21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 224 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2010

De Raad stond hoofdzakelijk in het teken van de Europa 2020 strategie (de opvolger van de zogenaamde Lissabonstrategie). In twee debatten werd ingegaan op respectievelijk de nadere invulling van de werkgelegenheids- en de sociale dimensie van de strategie waarvan de hoofdcontouren in het voorjaar van 2010 zijn bepaald. De Commissie informeerde de Raad over het kerninitiatief «Jeugd in Beweging» en over de Groenboekconsultatie «Naar adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels». Tevens werd een advies van het Werkgelegenheidscomité betreffende het lonend maken van arbeidsmarkttransities goedgekeurd. Tot slot informeerde het Voorzitterschap de Raad over de meest recente initiatieven op het vlak van sociale inclusie van Roma.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Verslag Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken, onderdeel WSB van 21 oktober 2010 te Luxemburg

Deze Raad onder Belgisch voorzitterschap werd voorgezeten door minister Milquet en staatssecretaris Courard. Aanwezig waren de vertegenwoordigers van 27 EU Lidstaten en de Commissarissen Andor (sociaal beleid en inclusie) en Reding (gelijke kansen). Tevens was de voorzitter van het Werkgelegenheidscomité aanwezig.

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Het agendapunt leidde niet tot debat waarop de voorzitter vaststelde dat het besluit was aangenomen.

Governance van de Europese werkgelegenheidsstrategie in de context van Europa 2020 en het Europees semester

Het debat stond in het teken van de werkgelegenheidsdimensie van de Europa 2020 strategie. De voorliggende vragen van het voorzitterschap vroegen de lidstaten in te gaan op het analyse-instrumentarium («Joint Assessment Framework») dat binnen het Werkgelegenheidscomité en het Sociale Beschermingscomité ontwikkeld wordt om voortgang op de SZW-gerelateerde doelstellingen binnen de Europa 2020 strategie vast te stellen en op de knelpunten die lidstaten nationaal waarnemen bij het streven naar een hogere arbeidsparticipatie («bottlenecks»). In haar inleiding benadrukte de voorzitter de sterke interactie tussen macro-economisch beleid en werkgelegenheidsbeleid. De Europa 2020 strategie bevestigt dit verband maar de rol van de Raad WSBVC hierbij moet nog preciezer gedefinieerd worden, aldus de voorzitter.

Commissaris Andor waarschuwde de lidstaten om te snel hun crisisbeleid uit te faseren en brak een lans voor werkgelegenheidssparend bezuinigingsbeleid. Hij benadrukte verder dat met sterke inhoudelijke input, de Raad WSBVC en het onderliggende Werkgelegenheidscomité en Sociale Beschermingscomité een belangrijke rol kunnen claimen binnen de Europa 2020 strategie. Gezien zijn expertise kan de Raad op het vlak van sociaal en werkgelegenheidsbeleid meer in detail oplossingen presenteren dan de ECOFIN Raad die ook naar dit terrein zal kijken maar dan meer globaal, vanuit macro-economisch perspectief.

De delegaties spraken brede steun uit voor het voorgestelde analysekader en de methode van identificatie van nationale knelpunten («bottlenecks»). Sommige lidstaten toonden zich wel terughoudend over monitoring en stelden dat er geen sprake moet zijn van «ranking» van lidstaten. Monitoring zou volgens deze lidstaten niet enkel op basis van kwantitatieve maar ook op basis van kwalitatieve informatie moeten gebeuren. Een aantal andere lidstaten benadrukte het belang om het aantal indicatoren beperkt te houden. Opvallend veel lidstaten benoemden hun belangrijkste knelpunten op de arbeidsmarkt. Deze waren veelal gerelateerd aan de vergrijzing, de hoge jeugdwerkloosheid, onvoldoende (bij)scholing van groepen werknemers en arbeidsmarktsegmentatie. Enkele, vooral Oostelijke, lidstaten wezen verder op een grote informele sector in hun economie en op het vraagstuk van de Roma.

Commissaris Andor stelde in reactie op de delegaties dat de Commissie niet de intentie heeft om op basis van het analysekader tot «naming & shaming» over te gaan maar dat het kader juist moet leiden tot analyse, overleg en agendabepaling.

Nederland benadrukte dat de inzet op het langer aan het werk houden van mensen, zal worden gecontinueerd, in lijn met het beleid van de nieuwe regering.

