21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2010

Op 21 oktober a.s. vindt de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid te Luxemburg plaats. Ter voorbereiding van deze Raad zal een algemeen overleg plaatsvinden op 14 oktober a.s..

Bijgaand treft u de geannoteerde agenda aan. Hierbij moet worden aangetekend dat een aantal onderwerpen nog in onderhandeling is in de Raadswerkgroep Sociale Vraagstukken. De definitieve Nederlandse opstelling in de Raad is daarom nog niet te geven.

Tijdens de Raad zullen de Werkgelegenheidsrichtsnoeren worden aangenomen alsmede Raadsconclusies betreffende de invulling van de Europa 2020 strategie. Met betrekking tot dit laatste onderwerp vindt een tweetal debatten plaats.

Het Voorzitterschap zal informatie verstrekken over de voorbereiding van de Tripartiete Sociale Top en de Commissie zal een presentatie geven over het kerninitiatief «Jeugd in Beweging».

De Raad zal tevens de opinie van het Werkgelegenheidscomité over arbeidsmarkttransities als gevolg van economische herstructurering goedkeuren.

Daarnaast figureert een aantal diverse onderwerpen op de agenda, waaronder een presentatie van de Commissie inzake het groenboek pensioenen en informatie van het Voorzitterschap betreffende de Roma, (kind) armoede en sociale uitsluiting.

Het verslag van de Raad WSB van 7 juni is naar u verzonden op 21 juni 2010. Het verslag van de Informele Raad van 8 en 9 juli is op 17 augustus jl. aan u gestuurd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Geannoteerde agenda Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 21 oktober 2010

Agendapunt: Invulling Europa 2020 strategie

a) Werkgelegenheidsrichtsnoeren en Europese semesterb) Sociale dimensie van Europa 2020 strategie

De Europa2020 strategie wordt onder ander vormgegeven door het Europees semester, de obstakels voor groei en werkgelegenheid en vijf Europese doelstellingen vertaald in nationale doelstellingen. Het implementeren van de Europa 2020 strategie wordt ondersteund door een versterkt beleidskader op EU-niveau: versterkt en geïntegreerd toezicht om belangrijke macro-economische uitdagingen te herkennen, met een thematische benadering, om structurele hervormingen die bijdragen aan de economische groei, op verschillende deelterreinen als arbeidsmarkt door te voeren.

Tijdens de Raad WSBVC zullen er op het gebied van de Europa 2020 strategie twee debatten worden gehouden. Het ene debat zal gaan over de governance van de Europese Werkgelegenheidsstrategie binnen het kader van de Europa 2020 strategie en het nieuwe Europese semester. Het andere debat zal zich richten op de concrete invulling van het proces rondom de sociale dimensie van de Europa 2020 strategie. Te denken valt daarbij aan de invulling van de rol van respectievelijk de Raad WSBVC, Sociale Beschermingscomité en de Werkgelegenheidscomité.

Beide debatten zijn een follow-up van de debatten die plaats vonden tijdens de informele Raad begin juli.

Aard van de bespreking

Aanname van de werkgelegenheidsrichtsnoeren, aanname Raadsconclusies sociale dimensie van Europa 2020 strategie, debatten

Voorstel en toelichting

Voorstel Europa 2020 strategie

De Europese Raad heeft tijdens de maart en juni vergadering besloten tot een vijftal kwantitatieve kerndoelen voor EU 2020, met gemiddelde indicatiewaarden voor de EU.

Op elk van deze doelen, worden lidstaten vervolgens verzocht nationale doelen op te stellen. Op het gebied van Sociale Zaken zijn twee kerndoelen van belang, te weten:

  • arbeidsparticipatie voor vrouwen en mannen in de leeftijdsgroep 20–64 jaar op 75%

  • bevorderen sociale insluiting, met name door armoedereductie, door ernaar te streven ten minste 20 miljoen mensen een uitweg uit het risico op armoede en uitsluiting te bieden.

Om uitsluiting te definiëren, hebben Lidstaten de beschikking over een set van indicatoren. Naast de relatieve inkomensbenadering, zitten daarin een indicator voor materiële deprivatie1 en een indicator die betrekking heeft op het perspectief om via de arbeidsmarkt uit uitsluiting/armoede te ontsnappen (dynamisch aspect).

