentatie van de voortgangsrapportage aanhoren.

In algemene zin is Nederland positief over de conceptrichtlijn, omdat de handhaving van gelijke arbeidsvoorwaarden bij grensoverschrijdende arbeid in Nederland een hoge prioriteit heeft. Het is immers onaanvaardbaar dat buitenlandse werknemers die het recht hebben om in Nederland te werken, worden uitgebuit. Zij hebben recht op goede arbeidsvoorwaarden, conform de kern van de Nederlandse cao’s. Voorts moet voorkomen worden dat op Europees niveau concurrentie op arbeidsvoorwaarden plaatsvindt, ook als het gaat om het detacheren van werknemers. Dit is van belang voor een stabiele werking van de interne markt.

Het Cypriotische voorzitterschap heeft het afgelopen half jaar de onderhandelingen voortgezet en vooral voortgang geboekt op het hoofdstuk over de grensoverschrijdende inning van boetes. Nederlands is tevreden met de richting van de discussie daarover. Het merendeel van lidstaten onderschrijft namelijk het principe dat boete-inning in andere lidstaten mogelijk moet zijn, ongeacht het type boete (strafrechtelijk of bestuurlijk). Over de introductie van ketenaansprakelijkheid, een onderwerp waar de lidstaten verschillend over denken, is onder het Cypriotische voorzitterschap nauwelijks gesproken. Mogelijk is dit onderwerp van het debat op de Raad.

Agendapunt: Voorstel voor een verordening over het Programma voor Sociale Verandering en Innovatie

Aard van de bespreking:

Toelichting op stand van zaken door voorzitterschap

Voorstel en toelichting

Het voorstel betreft het Programma voor Sociale Verandering en Innovatie (PSCI) als onderdeel van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (2014–2020). Over de inhoud van dit programma hebben de lidstaten een politiek akkoord bereikt op de Raad van 21 juni 2012. Momenteel lopen de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement.

Het PSCI zal drie bestaande programma’s Progress, Eures en de Microfinancieringsfaciliteit, samenvoegen en op onderdelen uitbreiden. Het onderdeel Progress verstrekt analyses op sociaal terrein, faciliteert beleidsuitwisseling en geeft financiële steun aan sociale experimenten. Het onderdeel Eures moet de transparantie op de arbeidsmarkt vergroten om de mobiliteit van werknemers binnen de EU te bevorderen. Eures doet dit met behulp van de website Europees portaal voor beroepsmobiliteit waarop vacatures gepubliceerd worden. Ten slotte zal de Microfinancieringsfaciliteit de beschikbaarheid en toegankelijkheid tot microfinanciering moeten vergroten. Het fonds richt zich op micro-bedrijven en op de kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals werklozen, met ontslag bedreigden en jongeren.

De belangrijkste veranderingen zijn dat binnen Progress een budget wordt vrijgemaakt voor sociale experimenten, dat binnen Eures meerdere services zullen worden aangeboden op het gebied van rekrutering en dat de Microfinancieringsfaciliteit wordt uitgebreid en zich ook zal richten op het ondersteunen van sociale ondernemingen.

Nederlandse opstelling

Nederland zal de presentatie van het voorzitterschap aanhoren.

Overigens zal een eventuele overeenkomst over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 tijdens de Europese Raad van 22–23 november van invloed kunnen zijn op de invulling van het PSCI. De hoogte van het budget voor het PSCI is daar immers van afhankelijk.

Agendapunt: Voorstel voor een verordening betreffende het Europees Fonds ter aanpassing aan de Globalisering (2014–2020)

Aard van de bespreking:

Voortgangsrapport

Voorstel en toelichting

Het Europees Globaliseringsfonds (EGF) is een instrument ten behoeve van de solidariteit met werknemers die worden ontslagen als gevolg van structurele veranderingen in wereldhandelspatronen door hen te ondersteunen bij het vinden van een nieuwe baan. De Commissie heeft voorgesteld het EGF in de periode 2014–2020 voort te zetten. De Commissie stelt daarbij een verbreding van de aanvraaggrond voor. Behalve op grond van veranderingen in wereldhandelspatronen kunnen aanvragers een beroep doen op grond van een ernstige economische ontwrichting, veroorzaakt door een onverwachte crisis, zoals de huidige financieel-economische crisis, maar ook eventuele toekomstige crises. Daarnaast stelt de Commissie een verbreding voor van de potentiële aanvragers met onder meer uitzendkrachten en zelfstandig ondernemers, waaronder nadrukkelijk ook landbouwers. Tevens wordt uitbreiding van de subsidiabele kosten voorgesteld met investeringen in fysieke bedrijfsmiddelen.