De voorzitter sloot af met de oproep dat er ten aanzien van Europa 2020 geen hiërarchie mag zijn tussen de verschillende betrokken vakraden. Ze stelde dat de situatie in de lidstaten weliswaar zeer verschillend is maar dat veel van de genoemde «bottlenecks» toch gedeeld zijn. Ze nodige het Werkgelegenheidscomité en het Sociale Beschermingscomité uit, hun werk aan het analysekader en de methode van identificatie van nationale knelpunten («bottlenecks») voor de volgende Raad in december af te ronden. De voorzitter concludeerde dat de Raadsconclusies waren aangenomen.

Tijdens de lunch spraken de EU-ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het belang van blijvende aandacht voor werkgelegenheidsbeleid, ook al lijkt het dieptepunt van de economische crisis gepasseerd en gaat de prioriteit van de hoofdsteden nu uit naar het in toom houden van de tekorten en het wegwerken van schulden. Commissaris Andor en de voorzitter wezen op het gevaar van structurele toename van de werkloosheid indien de inspanningen die in veel lidstaten op het vlak van de arbeidsmarkt zijn gepleegd ter bestrijding van de crisis niet zouden worden voortgezet. In dit verband had het voorzitterschap gevraagd om een uitwisseling van ervaringen met beleid, dat goede resultaten afwierp op het vlak van werkgelegenheid zonder een al te groot beslag op budgetmiddelen. In een levendige discussie werd onder meer gewezen op de inzet van microkredieten ten behoeve van kleine ondernemers; de aanpak van jeugdwerkloosheid door de inzet van leerwerktrajecten (en bedrijfsstages; de noodzaak om lange en korte termijn werkloosheid goed te onderscheiden en transities te faciliteren en het belang van een individuele benadering van werklozen.

Van Nederlandse kant zijn de positieve ervaringen met de mobiliteitscentra en de wet «Werk en bijstand» opgebracht.

Voorbereiding van de Tripartiete Sociale Top

De voorzitter gaf aan dat tijdens de Top onder meer over de Europa 2020 strategie en het Economic Governance initiatief zal worden gesproken. De voorzitter benadrukte het belang van de Top ook gezien de huidige crisis.

Mededeling van de Commissie over het kerninitiatief «Jeugd in beweging»

Commissaris Andor lichtte het kerninitiatief «Jeugd in Beweging» toe. Hij wees op de zeer hoge werkloosheid onder jongeren in de EU en stelde dat van de jongeren die wel een baan hebben, velen aangewezen zijn op herhaalde tijdelijke contracten waarbij een vast contract veelal niet in zicht is. Commissaris Andor gaf aan dat ramingen erop wijzen dat in de toekomst de werkgelegenheid voor middelbaar en hooggeschoolde werknemers zal blijven toenemen en stelde dat betere scholing daarom een sleutel tot het verlagen van de jeugdwerkloosheid is. Daarnaast brak hij een lans voor een Jeugdgarantie, dat wil zeggen een garantie voor schoolverlaters om binnen vier maanden, werk, verdere scholing of een werkervaringstraject aangeboden te krijgen. Om de «outsider» positie van jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren, geeft de Commissie de lidstaten in overweging om een nieuw type arbeidscontact in te voeren waarmee geleidelijk sociale rechten worden opgebouwd. De Commissaris benadrukte dat de Commissie met dit initiatief (wel degelijk) een duidelijk antwoord op de hoge jeugdwerkloosheid in de EU heeft.

Hongarije gaf aan dat het bestrijden van jeugdwerkloosheid een belangrijk thema tijdens het aanstaande Raadsvoorzitterschap zal zijn. Spanje gaf aan dat in dat land nu 41 procent van de jongeren werkloos is en moedigde de Commissie aan om de initiatieven op dit gebied verder uit te dragen.

De voorzitter stelde vast dat de Raad nota had genomen van het initiatief en kondigde aan dat België in samenwerking met Hongarije in december een Voorzitterschapspaper zal presenteren.

Advies van het Comité voor de werkgelegenheid: «Transities lonend maken»

De voorzitter van het Werkgelegenheidscomité lichtte het advies toe en stelde dat nu tijdens de crisis een soepeler overgang van (verloren) baan naar (nieuwe) baan nog belangrijker is dan voorheen. Hij benadrukte het belang van Leven Lang Leren, van een adequate uitkering voor mensen die «in-between jobs» zijn en van snelle bemiddeling naar een baan van mensen die aan kant (zijn komen te) staan. De voorzitter stelde de goedkeuring van het advies van het Werkgelegenheidscomité vast.

