21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 389 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2016

Hierbij bied ik u mede namens de Minister en Staatssecretaris van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen van 28 en 29 november 2016 in Brussel. Deze Raad bestond uit een deel interne markt en industrie en een deel ruimtevaart en onderzoek.

Interne markt

De Raad heeft op 28 november jl. een algemene oriëntatie over het voorstel voor een verordening inzake Geoblocking bereikt (ST 14663/16). Tevens voerde de Raad een beleidsdebat over de internemarktstrategie en presenteerde de Europese Commissie het startersinitiatief. De Raad sprak in het kader van de check-up van het concurrentievermogen over vaardigheden. Ook is er in de Raad van gedachten gewisseld over de afronding van de invoering van het unitair octrooi en het eengemaakte octrooigerecht.

Onder het agendapunt diversen zijn de volgende punten aan de orde gekomen:

  • De wens van een aantal lidstaten dat de Europese Commissie in 2017 met een mededeling over Europees industriebeleid komt (informatie van de Duitse en Luxemburgse delegaties).

  • Voorstel voor een verordening inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens (informatie van het voorzitterschap).

  • Voorstel voor een verordening inzake de samenwerking van instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (informatie van het voorzitterschap).

  • Mededeling van de Europese Commissie over de rechtsbescherming van biotechnische uitvindingen (informatie van de Europese Commissie).

  • Verslag van de mkb-gezanten (informatie van de Europese Commissie).

  • Uitkomsten van de conferentie over Deeleconomie die op 15 november jl. in Brussel plaatsvond (informatie van het voorzitterschap).

  • Auteursrechtenpakket (informatie van de Europese Commissie).

  • Concurrentieaspecten van de Europese pijler van sociale rechten (informatie van de Hongaarse delegatie).

  • Het werkprogramma van het inkomende EU-voorzitterschap Malta voor wat betreft interne markt en industrie (informatie van de Maltese delegatie).

Tijdens de informele lunch en marge van de Raad op 28 november jl. is gediscussieerd over de automotive industrie.

Ruimtevaart

De Raad sprak over de ruimtevaartstrategie die op 26 oktober jl. is uitgebracht. Als diversenpunt presenteerde het inkomende EU-voorzitterschap, Malta, zijn EU-voorzitterschapsprogramma voor wat betreft ruimtevaart.

Onderzoek

Het onderzoeksdeel op 29 november jl. begon met een informele lunchdiscussie over samenwerking en netwerken voor excellentie in het Europese onderzoekslandschap. Na de lunch nam de Raad conclusies aan over jonge onderzoekers en werd gediscussieerd over internationale samenwerking in onderzoek en innovatie. Onder het agendapunt diversen informeerde de Commissie de Raad over open science, het Flagship voor kwantumtechnologie en de Mededeling over Accelerating Clean Energy Innovation. Het Slowaaks voorzitterschap informeerde de Raad over de high hevel conference over de Europese bioeconomie, de Portugese delegatie vroeg aandacht voor Atlantische interactie en het aankomende Maltees voorzitterschap lichtte tot slot zijn werkprogramma toe op het terrein van onderzoek en innovatie.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Bijlage: verslag Raad voor Concurrentievermogen 28–29 november 2016

28 november 2016

Geoblocking

Algemene oriëntatie

De Raad heeft een algemene oriëntatie bereikt over het voorstel voor een verordening inzake geoblocking (COM (2016) 289). Er werd een compromisvoorstel behandeld dat het voorzitterschap had voorgelegd (ST 14662/16). De Europese Commissie gaf aan dat het voorstel over geoblocking onderdeel uitmaakt van de internemarktstrategie en de strategie voor de digitale interne markt. Het heeft ten doel de ongerechtvaardigde discriminatie van klanten (consumenten en bedrijven) op basis van gewoon verblijf, vestiging en/of nationaliteit tegen te gaan. Dit doel werd door het overgrote merendeel van de lidstaten in de Raad onderschreven.

