21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 294 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2012

Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 4 oktober 2012.

De Raad bevatte een beperkt aantal onderwerpen. De wetgevende voorstellen die aan de orde waren, betroffen de bescherming van werknemers tegen elektromagnetische straling en EU-associatiebesluiten met een viertal landen. Verder is er gedebatteerd over het proces van het Europees Semester, waaronder ook de landenspecifieke aanbevelingen vallen. Tot slot zijn er Raadsconclusies aangenomen over kinderarmoede en over jeugdwerkgelegenheid.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 4 oktober 2012

Deze Raad, onder Cypriotisch Voorzitterschap, bevatte een beperkt aantal onderwerpen. De wetgevende voorstellen die aan de orde waren, betroffen de bescherming van werknemers tegen elektromagnetische straling en EU-associatiebesluiten met een viertal landen. Verder is er gedebatteerd over het proces van het Europees semester, waaronder de landenspecifieke aanbevelingen. Tot slot zijn er Raadsconclusies aangenomen over kinderarmoede en over jeugdwerkgelegenheid.

Elektromagnetische velden

Met betrekking tot het richtlijnvoorstel voor de bescherming van werknemers tegen de ongewenste effecten van elektromagnetische straling is een algemene oriëntatie vastgesteld. Dit betekent dat de Raad een standpunt heeft bepaald waarmee de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) kunnen worden gestart. Er zal worden beoogd tot een akkoord te komen met het EP voordat de implementatietermijn van de richtlijn uit 2004 afloopt (oktober 2013). Deze oorspronkelijke richtlijn uit 2004 bevatte te stringente normen, waardoor het gebruik van MRI-toepassingen ernstig zou worden belemmerd.

Associatie besluiten

De Raad heeft ingestemd met vier concept-besluiten met betrekking tot sociale zekerheidsbepalingen in de associatieovereenkomsten van de EU met Turkije, Montenegro, Albanië en San Marino. Op basis hiervan gaat de Commissie nu onderhandelen met deze vier landen.

Omdat een aantal lidstaten – waaronder Nederland – zorgen had met betrekking tot de gebruikte rechtsbasis voor het concept-besluit met Turkije, is een gezamenlijke verklaring aangenomen. Daarin wordt aangegeven dat als het Hof in twee vergelijkbare gevallen een uitspraak doet over de rechtsgrond, dit ook gevolgen zal hebben voor de rechtsgrond van het voorgenomen besluit met Turkije.

Europa 2020-strategie (Evaluatie Europees Semester)

In de eerste helft van 2012 heeft het tweede Europees Semester plaatsgevonden. Een belangrijk onderdeel van het Semester zijn de landenspecifieke aanbevelingen. Er is gedebatteerd over hoe dit proces verlopen is en wat eraan kan worden verbeterd.

Verschillende lidstaten hebben onderschreven dat het Europees Semester van groot belang is, maar dat op vele punten nog verbeteringen mogelijk zijn. Nederland heeft aangegeven dat het deels ook een kwestie van tijd is: het proces van het Semester is nog nieuw en nationale instituties hebben tijd nodig om beter op het proces van het Semester te kunnen inspelen. Daarnaast heeft Nederland gepleit voor stevige aanbevelingen voor de lidstaten teneinde de doelstellingen van de Europa2020-strategie te behalen.

Ook Commissaris Andor stelde dat strengere en duidelijkere aanbevelingen nodig zijn. Wel gaf hij aan dat de aanbevelingen voldoende ruimte moeten laten voor implementatie door de lidstaten.

Slechts een zeer beperkt aantal lidstaten heeft gepleit voor steviger aanbevelingen. Veel lidstaten noemden dat er meer tijd in het proces van de aanbevelingen nodig is. Nu is er naar hun mening te weinig tijd tussen het uitbrengen van de aanbevelingen door de Commissie en het vaststellen ervan door de Raad. Ook pleitten verschillende lidstaten voor bilaterale contacten met de Commissie voorafgaand aan de publicatie van de landenspecifieke aanbevelingen.

De algemene tendens van het debat was dat sociaal en economisch beleid een sterke link met elkaar hebben en dat de rol van de Raad WSBVC belangrijk is. Zo werd meermaals benadrukt dat de sociale dimensie volledig terug moet komen in het Semester. Het moet niet enkel gaan om een financieel proces, maar ook om pensioenen, sociale bescherming en armoede.

Raadsconclusies jeugdwerkgelegenheid en kinderarmoede

De Raadsconclusies over jeugdwerkgelegenheid en kinderarmoede werden aangenomen zonder verdere opmerkingen door lidstaten. Bij de Raadsconclusies over jeugdwerkgelegenheid merkte Commissaris Andor op dat de conclusies op onderdelen ambitieuzer hadden mogen zijn. Als voorbeeld noemde hij het voorkomen van armoede onder werkenden, erkenning van (e-)vaardigheden en het versterken van de mobiliteit van werkenden.

Naar boven