«Sociale bescherming en sociale insluiting in de Europa 2020-strategie, en de desbetreffende governance»

Advies van het Comité voor sociale bescherming over de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie

Het tweede gedeelte van het debat over de Europa 2020 strategie ging in op de sociale dimensie die anders dan voorheen nu een sociaal richtsnoer en een sociaal target kent. Commissaris Andor deed een appèl op lidstaten die nog geen nationale armoededoelstelling hebben benoemd om dit voor het eind van het jaar alsnog te doen. Hij drong daarbij aan op een stevig ambitieniveau zodat de som van de nationale targets voldoende in de richting gaat van het EU target om de armoede in 2020 met 20 miljoen mensen terug te dringen. Lidstaten met een beduidende Roma populatie gaf hij in overweging om een (sub)target op het verminderen van armoede onder deze bevolkingsgroep te formuleren. Commissaris Andor benadrukte verder het belang van een goede nationale coördinatie om de belangen van budgetconsolidatie enerzijds en investeringen in participatiegericht beleid – met inbegrip van scholingsbeleid – anderzijds, op een evenwichtige manier te wegen.

In het debat klonk bij meerdere delegaties de zorg door over een brede monitoring van de armoederichtsnoer en het bijbehorende armoedetarget omdat een brede monitoring met een set van indicatoren tot hoge administratieve lasten voor de lidstaten kan leiden. Slechts een gering aantal lidstaten deed melding van een nationaal armoedetarget. Meerdere lidstaten stelden dat het tegengaan van kinderarmoede en de sociale inclusie van ouderen, belangrijke thema’s voor verder werk dienen te zijn. Een tweetal lidstaten ging in op het nog te verwachten initiatief van de Commissie voor een Armoede Platform (één van de kerninitiatieven onder Europa 2020). Zij benadrukten dat het platform een versterking en aanvulling op de Open Methode van Coördinatie moet worden. Tevens werd aangegeven dat het Platform deels in het teken moet staan van «social experimentation» ofwel het in een vroege fase uitwisselen van informatie tussen lidstaten over nieuwe sociale beleidsinitiatieven.

Commissaris Andor stelde vast dat de delegaties verschillend denken over een brede monitoring van het armoederichtsnoer. De voorzitter brak nogmaals een lans voor een brede monitoring, een initiatief van juist het Belgisch voorzitterschap. Voorts nodigde zij de Commissie uit de plannen voor het Armoede Platform tijdig voor de eerstvolgende Raad WSBVC te publiceren. De voorzitter stelde de goedkeuring vast van het advies van het Sociaalbeschermingscomité.

Diversen

Groenboek getiteld: «Naar adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels

Commissaris Andor presenteerde formeel in de Raad het Groenboek Pensioenen dat hij al in de informele Raad in juli uitgebreid had toegelicht. De Commissaris gaf aan dat er reeds 140 reacties op het Groenboek waren binnengekomen.

Betere integratie van de Roma

Het voorzitterschap lichtte toe hoe het onderwerp Roma terugkomt tijdens een aantal voorzitterschapconferenties (Kindermoede in september, Rondetafel Armoede in oktober en de Gelijkheidstop in november). Het voorzitterschap zal in december de volgende bijeenkomst van het Romaplatform organiseren.

In een toelichting op de activiteiten van de Commissie belichtten de Commissarissen Reding en Andor de oprichting van de Roma taskforce en de in gang gezette inventarisatie over hoe EU- fondsen worden ingezet voor Roma integratie. Daarnaast werkt de Commissie aan een kader dat lidstaten handvatten moet bieden om de Roma problematiek in hun land te kunnen aanpakken. Commissaris Reding bendrukte het belang van de inzet van alle lidstaten, zowel de lidstaten van herkomst als die van bestemming. Commissaris Andor benadrukte het belang van EU- fondsen en van ESF in het bijzonder. Een aantal lidstaten spraken hun waardering uit over de genoemde initiatieven. Tevens werd gepleit voor een gemeenschappelijke Roma- strategie en een enkele lidstaat kondigde aan voorstellen te willen doen voor concrete projecten.

Ronde tafel over armoede en sociale uitsluiting

Informatie van het voorzitterschap over de conclusies.

Conferentie over kinderarmoede

Informatie van het voorzitterschap over de conclusies van het drie voorzitterschapteam over kinderarmoede.

Verdere conferenties van het voorzitterschap

Het voorzitterschap informeerde de delegaties over een aantal conferenties. Ten aanzien van de conferentie over Decent Work (van 11 en 12 oktober) gaf het voorzitterschap aan te willen inzetten op een versterkte externe dimensie van de EU. Ze noemde in het bijzonder de EU- coördinatie ter voorbereiding van de G-20 over werkgelegenheid.

Naar boven