Nederland heeft het voorstel van de Europese Commissie verwelkomd en ziet dit als een belangrijk onderdeel van het wegnemen van barrières op de interne markt, zowel online als offline. Nederland heeft het voorliggende compromisvoorstel dan ook gesteund. Nederland heeft benadrukt dat het toepasselijk recht (het nationale recht dat van toepassing is op een koopcontract) en zoveel mogelijk rechtszekerheid moet bieden. Het is immers niet de bedoeling dat handelaren met 28 verschillende regimes op het gebied van consumentenrecht worden geconfronteerd zonder dat deze handelaren het oogmerk hebben zich te richten op andere markten. Nederland heeft benadrukt dat de bestaande Rome I-verordening (de verordening inzake het reguleren van het toepasselijk recht) en Brussel I verordening (de verordening inzake de rechterlijke bevoegdheid) geëerbiedigd moet worden. Tevens heeft Nederland het aspect van passieve verkoopbeperkingen (passieve verkoop is verkoop waarbij de klant niet bewust wordt opgezocht) benadrukt. Nederland vindt dat een leverancier in beginsel niet geoorloofd mag zijn om verkoopbeperkingen aan een handelaar op te leggen voor zover deze strijdig zijn met het geo-blocking voorstel. Hiervan kan enkel afgeweken worden als het mededingingsrecht dit toelaat. Het merendeel van de lidstaten kon het Nederlandse standpunt hieromtrent steunen.

Hoewel het voorstel een gekwalificeerde meerderheid had, wezen ook enkele lidstaten het voorliggende compromisvoorstel af vanwege de administratieve lasten die het voorstel met zich mee zou brengen voor bedrijven omdat deze geen klanten meer mogen weren op grond van nationaliteit, locatie of vestigingsplaats («verkoopplicht»). Uiteindelijk werd er een gekwalificeerde meerderheid gevonden voor het compromisvoorstel.

De Europese Commissie drong, gesteund door vele lidstaten zoals Nederland, aan op een spoedige verdere behandeling van het voorstel onder Maltees voorzitterschap. Enkele lidstaten vroegen daarbij nog wel aandacht om oog te houden voor de goede implementatie en uitvoering van het voorstel en de administratieve lasten.

Interne Markt Strategie

Debat over de voortgang en presentatie start-up initiatief

De Raad voerde een beleidsdebat over de internemarktstrategie aan de hand van een discussiedocument van het Slowaaks voorzitterschap (ST 14246/16).

Het Slowaaks voorzitterschap benadrukte het belang van de dienstensector voor de interne markt en illustreerde dat door te benoemen dat negen van de tien nieuwe banen in de dienstensector gecreëerd worden. De Europese Commissie gaf aan dat zij op schema loopt met de uitvoering van de internemarktstrategie. De Raad kan op korte termijn enkele nieuwe voorstellen, waaronder het Dienstenpakket, tegemoet zien. De Raad voor Concurrentievermogen heeft volgens de Europese Commissie een grote verantwoordelijkheid in de uitvoering en zij riep de Raad op om een hoog niveau van ambitie te tonen.

Nederland benadrukte dat er nog veel moet gebeuren om de internemarktstrategie uit te voeren. Nederland moedigde de Europese Commissie aan tot meer snelheid, gezien de deadline die de Europese Raad gesteld heeft om alle onderdelen van de strategie in 2018 uitgevoerd en geïmplementeerd te hebben. Er was steun vanuit verschillende lidstaten voor deze brief tijdens de Raad. Enkele lidstaten gaven aan niet alle onderdelen van deze brief te steunen bijvoorbeeld waar het gaat om gereguleerde beroepen. Ook Duitsland en Frankrijk stuurden een non-paper naar de Commissie en refereerden hieraan, net als Portugal en Italië.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benoemden het belang van de dienstenkaart, die als katalysator kan werken om het vrij verkeer van diensten en vestiging te verbeteren. Vrijwel alle lidstaten zien de dienstenkaart als middel om administratieve lasten te verminderen. Sommige lidstaten, waaronder Nederland willen dat met de dienstenkaart ook regelgevende barrières in andere lidstaten worden aangepakt. Nederland en een aantal andere lidstaten benadrukten dat wederzijdse erkenning van regels over diensten belangrijk is, bijvoorbeeld waar het gaat om gereguleerde beroepen. Dit werd niet door alle landen gesteund.

