Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van informele Toerismeraad aan die, via videoconferentie,
op 1 maart 2021 plaatsvond. Nederland werd bij deze Raad vertegenwoordigd door de
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.
Tijdens de informele Raad is gesproken over het herstel van de toerismesector na de
pandemie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Verslag informele High Level videoconferentie over toerisme
Tijdens de informele High Level videoconferentie over toerisme spraken de lidstaten
over de uitdagingen voor de toerismesector naar aanleiding van de (voortdurende) COVID-19-pandemie.
Het ging hierbij vooral over welke rol de EU kan spelen bij het effectief aanpakken
van deze uitdagingen. Lidstaten wisselden kennis uit over geleerde lessen van het
afgelopen toerismeseizoen en spraken over wat nodig is voor een zo spoedig mogelijk
herstel.
Het Portugese voorzitterschap, de United Nations World Tourism Organization (UNWTO)
en de World Travel and Tourism Council (WTTC) benadrukten de (economische) gevolgen
voor de toerismesector, die nijpender worden naarmate de pandemie langer aanhoudt.
Veel bedrijven en banen gaan verloren en het wordt steeds moeilijker de sector weer
op te bouwen. De nadruk ligt op een gezamenlijke aanpak voor het herstel van de sector.
Vrijwel alle lidstaten benadrukten dat grensoverschrijdende mobiliteit cruciaal is
voor de herstart van het toerisme. Ook werd door veel lidstaten, waaronder Nederland,
aangegeven dat een snelle, eensgezinde en gecoördineerde aanpak, zowel nationaal als
internationaal, essentieel is om een gefragmenteerde interne markt te voorkomen. Volgens
lidstaten is Europese coördinatie bijvoorbeeld nodig bij wederzijdse erkenning van
testmethodes en de ontwikkeling van gezamenlijke gezondheids- en veiligheidsprotocollen.
Ik heb opgeroepen dat ter bescherming van de interne markt en onze economieën de lidstaten
het vrije verkeer van personen en goederen dienen te respecteren en geen barrières
op moeten werpen binnen de interne markt. Ook heb ik aandacht gevraagd voor de toerismesector
op de BES-eilanden, die zwaar geraakt is door de pandemie. Bij de bescherming van
de interne markt kan Europese coördinatie toegevoegde waarde hebben.
Lidstaten haalden ook het belang van vaccinatiebewijzen of vaccinatiepaspoorten aan.
Volgens sommige lidstaten mag een vaccinatiebewijs niet het enige toegestane bewijs
zijn om te mogen reizen. Zo zou bijvoorbeeld reizen met een bewijs van een negatieve
testuitslag ook mogelijk moeten zijn. De maatregel mag dus niet discriminatoir van
aard zijn. Sommige lidstaten zouden in een dergelijk bewijs zowel vaccinaties als
testuitslagen willen opnemen, terwijl andere lidstaten voorstander van minder uitgebreide
certificaten zijn. Ik heb aangegeven dat het belangrijk is dat we hier een gezamenlijke
en gecoördineerde benadering hanteren. De kabinetsreactie met het standpunt over vaccinatiebewijzen
wordt naar verwachting half maart naar uw Kamer gestuurd.
Daarnaast noemden veel lidstaten het belang van een digitale informatietool (of platform)
die gezondheidsinformatie van passagiers zal verzamelen. Dit helpt ook om de mobiliteit
te ondersteunen en veilig reizen weer op gang te brengen.
Commissaris Breton gaf aan half maart plannen voor EU-brede digitale vaccinatiebewijzen
(digitale groene pas) te presenteren. Ook gaf Breton aan dat de Commissie in de komende
maanden gaat werken aan een update van het toerisme- en transportpakket van vorig
jaar mei.1
Meerdere lidstaten riepen op tot financiële steun aan de toerismesector, waaronder
een voorstel voor verlenging van de tijdelijke verruiming van de staatssteunregels.
Ook gaven lidstaten aan waarschijnlijk in hun herstelplannen (Recovery and Resilience Plans, RRPs) projecten voor de toerismesector op te nemen.
Tenslotte zijn vrijwel alle lidstaten het erover eens dat de EU een belangrijke meerwaarde
heeft om goede voorbeelden uit te wisselen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland,
onderstreepte de noodzaak om een Europese strategie voor de sector te ontwikkelen
op basis van gedeelde prioriteiten: de groene en digitale transitie. Dit geeft de
Commissie ook de mogelijkheid om de samenwerking en coördinatie te versterken. Breton
gaf aan er naar uit te kijken om samen met de lidstaten deze agenda verder vorm te
geven en kondigde de Highlevel meeting over duurzaam toerisme aan op 14 mei a.s. waar
over deze agenda zal worden gesproken.