Nederlandse opstelling:

Nederland zal de presentatie van de voortgangsrapportage aanhoren.

Het kabinet onderschrijft de doelstelling van het EGF, namelijk het zo snel mogelijk van werk naar werk helpen van mensen die met ontslag worden bedreigd of al ontslagen zijn. Nederland is echter van mening dat het van werk naar werk begeleiden en re-integratie het beste plaats kan vinden op nationaal niveau. Om die reden acht het kabinet het EGF als instrument niet nodig.

Een substantiële minderheid van lidstaten deelt dit standpunt van Nederland, maar het is de vraag in hoeverre lidstaten aan dit standpunt vasthouden in de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020. Mogelijk komt hierover tijdens de Europese Raad van 22–23 november duidelijkheid.

Agendapunt: Gelijke behandeling buiten Arbeid

Aard van de bespreking:

Voortgangsrapport

Voorstel en toelichting

Op 2 juli 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Deze conceptrichtlijn is van toepassing buiten de arbeid.

Het voorstel schept een kader voor het verbod van discriminatie op de hierboven genoemde gronden. Het vormt een aanvulling op het bestaande communautaire rechtskader dat discriminatie op grond van godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid verbiedt in arbeid, beroep en beroepsopleiding.

Nederlandse opstelling

Nederland zal de voortgangsrapportage aanhoren, dat zal aangeven dat er amper voortgang is op dit dossier. Tijdens het Cypriotisch voorzitterschap zijn er, net als onder voorgaande voorzitterschappen, slechts twee raadswerkgroepen aan het voorstel gewijd. De verwachting is dat het richtlijnvoorstel ook onder het komende Ierse voorzitterschap niet actief zal worden opgepakt. Een politiek akkoord wordt daarom voorlopig niet verwacht.

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van dit richtlijnvoorstel, maar is bezorgd over de wijze waarop de doelstellingen volgens het oorspronkelijke Commissie voorstel gerealiseerd zouden moeten worden. De Nederlandse inzet is gericht op het verder verduidelijken van de tekst, zodat gepreciseerd wordt wat er wel en niet onder de richtlijn valt en te komen tot dusdanige aanpassingen dat de financiële gevolgen, met inachtneming van de huidige financiële crisis, sterk gemitigeerd worden.

Agendapunt: Europa2020 strategie en follow-up van Conclusies van de Europese Raad over werkgelegenheid en sociaal beleid

Aard van de bespreking:

Gedachtewisseling, presentatie door Commissie van het jeugdpakket en onderschrijven van een rapport van het werkgelegenheidscomité

Voorstel en toelichting

De Europese Commissie zal de Annual Growth Survey (2013) en het Joint Employment Report presenteren. Ook zal de Commissie het jeugdpakket presenteren, dat op 5 december wordt gepubliceerd. Dit pakket omvat naar verwachting onder meer een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over een jeugdgarantie.

Tevens streeft het voorzitterschap ernaar dat de Raad het rapport van het werkgelegenheidscomité zal onderschrijven over de Employment Performance Monitor. De Commissie brengt deze Employment Performance Monitor twee keer per jaar uit. Zij baseert zich hierbij op een analyse van statistieken over verscheidene aspecten van de arbeidsmarkt in de lidstaten. De Employment Performance Monitor is in het kader van het Europees Semester van belang, omdat het als input dient voor de jaarlijkse aanbevelingen richting lidstaten. Waar (potentiële) zwakheden in een arbeidsmarkt worden blootgelegd met behulp van een statistische analyse, dienen lidstaten te worden aangespoord noodzakelijke hervormingen door te voeren.