Enkele lidstaten hadden kritische opmerkingen over de dienstenkaart, die bijvoorbeeld niet het land-van-oorsprongsbeginsel dient te introduceren. Met het land-van-oorsprongsbeginsel wordt beoogt dat wanneer een dienstverrichter in een andere lidstaat dan die waarin hij gevestigd is zijn diensten rechtmatig verricht, hij in beginsel alleen behoeft te voldoen aan de regels van de lidstaat van zijn vestiging, ofwel de lidstaat van oorsprong. De Europese Commissie gaf aan dat de dienstenkaart dit beginsel niet in zal voeren, maar gaf ook aan dat alleen vrijwillige maatregelen niet werken.

Er was verdeeldheid over een verplicht proportionaliteitskader voor gereglementeerde beroepen. Dit zou als handvat moeten dienen om de proportionaliteit van nieuwe beroepsreglementering te bepalen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche over de internemarktstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 197), heeft Nederland zich in het verleden ingezet om zo min mogelijk belemmeringen aan beroepsbeoefenaars op te leggen om onnodige toetredingsdrempels te voorkomen. Het stellen van beroepseisen alvorens iemand dergelijke diensten mag verrichten of het reserveren van een titel is gerechtvaardigd als er redenen zijn om aan te nemen dat bij gebrek aan zulke reglementering publieke belangen in het geding zijn en deze niet op een andere wijze efficiënt te borgen zijn.

Enkele landen noemden ook het belang van betere handhaving van internemarktregels en de rol die SOLVIT daarin kan spelen. SOLVIT is een netwerk dat informeel bemiddelt bij concrete problemen wanneer een overheidsinstantie EU-recht mogelijk verkeerd heeft toegepast. Veel lidstaten wezen erop dat het nieuwe dienstenpakket geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich mee mag brengen.

De Europese Commissie presenteerde het start-up en scale-up initiatief (COM 2016, 733). Ze benoemde dat er in de EU evenveel start-ups zijn per hoofd van de beroepsbevolking als in de Verenigde Staten maar dat in de EU weinig start-ups doorgroeien naar scale-ups. Om daar verandering in te brengen is actie nodig op veel gebieden, waaronder betere toegang tot financiering, betere samenwerking over de grens, betere geschillenbeslechting en de versteviging van de rol van het mkb in openbare aanbestedingen. De Europese Commissie gaf aan dat er middelen uit de programma’s COSME en Horizon 2020 worden gecombineerd. Hierdoor is 1,8 miljard euro beschikbaar. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomden dit initiatief.

Competitiveness check-up: vaardigheden

Presentatie van de Europese Commissie en gedachtewisseling

De check-up voor het concurrentievermogen is een terugkerend agendapunt op deze Raad en heeft ten doel om de Raad een strategische sturingsrol te geven in het versterken van het concurrentievermogen. In de Raad werd in het kader van de check-up van het concurrentievermogen van gedachten gewisseld over het thema vaardigheden.

De Europese Commissie wees op het belang van digitale vaardigheden om de concurrentie aan te kunnen met landen buiten de Europese Unie. Tevens vroeg de Europese Commissie aandacht voor een goede aansluiting van het aanbod van onderwijs bij de vraag van het bedrijfsleven. Ook het belang van een leven lang leren werd genoemd. Veel lidstaten gaven aan op nationaal niveau programma’s ontwikkeld te hebben om aan deze doelstellingen tegemoet te komen en onderschreven het belang hiervan.

Unitair octrooipakket en eengemaakt octrooigerecht

Gedachtewisseling

Zweden had dit agendapunt geagendeerd om voortgang te maken met het unitair octrooi en eengemaakt octrooigerecht eventueel zonder deelname van het Verenigd Koninkrijk (ST 14262/16). De gedachtewisseling vond plaats middels een paper van Zweden, België, Luxemburg en Nederland. Het Verenigd Koninkrijk maakte tijdens de Raad de intentie bekend het octrooipakket zo snel mogelijk te willen ratificeren. En zal daartoe de nodige nationale procedures starten. Veel lidstaten, waaronder Nederland, en de Europese Commissie verwelkomden dit bericht van het Verenigd Koninkrijk.

