21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 498 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, het verslag aan van de informele Raad voor Concurrentievermogen die op 21 juli 2020 plaatsvond (videoconferentie).

Tijdens deze informele Raad is onder meer gesproken over de toekomst van de Europese onderzoeksruimte, het herstelvermogen van Europa en groene waterstof. Daarnaast is door het huidige en de twee toekomstige voorzitterschappen een voorzitterschapsroutekaart en een Europees initiatief voor burgerwetenschap gepresenteerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen (videoconferentie) van 21 juli 2020

Tijdens deze eerste informele Raad onder Duits voorzitterschap werd een voorzitterschapsroutekaart en een «plastic pirates» burgerwetenschapsinitiatief gepresenteerd. Vervolgens sprak de Raad over de toekomst van de Europese onderzoeksruimte (ERA), de rol van onderzoek en innovatie (O&I) voor het herstelvermogen van Europa en groene waterstof. Het voorzitterschap hanteerde een interactieve aanpak met korte interventies van een beperkt aantal lidstaten, aangevuld door online stellingen per sessie. De lidstaten hebben op maximaal één sessie kunnen interveniëren. Nederland was door het voorzitterschap uitgenodigd om de sessie over groene waterstof te openen. Vanwege deze aanpak heeft Nederland dus niet tijdens de andere sessies geïntervenieerd.

Het voorzitterschap stelde dat er met het akkoord van de Europese Raad op de Europese meerjarenbegroting en het herstelpakket van 21 juli jl., richting is gegeven voor de toekomst van Europa. Lidstaten moeten volgens het voorzitterschap gezamenlijk inzetten op een excellent en impact-gericht O&I-beleid, waarbij het coördineren van O&I-activiteiten van belang is. Vervolgens gaf Eurocommissaris Gabriel aan dat O&I noodzakelijk is om de bredere politieke doelen op het gebied van klimaat, digitalisering en economisch herstel te bereiken. Met oog op het komend half jaar is de inzet van de Europese Commissie om de onderhandelingen over Horizon Europe, Euratom en ITER spoedig af te ronden. Voorgaand voorzitter Kroatië benadrukte in het kader van de toekomst van de ERA het belang van inclusiviteit en gelijke kansen voor onderzoekers. Brain drain is volgens Kroatië namelijk een Europees probleem.

Voorzitterschapsroutekaart en Europees burgerwetenschapsinitiatief «plastic pirates»

Presentaties

Het huidige en de twee toekomstige voorzitterschappen (Portugal en Slovenië) hebben het initiatief genomen om samen een voorzitterschapsroutekaart, de zogenoemde trioroutekaart te presenteren. Duitsland stipte hierin de ministeriële ERA conferentie op 20 oktober a.s. aan en zal zich inzetten om Horizon Europe te laten starten per 2021. Portugal gaf aan dat het zich tijdens zijn voorzitterschap zal richten op verdere uitwerking van de toekomst van de ERA, onderzoekscarrières, weerbaarheid van Europa, ruimtevaart, waterstof en circulaire economie. Slovenië wees op de ethische dimensie van de ERA waaronder het creëren van gelijke kansen voor onderzoekers. Na de presentatie van deze voorzitterschapsroutekaart lichtte het voorzitterschap de «plastic pirates» campagne toe waarbij scholieren informatie verzamelen en zo actief bijdragen aan de wetenschap. Deze campagne is een gezamenlijk burgerwetenschapsinitiatief van Duitsland, Portugal en Slovenië. Slovenië onderstreepte expliciet het belang van open science in burgerwetenschap.

Europese onderzoeksruimte (ERA)

Gedachtewisseling

Het voorzitterschap benadrukte dat het mondiale concurrentievermogen van de EU belangrijk is. Internationale samenwerking is nodig en technologische soevereiniteit moet worden gewaarborgd. Tijdens deze sessie gaf Eurocommissaris Gabriel aan dat voor de ERA stevigere ambities nodig zijn, waar zowel op Europees- als op nationaal niveau aan kan worden gewerkt de komende jaren.

Een aantal lidstaten was door het voorzitterschap uitgenodigd voor het plegen van een interventie. De interveniërende lidstaten riepen onder meer op tot snelle publicatie van de Commissiemededeling over de toekomst van de ERA. Ook werd het belang van ambitieuze doelstellingen voor de ERA beaamd. Specifiek werd met het oog op die ambitieuze doelen door de interveniërende lidstaten gerefereerd aan een sterke verbinding tussen onderwijs, onderzoek en innovatie. De ERA kan ook een rol spelen in de groene- en digitale transities, door middel van gecoördineerde acties. Verder werd het belang van internationale samenwerking en synergie met missies en structuurfondsen genoemd. Ook werd open science genoemd als belangrijk instrument om de doelstellingen van de ERA te behalen. Tot slot waren sommige interveniërende lidstaten van mening dat de ERA minder vrijblijvend zou moeten zijn, anderen waren juist van mening dat er geen sprake mag zijn van te sterke regulering.