Een nieuw element in de Employment Performance Monitor van december 2012 zijn de zogenaamde benchmarks. Dit zijn vergelijkende tabellen waarin het functioneren van lidstaten per arbeidsmarktdeelonderwerp onderling wordt vergeleken. De benchmark wordt gevormd door de vijf best presterende lidstaten per deelonderwerp. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt op welke terreinen een lidstaat achterloopt ten opzichte van de Europese voorhoede.

Nederlandse opstelling

Wat betreft de gedachtewisseling wordt nog gewacht op de debatvragen die het voorzitterschap zal formuleren. Nederland zal voorts de presentaties van de Commissie aanhoren. Op het moment van schrijven is de Employment Performance Monitor nog niet beschikbaar. Naar verwachting presteert Nederland nog steeds relatief goed, gelet op met name de Europese ontwikkelingen op het gebied van werkloosheid en arbeidsmarktparticipatie. Nederland zal zich er tijdens het komende Europees Semester voor inzetten dat de minder goed presterende lidstaten worden aangesproken op de belangrijkste geconstateerde uitdagingen.

Agendapunt: Tegengaan van geweld tegen vrouwen

Aard van de bespreking:

Aanname van Raadsconclusies

Voorstel en toelichting

«Geweld tegen vrouwen» is één van de twaalf thema’s van het Beijing Platform for Action dat in VN-verband de positie van vrouwen wereldwijd poogt te verbeteren. Ieder EU voorzitterschap richt zich op één van de indicatoren van deze twaalf thema’s binnen het EU beleid gericht op gendergelijkheid. Het thema «Geweld tegen vrouwen» is deze keer gekozen (ook in 2002 onder het Deens voorzitterschap).

De Raadsconclusies onderstrepen het belang van het bestrijden van geweld tegen vrouwen en het belang van aandacht ervoor in Europees en nationaal beleid. Verder wordt onderstreept dat geweld tegen vrouwen een schending is van de mensenrechten van vrouwen, het de maatschappij als geheel aangaat en geweld tegen vrouwen een obstakel vormt tot actieve participatie van vrouwen in de samenleving.

Ook richten de conclusies zich op het feit dat privacy, gewoonte, traditie, religie, cultuur en eer nooit kunnen worden gebruikt om geweld tegen vrouwen te rechtvaardigen.

Lidstaten worden tot slot opgeroepen om beleid omtrent geweld tegen vrouwen te ontwikkelen en te verbeteren, te overwegen een Europese Strategie te ontwikkelen en te overwegen het CAHVIO1 verdrag te ondertekenen en ratificeren.

Nederlandse opstelling

Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.

In het algemeen ondersteunt Nederland het bevorderen in Europa van het tegengaan van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Deze problematiek kan Europees goed geagendeerd en gemonitord worden.

Agendapunt: Europees Jaar voor Actief ouder worden en solidariteit tussen generaties 2012

Aard van de bespreking:

Aanname van een verklaring door de Raad

Voorstel en toelichting

Het jaar 2012 was het Europees Jaar voor «Actief ouder worden en solidariteit tussen generaties». Het jaar wordt formeel afgesloten met een Raadsverklaring. Hierin worden de lidstaten opgeroepen tot het voortzetten van activiteiten van het Europees Jaar, het promoten van solidariteit tussen generaties, het aanpakken van uitdagingen en samenwerken in de toekomst. Politieke boodschappen die worden onderschreven gaan onder meer over het benutten van het potentieel van oudere werknemers, het tegengaan van negatieve percepties ten opzichte van oudere medewerkers en de overdracht van kennis. Actief ouder worden en solidariteit tussen generaties wordt benoemd als sleutel tot een competitieve economie met sociale inclusie.

Nederlandse opstelling

Nederland kan zich in de inhoud van de verklaring vinden.

Agendapunt: Diversen

Aard van de bespreking:

Informatie van het voorzitterschap

Voorstel en toelichting

Het voorzitterschap zal informatie verschaffen over de richtlijn met betrekking tot de mogelijkheden tot het meenemen van pensioenen, de minstbedeeldenregeling, de zwangerschapsrichtlijn en de richtlijn over bescherming van werknemers tegen elektromagnetische velden.

Nederlandse opstelling:

Nederland zal de informatie aanhoren.


X Noot
1

Convention on combating and preventing violence against women and domestic violence.

Naar boven