DIVERSENPUNTEN

Betekenis van het industriebeleid in het werkprogramma van de Commissie voor 2017

Informatie van de Duitse delegatie

Duitsland had samen met Luxemburg een diversenpunt aangevraagd over de betekenis van het industriebeleid in het werkprogramma van de Europese Commissie (ST 14343/16). Duitsland en Luxemburg pleitten er voor om industrie een belangrijke plek in het Commissiewerkprogramma te geven en zien graag een mededeling van de Europese Commissie over dit onderwerp verschijnen. Veel landen steunden de zienswijze van Duitsland en Luxemburg. Nederland heeft aangegeven zich af te vragen welke concrete resultaten uit een mededeling zouden moeten voortkomen. Nederland heeft aangegeven dat het industriebeleid breder gedefinieerd zou moeten worden dan alleen de maakindustrie en ook (digitale) diensten zou moeten omvatten. Ook innovatie is volgens Nederland benodigd om de concurrentiekracht van de industrie te versterken en een transitie mogelijk te maken naar verdere digitalisering en een koolstofarme economie. Nederland werd hierin gesteund door enkele andere lidstaten. De Europese Commissie gaf aan dat het industriebeleid verweven is met (digitale) diensten en dat het voor haar een aandachtspunt is. De Europese Commissie kondigde een evenement aan over het industriebeleid voor belanghebbenden dat begin 2017 zal plaatsvinden. De voorzitter van de Europese Commissie Juncker zal hier ook bij aanwezig zijn.

Type-goedkeuring voor motorvoertuigen

Informatie van het voorzitterschap

Het Slowaaks voorzitterschap informeerde de Raad over de voortgang inzake het voorstel voor een Verordening over markttoezicht en typegoedkeuring motorvoertuigen (ST 14569/16). Enkele lidstaten drongen aan op snellere voortgang. Het Slowaaks voorzitterschap gaf aan dat hier onder Maltees voorzitterschap verder aan gewerkt zal worden.

De Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming van het Europees Parlement zal naar verwachting in januari 2017 stemmen over de verordening.

Samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming

Informatie van het voorzitterschap

Het Slowaaks voorzitterschap gaf de stand van zaken weer over de besluitvorming over het voorstel voor een hernieuwde verordening ter versterking van de samenwerking tussen de verschillende consumententoezichthouders binnen de EU (ST 14604/16). Enkele lidstaten gaven aan dat nadere uitwerking van het voorstel aandacht behoeft; bijvoorbeeld om meer harmonisatie tussen de verschillende rechtsgebieden (strafrecht, civielrecht en procesrecht) te verkrijgen en meer duidelijkheid over het rechtskader. Het Slowaaks voorzitterschap gaf aan dat er onder Maltees voorzitterschap verder gewerkt zal worden aan het voorstel.

Mededeling van de Europese Commissie over de rechtsbescherming van biotechnische uitvindingen

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie presenteerde een interpretatieve verklaring van de Biotechrichtlijn betreffende de octrooieerbaarheid van plantgerelateerde uitvindingen (Official Journal of the European Union, 2016/C 411/03). De Europese Commissie heeft deze verklaring opgesteld op vervolg van het symposium «Finding the balance» dat het Nederlandse voorzitterschap op 18 mei jl. heeft georganiseerd. De Europese Commissie vindt, net als Nederland, dat producten van essentieel biologische processen niet octrooieerbaar zijn. Nederland heeft aangegeven verheugd te zijn met deze verklaring omdat de balans tussen kwekersrecht- en octrooirecht met deze verklaring verbeterd is.

Verslag van de mkb-gezanten

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie presenteerde het mkb-gezanten rapport (ST 14414/16), dat is aangenomen op de «SME-Assembly» die plaatsvond in Bratislava van 23 tot 25 november 2016. De Commissie refereerde hierbij aan het uitgebracht start-up initiatief, dat ook gericht is op het mkb.

Uitkomst conferentie Deeleconomie

Informatie van het voorzitterschap

Het Slowaaks voorzitterschap gaf een kort verslag (ST 14677/16) van de conferentie over deeleconomie die plaatsvond op 15 november 2016 in Brussel. Er moet gezocht worden naar een juiste balans die zowel het belang van bedrijven als consumenten dient, aldus het voorzitterschap. De Europese Commissie gaf aan dat zij veel klachten van bedrijven ontving over de gebrekkige toepassing van de diensten- en e-commercerichtlijn.

