21 501-31
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

nr. 151
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 26 juni 2008

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 4 juni 2008 overleg gevoerd met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de geannoteerde agenda van de EU-Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC) van 9 en 10 juni 2008, alsmede het verslag van de informele bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid uit de EU-lidstaten van 17 en 18 april 2008 (21 501-31, nr. 149);

– het verslag van de EU-Gezondheidsraad van 6 december 2007 (21 501-31, nr. 137);

– de brief van de minister van VWS d.d. 8 januari 2008 over tabaksingrediënten (22 894, nr. 153);

– de brief van de minister van VWS d.d. 30 mei 2008 waarin vragen worden beantwoord die gesteld zijn tijdens het AO van 16 april 2008 over de Informele Raad van ministers van Volksgezondheid uit de EU-lidstaten van 17 en 18 april 2008 (21 501-31, nr. 148);

– BNC-fiche over de verordening nieuwe voedingsmiddelen (22 112-614, fichenr. 2);

– BNC-fiche over de verordening over voedselinformatie aan consumenten (22 112-623, fichenr. 5);

– BNC-fiche over de richtlijn over de veiligheid van speelgoed (22 112-623, fichenr. 4);

– BNC-fiche over de richtlijn over vergunningen voor het in de handel brengen van (dier)geneesmiddelen (21 112-633, fichenr. 4).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Zijlstra (VVD) kan zich vinden in het voorbehoud dat Nederland aantekent met betrekking tot het toepassen van de comitologieprocedure bij het wijzigen van de Richtlijn inzake vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen.

Als het niet lukt om niet-traditionele kweek- of foktechnieken op te nemen in artikel 3.2. II van de Verordening nieuwe voedingsmiddelen, moet worden ingezet op een voorbehoud namens Nederland.

Waarom houdt de Europese Unie (EU) zich bezig met een witboek over voeding, overgewicht en obesitas? Voorstellen als het verstrekken van schoolfruit wekken bij de gemiddelde burger in Europa de indruk dat de EU zich bezighoudt met de verkeerde dingen.

Is de e-sigaret een geneesmiddel of een genotsmiddel? Het is onduidelijk hoeveel nicotine er wordt uitgestoten per inhalering, wat de effecten daarvan zijn en of er kans is op lekkage. In Nederland is een schikking getroffen over reclame. Voor producten zonder nicotine mag wel reclame worden gemaakt, maar niet voor producten met nicotine. Ingeval van de e-sigaret is reclame dubieus. In Europa dient serieuze regelgeving te komen, ook voor snus en kauwtabak. Op basis van wetenschappelijk onderzoek moet vastgesteld worden wat schadelijk is en wat niet en wat gereguleerd moet worden en wat niet.

Het laten vallen van niet-voorverpakte levensmiddelen onder de reikwijdte van de verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten leidt tot buitenproportionele verplichtingen.

Mevrouw Schermers (CDA) vindt dat de kwaliteit van de informatievoorziening over geneesmiddelen op internet bewaakt moet worden. Hoe kan de illegale handel in medicijnen via internet worden voorkomen?

Bij de registratie van geneesmiddelen in de EU dient de vraag of het registratieonderzoek is verlopen volgens ethische normen, een belangrijk aandachtspunt te zijn, ook als dit onderzoek heeft plaatsgevonden in ontwikkelingslanden.

Welke initiatieven zijn er genomen rondom vervangende rokersproducten als de Super Smoker? Hoe wordt bevorderd dat op Europees niveau duidelijkheid komt over deze producten?

Wordt het voorstel van de Europese Commissie ten aanzien van decontaminatie van pluimveevlees er niet te snel doorheen gedrukt? Het onderzoek naar decontaminatie is nog niet afgerond en de consument staat er afwijzend tegenover.

Voedingsproducten dienen behalve eenduidig ook begrijpelijk gelabeld te worden. Klopt het dat een kleurenaanduiding hiervoor de beste methode is?

De heer Van Gerven (SP) feliciteert de minister die als roker door de vereniging Clean Air is uitgeroepen tot niet-roker van het jaar. De beantwoording van Kamervragen over het toevoegen van verslavende ingrediënten aan tabaksproducten is niet bevredigend, terwijl de voormalige minister van WVS nog bereid leek, stappen te zetten om in Nederland deze stoffen te weren.

Is publieksreclame voor medicinale producten toegestaan als het definitieprobleem is opgeheven? Hoe wordt gedacht over sluik- of symptoomreclame op internet?

Medicijnverkoop via internet dient in Europees verband te worden aangekaart, inclusief de rol en de mogelijkheden van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Het zogeheten «stoplichtenmodel» is heel geschikt om voedsel te labelen.

De heer Van der Veen (PvdA) vindt dat gestreefd moet worden naar harmonisatie van de verschillende logosystemen voor voedingsmiddelen. Er dient een ambitieuze aanpak te komen om overgewicht tegen te gaan. Een kleurcodering als het «stoplichtensysteem» kan hierbij behulpzaam zijn. Hoe kunnen de consumenten verder in staat worden gesteld om een weloverwogen en gezonde keuze te maken voor voedingsmiddelen? Hoe kunnen fabrikanten worden gestimuleerd om betere en gezondere producten te leveren?

In de Verordening nieuwe voedingsmiddelen zal de definitie van nieuwe voedingsmiddelen in verband met nieuwe technologieën worden geherformuleerd. Vallen nanotechnologie en het klonen van dieren wel of niet onder de verordening?

