21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 493 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2020

Bijgevoegd vindt u het verslag van de informele videoconferentie van de Raad van Concurrentievermogen, onderdeel ruimtevaart, op 29 mei jl. Er is gesproken over de waarde van de ruimtesystemen en ruimtevaartdata en -diensten voor duurzaamheid en groen herstel uit de coronacrisis.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Verslag informele VTC Raad voor Concurrentievermogen Ruimtevaart

Gedachtewisseling

Tijdens de informele videoconferentie van de Raad voor Concurrentievermogen, onderdeel ruimtevaart van 29 mei 2020 is ingegaan op de waarde van ruimtesystemen en ruimtevaartdata en -diensten voor duurzaamheid en groen herstel van de coronacrisis.

Het Kroatisch voorzitterschap ging in op brede waarde van het ruimtevaartdomein, onder andere voor het behalen van de ambities van de Green Deal. Eurocommissaris Breton schetste dat de huidige crisis ook effect heeft op de ruimtevaartsector en schatte de omzetdaling in het tweede en derde kwartaal van 2020 op 25%. Ruimtevaart kan een grote stimulans zijn voor duurzaam herstel, de enorme hoeveelheden aardobservatiedata kunnen door Europese bedrijven worden benut. Commissaris Breton gaf aan dat satellietnavigatiesysteem Galileo nu op 20 cm precisie positie kan bepalen. Dat systeem is van belang voor bijvoorbeeld autonoom rijden en voor veiligheids- en defensietoepassingen. Hij onderstreepte verder het belang van synergiën van ruimtevaarttoepassingen met veiligheid en defensie en effectieve samenwerking tussen de EU en het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA) in het ruimtevaartdomein.

Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderkenden het belang van ruimtesystemen voor groen herstel uit de huidige crisis. Een aantal lidstaten noemden daarbij het voorbeeld van de Galileo Green Lane applicatie dat transport bij grensovergangen monitort en bijdraagt aan het verminderen van wachttijden. Veel lidstaten, waaronder Nederland, gingen in op gebruik van data en signalen van ruimtesystemen door overheden. Onderwerpen die werden aangesneden waren verder het betrekken van start-ups en mkb, het belang van autonomie en toegang tot de ruimte, en de relatie met human capital-thema’s. Tenslotte blikte een aantal lidstaten vooruit op de onderhandelingen over en uitvoering van het ruimtevaartprogramma, waarbij het belang van goede samenwerking tussen EU en ESA veel werd genoemd.

Nederland benadrukte dat de waarde van ruimtevaart breed moet worden gezien. Ruimtevaart kan een grote bijdrage leveren aan de Europese ambities op het gebied van vervoer, digitalisering, veiligheid en defensie, klimaat en milieu. Daarom is het van belang dat Europa een sterke positie in de ruimtevaart heeft. Voorts lichtte Nederland het belang van het open databeleid toe om het gebruik van ruimtesystemen te stimuleren, met een oproep dit te continueren. Daarmee voldeed Nederland aan toezeggingen in de antwoorden op Kamervragen van de D66- en CDA-fracties.1 Nederland suggereerde het Small Business Innovation Research- (SBIR-)instrument om gebruik van ruimtevaart te stimuleren door overheden. Over de volgende programmaperiode gaf Nederland mee de zaken die goed gingen in de huidige programmaperiode te willen continueren. Daarbij gaf Nederland aan specifiek de veiligheidsvoorwaarden te willen continueren die gesteld worden aan bedrijven die bijdragen aan de Europese ruimtesystemen.

Afsluitend presenteerde het inkomend Duits voorzitterschap het programma voor de RvC onderdeel ruimtevaart voor de tweede helft van 2020. Duitsland is voornemens te werken aan de afronding van de Ruimtevaartprogrammaverordening, het start-up ecosysteem en het bepalen van een gezamenlijke agenda en uitgangspunten op de EU – ESA Space Council die het beoogt te organiseren in november 2020.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501–30, nr. 487

Naar boven