Auteursrechtenpakket

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie presenteerde officieel het auteursrechtenpakket (COM (2016) 280, (2016) 284, (2016) 279, (2016) 278). Het pakket moet zorgen voor een modernisering en harmonisering van auteursrechten in de digitale sector. Voor de cultuursector is dit van groot belang omdat er een verlegging van inkomsten plaatsvindt naar het digitale domein. De Europese Commissie gaf daarbij aan dat in dit pakket geprobeerd is om een balans te vinden tussen toegang tot informatie en rechten van degene die het intellectueel eigendom bezitten. Nederland onderstreepte het belang van dit punt en verwelkomde de voorstellen. Ook gaf Nederland aan vraagtekens te zetten bij voorgestelde maatregelen op het gebied van filtering. Deze kunnen een te zware last opleveren voor kleine bedrijven en een te vergaand effect hebben op innovatie en ons concurrentievermogen.

Concurrentieaspecten van de Europese pijler van sociale rechten

Informatie van de Hongaarse delegatie

Hongarije had dit punt over de concurrentieaspecten van de Europese pijler van sociale rechten aangevraagd. Op 8 maart jl. heeft de Europese Commissie een mededeling uitgebracht over de oprichten van een Europese pijler van sociale rechten (COM (2016)127). De Europese Commissie gaf aan dat naar aanleiding van deze mededeling momenteel een consultatie plaatsvindt. Deze loopt tot eind 2016. Op basis van de consultatie zal de Europese Commissie met een voorstel voor de sociale pijler komen. Hongarije, gesteund in de Raad door een aantal andere landen, is bezorgd dat de nadruk op sociale rechten en convergentie in de sociale zekerheid, zoals genoemd in de mededeling, nadelige gevolgen heeft voor de concurrentiekracht en budgettaire effecten heeft. Daarnaast heeft Hongarije, gesteund door lidstaten, zorgen over de subsidiariteit van het voorgenomen voorstel van de Europese Commissie. De Europese Commissie benadrukte dat er geen wetgevende maatregelen op de aspecten van de pijler zullen worden genomen. De competenties van de lidstaten worden gerespecteerd. Er waren ook lidstaten die de sociale pijler verwelkomden, omdat ook het menselijk kapitaal in de interne markt van belang is en omdat deze pijler arbeidsmobiliteit bevordert.

Werkprogramma Maltees voorzitterschap

Informatie van de Maltese delegatie

Malta presenteerde zijn plannen voor het EU-voorzitterschap (januari-juni 2017). Malta gaf aan voortgang te willen boeken op de interne markt. Daarbij zal de focus liggen op de verdere behandeling van de verordening geoblocking en de herziening van het auteursrechtenpakket.

Ook zal het Maltees voorzitterschap zich richten op het dienstenpakket, dat door de Europese Commissie op korte termijn gepresenteerd zal worden, betere regelgeving en het Europees investeringsfonds.

29 november 2016

RUIMTEVAART

Europese ruimtevaartstrategie

Gedachtewisseling

Tijdens het ruimtevaartdeel werd de op 26 oktober jl. uitgebrachte Europese ruimtevaartstrategie behandeld. Ik heb u over dit voorstel geïnformeerd door middel van een BNC-fiche dat op 2 december jl. naar uw Kamer is gezonden (Kamerstuk 22 112, nr. 2255).

Het Slowaaks voorzitterschap leidde het agendapunt in met het markeren van de successen van de lancering van Galileo satellieten op 17 november jl. en het presenteren van de ruimtevaartstrategie op 26 oktober. Het voorzitterschap gaf de Commissie complimenten voor de gevolgde consultatiestrategie en bedankte het eerdere Nederlandse en Luxemburgse Voorzitterschap voor het werk dat zij verricht hadden in het agenderen van de relatie tussen EU en het Europese ruimtevaartagentschap ESA en bij het tot stand komen van deze strategie.

De Europese Commissie benadrukte dat dit de eerste uitgebreide Europese ruimtevaartstrategie is, die 10 tot 20 jaar mee zou moeten gaan. De strategie omvat vele onderwerpen, zowel economische (start ups, benutting door marktpartijen, industriële platforms, digitale economie) als maatschappelijke (klimaatverandering, andere maatschappelijke uitdagingen), waarbij het van belang is dat de grote EU-programma’s Copernicus en Galileo gecontinueerd worden. De Europese Commissie refereerde ook aan de verdergaande innovaties (onder andere de beweging naar kleinere satellieten en draagraketten) gevat in het begrip «new space», de wens tot het versterken van de Europese autonome toegang tot de ruimte en veiligheidsaspecten uit de strategie. De Europese Commissie benadrukte dat voor een onderwerp als ruimtevaart publieke financiering essentieel blijft. Daarnaast ging de Europese Commissie uitgebreid in op de relatie met ESA onder andere in relatie tot de gezamenlijk ondertekende «joint declaration» met afspraken voor toekomstige samenwerking.