Dient de regulering van ingrediënten in tabaksproducten in internationaal verband tot stand te komen?

In de geannoteerde agenda wordt niet ingaan op de Richtlijn betreffende de kwaliteit en de veiligheid van orgaandonatie en -transplantatie, die naar verwachting in november 2008 wordt gepresenteerd, vergezeld van een actieplan voor nauwere samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied. Heeft een dergelijke richtlijn toegevoegde waarde?

Minister Klink verklaart dat Nederland ten aanzien van de Verordening nieuwe voedingsmiddelen zal aandringen op een limitatieve opsomming van niet-traditionele kweek- of foktechnieken in de huidige tekst. Ethische discussies over bijvoorbeeld het klonen van dieren horen niet thuis in het kader van deze verordening die voor alles de voedselveiligheid betreft.

Het verzamelen van «best practices» ten aanzien van de bestrijding van obesitas en dergelijke is prima, maar Europa moet niet via richtlijnen of verordeningen gaan voorschrijven of er bijvoorbeeld schoolfruit verstrekt dient te worden. De Raad Landbouw en Visserij heeft unaniem een verklaring aangenomen waarin de Commissie wordt gevraagd een voorstel te doen met betrekking tot het verstrekken van schoolfruit. Voorstellen zijn prima, zolang ze geen dwingend karakter hebben. De minister van LNV zal worden aangesproken op het belang van subsidiariteit op dit terrein, zodat de bewindslieden op één lijn zitten.

Er dient duidelijkheid te komen over de vraag of de Super Smoker een regulier consumptiegoed is of een medicijn, vergelijkbaar met de nicotinepleister, dat dient als middel om iemand van zijn rookverslaving af te helpen. Voorlopig is de Super Smoker als medicijn gekwalificeerd en is er een schikking getroffen over reclame. De huidige richtlijnen met betrekking tot de e-sigaret vereisen opheldering, opdat de EU-landen één lijn trekken en de implicaties duidelijk zijn. Het onlangs ontvangen standpunt van de Commissie zal de Kamer zo spoedig mogelijk worden toegezonden, vergezeld van een kabinetsreactie. Het voorstel om op basis van wetenschappelijk onderzoek vast te stellen welke «smoking related products» schadelijk zijn en welke niet, zal worden meegenomen naar de Raad.

De Kamer zal schriftelijk worden geïnformeerd over de bestaande regels met betrekking tot het registreren van medicijnen en over de naleving ervan.

Symptoomreclame op internet is momenteel toegestaan en de Commissie zal waarschijnlijk ook niet overgaan tot een voorstel om deze reclame te verbieden. Publieksreclame voor receptplichtige geneesmiddelen is en blijft verboden. De Commissie wil ervoor zorgen dat de patiënt weet welke informatie betrouwbaar is en geen wervend karakter heeft. Het vinden van een sluitende en hanteerbare definitie van het begrip «informerend karakter» zal lastig zijn. Voor internet gelden dezelfde regels die ook voor andere communicatiekanalen gelden. Wel is handhaving lastiger en is aanpak in EU-verband gewenst. De Kamer zal op dit punt nader schriftelijk worden geïnformeerd.

De Commissie dient met een nieuw voorstel te komen ten aanzien van decontaminatie, aangezien het huidige is afgewezen.

In de Voedingsnota zal worden ingegaan op het labelen van voedingsproducten. De Gezondheidsraad zal naar verwachting in het najaar van 2008 een advies uitbrengen over voedingslogo’s. Dit advies zal worden gebruikt bij de standpuntbepaling over de verplichte voedingswaardedeclaratie. Het «stoplichtensysteem» schijnt niet geliefd te zijn onder producenten, aangezien de kleur rood bij de consument de indruk kan wekken dat een product niet genuttigd mag worden, hoewel het niet schadelijk hoeft te zijn voor de gezondheid, mits met mate gebruikt. Het Ik Kies Bewust-logo moet niet direct worden opgeheven, aangezien dit reeds op de markt is gebracht.

De aanpak van verslavende stoffen in sigaretten dient bij voorkeur in Europees verband te geschieden. Er is nog geen gemeenschappelijke lijst van voor tabaksproducten toegestane ingrediënten zoals voorgeschreven in artikel 12 van de Richtlijn 2001/37/EG inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. Wel heeft de Commissie haar Joint Research Centre opdracht gegeven om een en ander te bestuderen. Het RIVM is bij dit onderzoek betrokken.

De Richtlijn betreffende de kwaliteit en de veiligheid van orgaandonatie entransplantatie heeft geen toegevoegde waarde. Wel bestaat het risico van een negatief effect op de beschikbaarheid van organen, omdat het gebruik van marginale organen, zoals nieren van oudere donors, wellicht onmogelijk wordt. Ook kan de richtlijn leiden tot extra regels en dus barrières voor professionals in de zorg die te maken hebben met orgaandonatie entransplantatie.

De verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten mag inderdaad niet leiden tot een toename van de regellast voor bedrijven.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Vendrik (GroenLinks), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Vietsch (CDA), Uitslag (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Atsma (CDA), Van der Ham (D66), Çörüz (CDA), Gill’ard (PvdA), Smilde (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Hamer (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie) en De Wit (SP).

Naar boven