Herstelvermogen van Europa

Gedachtewisseling

Het voorzitterschap sprak waardering uit voor het tempo waarmee lidstaten tijdens de coronacrisis actie hebben ondernomen. Het ERAvsCorona actieplan van de Commissie bood hiervoor een goed startpunt, maar op lange termijn is evidence-based beleid noodzakelijk. In het kader van weerbaarheid is het van belang om niet enkel te richten op het voorkomen van pandemieën, maar ook op andere soorten crises. Daarbij moet voldoende aandacht zijn voor de sociale en economische dimensies van de crisis. Versterking van Europese onderzoeks- en wetenschapssysteem en gecoördineerde O&I-acties blijven ook in de toekomst nodig. Verder gaf het voorzitterschap aan dat fundamenteel onderzoek belangrijk is voor een brede kennisbasis. Gastspreker professor Neugebauer (Frauenhofer Instituut) benadrukte het belang van O&I-investeringen en technologische soevereiniteit en refereerde aan het belang van onderwijs en carrièrepaden in het kader van weerbaarheid.

De interveniërende lidstaten deelden grotendeels de lijn van het voorzitterschap. Door meerdere lidstaten werd benadrukt dat gecoördineerde O&I-acties in het kader van de ERA moeten plaatsvinden. Ook werd ingezet op duurzaamheid en kunstmatige intelligentie als cruciale ingrediënten om Europese weerbaarheid te bewerkstelligen. Een enkele lidstaat benadrukte inclusiviteit. Daarnaast kwam het belang van open science en onderzoeksinfrastructuren naar voren en werd het excellentieprincipe en de balans tussen toegepast en fundamenteel onderzoek onderstreept.

Groene waterstof

Gedachtewisseling

Professor Schlögel (Max Planck Instituut) lichtte als gastspreker toe dat waterstof een mondiaal onderwerp is en gaf aan dat een regelgevend kader momenteel ontbreekt. Hij prees een aantal koplopers, waaronder Nederland, en wees erop dat wellicht niet alle lidstaten even ver zijn, maar dat dit niet maar dat dit niet betekent dat er moet worden gewacht met O&I-projecten op waterstof.

Eurocommissaris Gabriel achtte het van belang dat dat de hele kennisketen wordt meegenomen in investeringen en projecten. Opschaling en het uitrollen van waterstoftoepassingen blijft van belang.

De interveniërende lidstaten bespraken met name de onlangs gepubliceerde waterstofstrategie van de Commissie en het voorstel van het voorzitterschap om een gezamenlijke EU-routekaart te maken voor O&I ten behoeve van groene waterstof. Over het algemeen was er onder de lidstaten steun voor zowel de EU-waterstofstrategie als voor het voorzitterschapsvoorstel. Meerdere lidstaten benadrukten de rol die investeringen in groene waterstof kunnen spelen bij beleidspakketten voor een groen economisch herstel van de crisis. Ook werd het belang genoemd van een O&I-vriendelijke omgeving om samenwerking tussen wetenschap en industrie te realiseren. Hierbij moet ook ruimte zijn om O&I-acties met lagere Technology Readiness Levels te financieren.

In zijn interventie tijdens deze sessie benadrukte Nederland het belang van een EU-brede aanpak en verwelkomde het voorstel voor een routekaart. Voorts wees Nederland op de noodzaak om snel tot resultaten te komen en de behoefte aan een EU-regelgevend kader dat ruimte laat voor de groene pilots. Het voorstel van het voorzitterschap sluit aan bij de wens van het kabinet om relatief snel tot concrete O&I-projecten te komen die duidelijk toegevoegde waarde hebben bovenop activiteiten die reeds plaatsvinden of op de planning staan. Concreet biedt het voorzitterschapsvoorstel de mogelijkheid om met een groep koplopers te beginnen aan de gemeenschappelijke routekaart, terwijl andere lidstaten aan kunnen sluiten wanneer zij daar klaar voor zijn. De uitgebreide appreciatie van de waterstofstrategie ontvangt uw Kamer binnenkort in een BNC-fiche.

Naar boven