Ook ESA ging in op het belang van een goede samenwerking tussen de EU en ESA en van de «joint declaration». ESA benadrukte onder andere het essentiële belang wat ruimtevaartdata voor Europa zou moeten hebben en verwees naar de ESA ministeriële bijeenkomst van 1-2 december aanstaande. Ook gaf ESA aan dat de besluitvorming omtrent het aanstaand Meerjarig Financieel Kader van belang is voor de voortgang in de ruimtevaart.

De strategie werd breed door de lidstaten inclusief Nederland verwelkomd, alsmede het voorafgaande consultatieproces. Ook de lidstaten gingen in op het belang van ruimtevaart voor maatschappij en economie en de wil om de gestelde ambities te realiseren, maar ook op de financiële armslag die hiervoor nodig is. Er werd veel ingegaan op stimuleren van start-ups en het mkb, het versterken van R&D, evenals op de autonome Europese toegang tot de ruimte en de diverse veiligheidsaspecten. Ook werd er door veel lidstaten, waaronder Nederland, stilgestaan bij de verbeterde relatie tussen de EU en ESA. Nederland benadrukte verder het belang van het continueren van Galileo en Copernicus en de bijbehorende datastroom. Dit, evenals meerwaarde van satellietdata en het benutten hiervan, werd door vele lidstaten genoemd. Een aantal lidstaten benoemde hierbij de positieve rol van het Nederlandse voorzitterschap als aanjager van dit onderwerp.

De Commissie ging als laatste in op de volgende stap verschillende aspecten van het implementeren van de strategie en gaf aan hierbij eenzelfde transparant consultatieproces te zullen volgen.

DIVERSENPUNT

Werkprogramma Maltees Voorzitterschap

Informatie van de Maltese delegatie

Het aankomend Maltees voorzitterschap zet voor ruimtevaart in op de aanname van Raadsconclusies over de Europese ruimtevaartstrategie in de Raad voor Concurrentievermogen van 30 mei 2017.

ONDERZOEK

Ondersteuning jonge onderzoekers

Raadsconclusies

Het voorzitterschap benadrukte in zijn inleiding het belang van een aantrekkelijk klimaat voor jonge onderzoekers en verwees naar de informele bijeenkomst van onderzoeks- en innovatieministers op 19 juli jl. in Bratislava, waar dit onderwerp besproken is en waar tevens de «Bratislava Verklaring van Jonge Onderzoekers» gepresenteerd is. De voorliggende Raadsconclusies zijn een prioriteit voor het Slowaaks voorzitterschap en richten zich op het ondersteunen van jonge onderzoekers en het stimuleren van een onderzoekscarrière.

De Raadsconclusies roepen de lidstaten onder meer op om onderzoekscarrières – en daarbij internationale en intersectorale (publiek-private) mobiliteit – te stimuleren, wetenschapseducatie op alle niveaus te versterken, transparante en open wervings-en selectieprocedures toe te passen en onderzoeksfinanciering beter te laten aansluiten op de behoeften van jonge onderzoekers. De Commissie wordt onder meer opgeroepen om internationale mobiliteit in het algemeen te stimuleren door inter-institutionele netwerken en samenwerking binnen en buiten de EU te faciliteren en jonge internationaal mobiele onderzoekers te stimuleren om vrijwillig terug te keren naar hun land. Ten slotte wordt gevraagd of de Europese Commissie een erkenningsprijs kan instellen voor excellente jonge onderzoekers.