De Lidstaten zijn momenteel bezig de vijf kerndoelen om te zetten in nationale doelen. Hiertoe zullen de Lidstaten begin november aan de Europese Commissie een concept rapportage sturen, waarin zij aangeven hoe zij de kerndoelen om willen zetten in nationale doelen. De lidstaten zijn voor het inclusiedoel vrij in de keuze van indicatoren en kunnen ook andere indicatoren kiezen dan de drie Europese indicatoren, maar er moet wel een verbinding worden gelegd met de Europese doelstelling. Vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet zal pas definitief uitsluitsel over de Nederlandse inzet op elk van de doelen gegeven kunnen worden zodra er een nieuw kabinet is.

Economische governance (Europese semester)

Op 30 juni jl. bracht de Europese Commissie een mededeling uit met daarin voorstellen om economic governance in de EU te versterken. De Commissie stelt voor om een EU-semester op te zetten. Het EU-semester beoogt dat lidstaten in het vervolg de Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s, waarin lidstaten hun begrotingsbeleid beschrijven, in het voorjaar (medio april) indienen en meer vooruitkijkend maken. Het doel van het eerder inleveren van de programma’s is dat er op hoofdlijnen in het voorjaar wat informatie wordt versterkt over de komende begroting. Het idee hierachter is dat dit de Commissie meer mogelijkheden biedt om lidstaten, waar nodig, aanwijzingen te geven voor het aanpassen van de (voorlopige) begrotingsplannen voor het komende jaar, zodat d.m.v. aanbevelingen meer ex ante sturing mogelijk is wanneer de plannen in de ogen van de Commissie nog niet zouden voldoen. De Commissie stelt voor het moment van de rapportages onder het Stabiliteitspact en Europa 2020 gelijk te trekken zodat zij gegevens kan combineren en dwarsverbanden kan leggen. Tevens hoopt ze zo consistentie in het denken binnen lidstaten zelf te bevorderen

Werkgelegenheidsrichtsnoeren

De werkgelegenheidsrichtsnoeren worden op grond van het Verdrag van Lissabon formeel jaarlijks vastgesteld, waarbij het streven is de set richtsnoeren met een cyclus van drie jaar zoveel mogelijk ongewijzigd te houden. Ze vormen de invulling van het werkgelegenheidsdeel van de Europa 2020 strategie en moeten richting geven aan het beleid van de lidstaten. Op 27 april jl. heeft de Commissie haar voorstel voor de werkgelegenheidsrichtsnoeren ingediend. In juni heeft de Raad WSBVC al ingestemd met de werkgelegenheidsrichtsnoeren. Het Europees Parlement heeft de richtsnoeren ook besproken. Het is deze aangepaste tekst die nu voor akkoord aan de Raad voorligt. De Raad zal naar verwachting met de richtsnoeren instemmen.

In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal werkgelegenheidsrichtsnoeren teruggebracht tot vier. De richtsnoeren betreffen de volgende onderwerpen: 1) arbeidsmarkt en werkgelegenheid, 2) de kwaliteit van banen, 3) het verbeteren van onderwijsstelsels en 4) sociale inclusie. In het richtsnoer over arbeidsmarkt en werkgelegenheid staan het creëren van banen en flexicurity centraal. Belangrijk is het verhogen van de participatiegraad en het reduceren van structurele werkloosheid. In het richtsnoer over de kwaliteit van banen ligt de focus op inzetbaarheid van de beroepsbevolking en een leven lang leren. Het richtsnoer over het onderwijssysteem richt haar aandacht op het verbeteren en verhogen van de participatie in het onderwijs. Het richtsnoer over sociale inclusie sluit aan bij de conclusie van de Europese Raad van 17 maart jl. dat één van de hoofddoelstellingen van de strategie betrekking heeft op sociale insluiting en armoedereductie.

Sociale dimensie

Naar aanleiding van de mededeling over de Europa 2020 strategie en de hierboven genoemde economic governance, wordt op het ogenblik gediscussieerd over de invulling van de rol van de Raad WSBVC en de invulling van ondersteunende rol van het Sociaal Beschermingscomité en het Werkgelegenheidscomité. Tijdens de informele Raad in juli jl. is naar voren gekomen dat de Lidstaten graag een leidende rol houden op sociaal- en werkgelegenheidsterrein inclusief eventuele landenspecifieke aanbevelingen. Voor wat betreft de «governance» structuur zoals die onder de Lissabonstrategie tot stand is gekomen werd breed het belang onderschreven om deze bij de nieuwe Europa 2020 strategie te stroomlijnen.

