21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2010

Hierbij zend ik u ter voorbereiding op het aanstaande Algemeen Overleg over de Informele EU Gehandicaptenraad van 19 mei de geannoteerde agenda.

Ik wijs u erop dat over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de Raad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Geannoteerde agenda informele EU bijeenkomst van ministers voor gehandicaptenbeleid op 19 mei 2010.

In de middag van 19 mei 2010 vindt een informele bijeenkomst plaats van ministers die gehandicaptenbeleid in hun portefeuille hebben. Het thema van deze informele raad is: «Monitoring the enforcement of the United Nations Convention on the Rights of Persons with disabilities and contributions of the new European Disability Strategy».

De drie onderwerpen, die zullen worden besproken, zijn:

  • 1. Stand van ratificaties van het VN-Gehandicatenverdrag en het facultatief protocol; met name de voortgang sinds de vorige informele raad.

  • 2. Voortgang van de implementatie van het VN-Gehandicaptenverdrag in de Europese Unie en in de lidstaten.

  • 3. Stand van zaken van een nieuwe «gehandicaptenstrategie» en de bijdrage aan de implementatie in de Europese Unie.

Er zijn voorlopige stukken beschikbaar, maar met name de conclusie van de Europese Commissie over de nieuwe strategie ontbreekt nog. Naar verwachting zal op 7 mei de definitieve agenda en laatste versie van de stukken beschikbaar komen.

Ad 1:

In de informatieve nota wordt aangegeven dat alle lidstaten en de Europese Unie het verdrag hebben getekend en 21 lidstaten ook het facultatieve protocol. Veertien lidstaten hebben het verdrag geratificeerd en 11 lidstaten het facultatief protocol.

Nederland zal toelichten dat gewerkt wordt aan het opstellen van de wetsvoorstellen voor de goedkeuring van het VN-Gehandicaptenverdrag. Het Nederlandse rechtssysteem verplicht tot een toets van bestaande wetgeving en beleidsregels aan de verplichtingen van het verdrag, voordat het wetsvoorstel tot ratificatie aan het parlement wordt voorgelegd. Deze voorbereiding zal vóór de zomer worden afgerond.

Waar het de bevestiging (ratificatie) van het VN-Gehandicaptenverdrag door de Europese Unie betreft, zal de Commissie toelichten dat de Raad van Ministers van de Europese Unie eind 2009 heeft ingestemd met het voorstel van de Europese Commissie dat de Europese Unie het VN-Gehandicaptenverdrag zal bevestigen onder het voorbehoud dat een zogeheten «Code of Conduct» wordt opgesteld, waarin de posities van en de samenwerking tussen de Europese Commissie en de lidstaten worden afgebakend.

Ad 2:

In het uitgebreide derde voortgangsrapport schetst de «High Level Group on disability» de stand van zaken rond de ratificatie en de invoering van het VN-Gehandicaptenverdrag in de verschillende lidstaten. In dit voortgangsrapport wordt met name ingegaan op de manier waarop de lidstaten willen monitoren hoe het VN-Gehandicaptenverdrag wordt geïmplementeerd.

Ten aanzien van deze monitoring zal Nederland toelichten dat het ministerie van VWS het aanspreekpunt zal zijn voor de verschillende overheidslagen en zal zorgen voor de ondersteuning van een coördinatiestructuur waarin niet alleen ministeries participeren, maar ook vertegenwoordigers van IPO, VNG en de Unie van Waterschappen. Het toezicht door een onafhankelijke instantie wil Nederland invullen door deze taak toe te delen aan het op te richten College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling. Dit College dat wordt ingericht op basis van de zogenaamde «Paris Principles» zal het nieuwe Nederlandse mensenrechteninstituut worden, volgens het wetsvoorstel dat nu voor advies bij de Raad van State ligt. In dit wetsvoorstel is deze rol voor het College al benoemd.

Ad 3:

De Europese Commissie bereidt een discussiestuk voor over de toekomstige «gehandicaptenstrategie». Tot begin 2010 heeft voor deze strategie een internetraadpleging van burgers in de EU plaatsgevonden. Een eerste kader is onlangs voorgelegd aan de «High Level Group on disability». De Europese Commissie schetst daarin drie mogelijke uitgangspunten:

  • a. de strategie 2005–2010 continueren, waarbij arbeidsintegratie en de voorwaarden daartoe (zoals vervoer) het centrale thema vormen;

  • b. de implementatie van het VN-Gehandicaptenverdrag voor die terreinen die onder de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie vallen;

  • c. actief sturen op harmonisatie van wetgeving en beleid van de lidstaten.

In de High Level Group on disability hebben de lidstaten aangedrongen op het formuleren van reële ambities door de Europese Commissie; bekend is dat veel van de niet-gouvernementele organisaties juist bij de Europese Commissie hebben gepleit voor een sturende rol van de Europese Commissie. De Europese Commissie is nu bezig met het verwerken van deze commentaren en zal naar verwachting vragen als deze in het discussiestuk verwerken.

Nederland zal aangeven voorstander te zijn van een strategie die zowel voortbouwt op de huidige strategie als die zich richt op implementatie van het VN-Gehandicaptenverdrag. De huidige strategie is waardevol gebleken, waarbij geconstateerd moet worden dat – zeker in het licht van de economische crisis – mensen met een handicap of chronische ziekte nog steeds een positie op de arbeidsmarkt hebben die versterkt dient te worden. Vanzelfsprekend zal de nieuwe strategie ook het VN-Gehandicaptenverdrag moeten incorporeren, nu dit voor de Europese Unie zal gelden.

Naar boven