De Europese Commissie verwelkomde de Raadsconclusies en benadrukte het belang van goede voorbeelden. De Europese Commissie verwees daarbij tevens naar de Nederlandse Nobelprijswinnaar prof. dr. Ben Feringa en zijn team met jonge onderzoekers, alsmede de onmisbare bijdrage van Europese financiering aan zijn prijswinnende onderzoek. Ook enkele lidstaten intervenieerden. Hierbij werd het belang van het op systematische en inzichtelijke wijze verzamelen van gegevens over de mobiliteit van onderzoekers onder de aandacht gebracht. Ook werden de regels over salariëring onder Horizon 2020 genoemd als een belemmering voor sommige onderzoekers om aan Horizon 2020 deel te nemen en de Commissie werd bedankt voor de bereidheid te zoeken naar een oplossing voor dit probleem. De Raadsconclusies werden zonder verdere opmerkingen aangenomen.

Implementatie van de strategie voor internationale samenwerking in onderzoek en innovatie

Gedachtewisseling

Het Slowaaks voorzitterschap leidde de discussie in met de constatering dat men met wereldwijde maatschappelijke uitdagingen te maken heeft die alleen kunnen worden opgelost door internationaal samen te werken. Als het gaat om onderzoeks- en innovatiesamenwerking is er vooruitgang geboekt, onder meer op het gebied van open data en adressering van belemmeringen voor samenwerking in internationale fora. Echter, er is ruimte voor verbetering: uit de rapportage over de implementatie van de strategie voor internationale samenwerking blijkt dat de samenwerking met niet-geassocieerde landen in de eerste jaren van Horizon 2020 is teruggelopen. De gedachtewisseling in de Raad was gericht op het creëren van de juiste randvoorwaarden voor internationale onderzoeks- en innovatiesamenwerking in het algemeen en binnen Horizon 2020 in het bijzonder.

Hoewel het totale aantal wetenschappelijke publicaties binnen de EU daalt blijft de Europese kenniseconomie wereldwijd leidend. De Europese Commissie benadrukte dat dit komt door het hoge niveau van de uitgebrachte publicaties. Om deze positie vast te houden, en omwille van werkgelegenheid en economische groei, moet er worden voortgebouwd op onze internationale samenwerkingsverbanden. De Europese Commissie ziet hierbij drie lijnen voor science diplomacy: 1) het (uit)bouwen van bruggen tussen lidstaten en met geassocieerde landen door middel van flagship projects van hoge kwaliteit, waarbij hij de synchrotron SESAME, PRIMA1 en de onderzoekssamenwerking gericht op het Arctisch gebied als voorbeelden noemde; 2) het beantwoorden aan maatschappelijke uitdagingen als gemeenschappelijk doel, waarbij hij refereerde aan migratiecrises en het belang van wetenschappelijke inzichten als voeding voor politieke besluitvorming; en 3) het bevorderen van samenwerking met derdelanden. Daarbij stelde hij dat de Europese onderzoeksruimte uiteindelijk zou moeten uitgroeien tot een wereldwijde onderzoeksruimte. Financiering vanuit derdelanden is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde.

De lidstaten beaamden in de verschillende interventies het belang van internationale onderzoeks- en innovatiesamenwerking, zoals geschetst door het voorzitterschap en Europese Commissie. Als randvoorwaarden werden het belang van synergie tussen de verschillende Europese instrumenten en programma’s en met de diplomatieke inzet van lidstaten en de Europese Unie genoemd, evenals het aanpakken van praktische belemmeringen zoals verschillen in regelgeving aangaande aansprakelijkheid. Nederland benadrukte daarbij ook het belang van openheid en interoperabiliteit van data in landen. Een aantal landen uitte steun voor PRIMA en een spoedige afronding van de besluitvorming hierover. Door enkele andere lidstaten werd gereageerd met de opmerking dat ook een besluit genomen dient te worden over het vervolg van BONUS (een initiatief dat zich richt op uitdagingen rond de Baltische zee). De Europese Commissie gaf tot slot aan dat hij de gemaakte suggesties in overweging zal nemen. Tevens gaf de Europese Commissie aan de lancering van een aantal grote flagships als voornaamste impuls voor internationale samenwerking te zien binnen de resterende looptijd van Horizon 2020.

Open science

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie stond kort stil bij de stand van zaken van het Open Science Policy Platform, omdat in de Raadsconclusies over open science van mei 2016 is afgesproken dat de Commissie de Raad daarvan op de hoogte zou houden. Het Platform is nu voor de eerste keer bijeen geweest en heeft gesproken over open access tot publicaties en hergebruik van onderzoeksdata, de European Open Science Cloud en wetenschappelijke integriteit. Tijdens de volgende bijeenkomst zal doorgesproken worden over de cloud. De Europese Commissie maakte tevens van deze gelegenheid gebruik om Nederland te bedanken voor de grote rol die het met zijn voorzitterschap heeft gespeeld in het verder brengen van open science in Europa.