Nederlandse opstelling

Er zullen tijdens de Raad WSBVC zullen twee debatten gehouden worden over respectievelijk de Europese Werkgelegenheidsstrategie binnen het kader van de Europa 2020 strategie en de nieuwe Europese semester en de concrete invulling van het proces rondom de sociale dimensie van de Europa 2020 strategie. Te denken valt daarbij aan de invulling van de rol van respectievelijk de Raad WSBVC, Sociale Beschermingscomité en de Werkgelegenheidscomité.

Nederland staat positief tegenover het voorstel om een kleiner aantal werkgelegenheidsrichtsnoeren met een houdbaarheid van drie jaar te hanteren. Dit biedt stabiliteit voor de komende jaren, en signaleert daarmee tevens een logisch moment voor een mid-term review van de strategie. Ook het voorstel om rapportages in het kader van EU2020 en het Stabiliteitspact gelijktijdig is te doen, bevordert consistentie.

De Lidstaten zijn momenteel bezig de vijf kerndoelen om te zetten in nationale doelen. Een concept rapportage moet in november aan de Commissie gestuurd worden. Echter, vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet zal pas definitief uitsluitsel over de Nederlandse inzet op elk van de doelen gegeven kunnen worden zodra er een nieuw kabinet is. De Tweede Kamer wordt hierover nog nader geïnformeerd.

Sociaal en werkgelegenheidsbeleid heeft een centrale plaats binnen de Europa 2020 strategie en de doelstellingen. Nederland ziet daarom een belangrijke rol weggelegd voor de Raad WSBVC bij de voortgangsbewaking en het monitoren van de doelstellingen.

Deze monitoringsrol, met name op het gebied van de implementatie van de sociale richtsnoer en de armoededoelstelling moet worden ondersteund door het Sociaal Beschermingcomité (SPC) en het Werkgelegenheidscomité (EMCO).

Agendapunt: Voorbereiding Tripartiete Sociale Top

Aard van de bespreking

Informatie van het Voorzitterschap

Voorstel en toelichting

Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voorbereidingen voor de Tripartiete Sociale Top die op 28 oktober plaatsvindt voorafgaand aan de Europese Raad. De Top zal dit keer zijn gewijd aan het vraagstuk hoe de economische- en werkgelegenheidsgroei in Europa kan worden gestimuleerd door een betere «governance» vanuit de EU.

De Top bestaat uit het Voorzitterschap van de Raad en de twee opeenvolgende voorzitterschappen, de Commissie en de sociale partners, vertegenwoordigd op Europees niveau. De Tripartiete Sociale Top komt minstens één keer per jaar bijeen, meestal de dag voorafgaand aan de Europese Raad. De agenda wordt bepaald door het Voorzitterschap, de Commissie en de sociale partners. Ter voorbereiding van de Top bespreekt het Voorzitterschap zijn ideeën in de Raad. Het Voorzitterschap informeert de Europese Raad over de besprekingen in de Tripartiete Top.

Nederlandse opstelling

Nederland zal de informatie van het Voorzitterschap aanhoren.

Agendapunt: Mededeling van de Commissie betreffende Jeugdwerkgelegenheid, onderdeel van het kerninitiatief Jeugd in Beweging

Aard van de bespreking

Informatie van het voorzitterschap, gevolgd door een korte uitwisseling van gedachten

Voorstel en toelichting

De mededeling van de Commissie over Jeugd in Beweging is een van de zeven kerninitiatieven die voortvloeien uit de Europa 2020 strategie. Het doel van dit initiatief is om jongeren te laten slagen in een kenniseconomie. De mededeling is een brede beleidsstrategie voor onderwijs en opleiding, mobiliteit en jeugdwerkgelegenheid die vier pijlers bevat:

  • Ontwikkeling van moderne onderwijs- en opleidingssystemen

  • Bevorderen van de aantrekkelijkheid van hoger onderwijs voor de kenniseconomie

  • Ondersteunen van sterke ontwikkeling van transnationaal leren en arbeidsmarktmobiliteit van jongeren

  • Een kader voor jeugdwerkgelegenheid

Tijdens de komende Raad WSB zal gesproken worden over deze vierde pijler, de jeugdwerkgelegenheid. Het voorgestelde kader voor jeugdwerkgelegenheid bevat aanbevelingen aan de lidstaten en acties voor de Commissie om de toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, om het ondernemerschap van jongeren te stimuleren en om passende sociale zekerheidsvangnetten te bieden aan jongeren.

Nederlandse opstelling

Nederland juicht het toe dat de Europese Commissie meedenkt met de lidstaten om de jeugdwerkloosheid en de ontgroening van de arbeidsmarkt tegen te gaan. Nederland onderschrijft de doelstelling van de commissie voor een succesvolle integratie op de arbeidsmarkt en meer mobiliteit voor alle jongeren. Nederland onderkent het belang van het fit maken en houden van jongeren voor een goed functionerende arbeidsmarkt.

Nederland kan de informatie van het voorzitterschap aanhoren.

Agendapunt: Opinie van het werkgelegenheidscomité over arbeidsmarkttransities

Aard van de bespreking

Goedkeuring van de opinie van het werkgelegenheidscomité

Voorstel en toelichting

Kern van de opinie is dat mensen in de toekomst vaker van baan, functie en sector zullen veranderen. Dit vereist een groter aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt, van zowel vraag als aanbod. Het advies van het werkgelegenheidscomité geeft een aantal condities om transities op de arbeidsmarkt te stimuleren. Kort samengevat komt dit erop neer dat arbeidsmarkt informatie beschikbaar en toegankelijk moet zijn en dat iedereen in staat moet zijn om van baan te veranderen. Dit kan worden ondersteund door scholingsmogelijkheden, flexibele werkorganisaties, voldoende sociale zekerheid en begeleiding naar werk. Het advies legt een groot deel van de verantwoordelijkheid voor het bevorderen van transities neer bij stakeholders zoals het UWV, onderwijsinstellingen en sociale partners.

Nederlandse opstelling

In de toekomst zullen mensen naar verwachting vaker van baan, functie en sector veranderen. Het is daarom van belang om het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt te vergroten en daartoe ook de arbeidsmobiliteit te versterken. Dit versterkt de Nederlandse economie en de concurrentiekracht. Nederland kan zich daarom goed vinden in de opinie van het EMCO.

Agendapunt: Diversen

a) Groenboek pensioenen

De Commissie zal het groenboek pensioenen presenteren dat medio juli is uitgebracht. Tot half november kan op de ideeën in het groenboek worden gereageerd. Conform de gebruikelijke procedure zal de kabinetsreactie op het Groenboek Pensioen aan het parlement worden gestuurd en het parlement in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren. De verwachting is dat de kabinetsreactie conform het verzoek van de Tweede Kamer voor 21 oktober naar het Parlement zal worden gezonden.

b) Integratie van de Roma

Het voorzitterschap zal een algemeen overzicht geven van het werk dat al binnen de Raad is gedaan en van hetgeen nog is te verwachten.

c) Tafelronde over armoede en sociale uitsluiting

Het voorzitterschap zal de conclusies toelichten van de informele bijeenkomst van ministers die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting die plaatsvindt op 18 en 19 oktober as.

d) Kinderarmoede

Mondelinge toelichting door het voorzitterschap van de conclusies van het voorzitterschapstrio over kinderarmoede. Deze conclusies zijn opgesteld naar aanleiding van de kinderarmoede conferentie die heeft plaatsgevonden op 2 en 3 september dit jaar.

e) Conferenties georganiseerd door het Belgisch Voorzitterschap

De Raad zal kennis nemen van informatie van het Belgisch Voorzitterschap over diverse conferenties.

Nederlandse opstelling

Nederland kan de informatie van de Commissie en het Voorzitterschap aanhoren.


XNoot
1

Deze indicator meet of huishoudens in staat zijn bepaalde goederen aan te schaffen (zoals een wasmachine of telefoon) en zich bijvoorbeeld huisvesting, voeding en verwarming kunnen veroorloven.

Naar boven