Nederland heeft nogmaals benadrukt hoe belangrijk het is om de transitie naar open science gezamenlijk te bevorderen. Een enkele andere lidstaat gaf aan te hechten aan goede dialoog en ook mondiale samenwerking, die in mei 2017 tijdens de G7 vorm kan krijgen.

Het Flagship kwantumtechnologie

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie informeerde de Raad over de voorbereiding van het, onder Nederlands EU-voorzitterschap aangekondigde en in Raadsconclusies verwelkomde, Flagship kwantumtechnologie.

De Europese Commissie onderstreepte dat kwantumtechnologie revolutionair is, waarbij er vele kansen ontstaan op het terrein van bijvoorbeeld cybersecurity en cloudcomputing. Zij stelde dat investeringen en een ambitieuze strategie noodzakelijk zijn om Europa's concurrentiepositie veilig te stellen. De Europese Commissie bedankte ook het Nederlands EU-voorzitterschap en gaf aan dat het manifesto van Amsterdam, over kwantumtechnologie, aan de basis staat van het op te richten Flagship. Er is een stuurgroep aangesteld om de Europese Commissie te adviseren over de opzet van het Flagship. Deze stuurgroep zal in februari 2017 de eerste resultaten presenteren tijdens een conferentie georganiseerd door het Maltees voorzitterschap. Het eindrapport is voorzien in juni 2017.

De versnelling van innovatie inzake schone energie

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie kondigde aan dat de mededeling over een nieuwe energie-innovatiestrategie «Accelerating Clean Energy Innovation» een dag na de Raad gepubliceerd zou worden. Zij benadrukte dat onderzoek en innovatie cruciaal zijn voor de Europese uitwerking van de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs en het leveren van een bijdrage aan het realiseren van de Europese 2030 doelstellingen.

High level conferentie over de Europese bioeconomie

Informatie van het voorzitterschap

Het voorzitterschap deed verslag van de high level conferentie over de rol van de regio's in de Europese bioeconomie die op 17 oktober jl. is gehouden in Bratislava. De belangrijkste boodschap was dat de Europese strategie voor de bioeconomie de komende jaren vernieuwd gaat worden. Een aantal lidstaten vroeg aansluitend aandacht voor een verklaring van een aantal Centraal- en Oost-Europese lidstaten (Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië en Slovenië) waarin de Europese Commissie wordt opgeroepen om maatregelen te nemen om bredere participatie in het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 op het gebied van landbouw, inclusief bioeconomie, te verzekeren.

Intergouvernementele organisatie voor Atlantische interactie

Informatie van de Portugese delegatie

Portugal informeerde de Raad over de ontwikkeling van het Atlantic International Research Center (AIR Center). Een initiatief van Portugal voor onderzoek naar de samenhang tussen klimaatverandering, energiesystemen, het heelal en oceaanonderzoek. Dit gebeurt in de vorm van publiek-private samenwerking. Hiertoe organiseert Portugal van 20 tot 22 april 2017 een ministeriële bijeenkomst waarvoor de Lidstaten van harte worden uitgenodigd om deel te nemen. Het initiatief van Portugal werd door de Europese Commissie verwelkomd.

Werkprogramma Maltees Voorzitterschap

Informatie van de Maltees delegatie

Het aankomende Maltees voorzitterschap kondigde aan twee prioriteiten te zullen stellen voor onderzoek en innovatie. Allereerst wil Malta de onderhandelingen verder brengen over het PRIMA-initiatief, dat gaat om onderzoek gericht op het Middellandse Zeegebied. Daarnaast wil Malta ook komen tot Raadsconclusies over het stroomlijnen van de monitoring en rapportage over onderzoek en innovatie in Europa om de administratieve lasten voor (instellingen in) lidstaten te verminderen.


X Noot
1

PRIMA is een initiatief van een aantal lidstaten en derdelanden voor onderzoekssamenwerking gericht op voedselsystemen en waterhulpbronnen in het Middellandse Zeegebied.

Naar boven