21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 359 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 november 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken over de brief van 4 november 2015 over geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen op 9 november 2015 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 358).

De vragen en opmerkingen zijn op 4 november 2015 aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 5 november 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

     

II

Antwoord / Reactie van de Minister

4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda en stukken voor het schriftelijk overleg over de Raad voor Concurrentievermogen van 9 november in Luxemburg. Zij hebben hierbij enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben de afgelopen tijd al geregeld aandacht gevraagd voor de concurrentiepositie van de staalindustrie in Nederland en Europa. Europa is een «duurte-eiland» in de wereld, door hoge arbeidskosten, hoge energiekosten en strenge milieuwetgeving. Voor eerlijke handel tussen de EU en de rest van de wereld is het van belang dat we onze industrie niet onevenredig zware eisen en kosten opleggen. Het enige waartoe dit leidt is dat bedrijven moeten sluiten en banen verloren gaan, en de productie vervolgens elders gaat plaatsvinden en dan waarschijnlijk nog vervuilender zal zijn dan in Europa. De leden van de VVD-fractie willen de Minister dan ook allereerst oproepen om zich tijdens de ingelaste Raad maximaal in te zetten voor maatregelen om de concurrentiepositie van de Europese staalindustrie te versterken. Heeft de Minister al contact gehad met de initiatiefnemers voor de extra Raad over hetgeen zij concreet willen? In hoeverre wil en kan de Minister hun voorstellen steunen? Hoe verloopt volgens de Minister de uitvoering van het eerder vastgestelde Staalactieplan? Op welke onderdelen van dat plan kan er meer snelheid worden gemaakt?

De leden van de VVD-fractie begrijpen verder dat Chinese bedrijven geregeld overheidssteun krijgen van (lokale) overheden. Die door de overheid gesponsorde bedrijven concurreren daardoor vervolgens oneerlijk op de Europese markt. Europa kan ingrijpen met behulp van een handelsdefensief instrumentarium. De staalsector vindt echter dat de procedures van het huidige handelsdefensieve instrumentarium traag werken. In hoeverre deelt de Minister deze mening? Wat zijn de mogelijkheden om de procedures te versnellen? De Europese staalsector vindt om deze en andere redenen dat het in Europa aan een gelijk speelveld ontbreekt om te kunnen concurreren met staalbedrijven van buiten de EU. In hoeverre deelt de Minister die mening?

Staal als materiaal past in het concept van de circulaire economie, want het is volledig recyclebaar. In hoeverre is de Minister bereid om de staalvraag te stimuleren door het inzetten van het duurzame inkoopbeleid van de overheid?

De energiekosten in Europa zijn hoog en een flinke kostencomponent in de productie van staal. Dat komt mede door hoge energiebelastingen. In hoeverre zijn de belastingen voor staalproductie in Nederland hoger dan in andere West-Europese landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België? Kunt u een vergelijkend overzicht maken van de belastingen en vrijstellingen in deze landen?

De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de EU op versterking van het ETS. Zij vinden het daarbij wel van belang dat de concurrentiekracht van sectoren die onderhevig zijn aan carbon leakage door middel van gratis te verstrekken rechten in stand wordt gehouden. Kan de Minister bevestigen dat hij zich ook binnen de Concurrentieraad hard maakt voor het verstrekken van voldoende gratis rechten aan de staalindustrie?

Nederland heeft tegen het compromisvoorstel van de Europese Commissie gestemd. Wat wordt, dat in ogenschouw nemende, de inzet van de Minister tijdens de Concurrentieraad?

Inmiddels heeft VW bekend gemaakt dat, zij het in beperktere mate, ook gesjoemeld is met de cijfers van uitstoot van CO2 door hun auto’s. Wat is de Minister hierover bekend? Komt dit ook aan de orde tijdens de Concurrentieraad? Zo ja, wat wordt uw inzet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor een extra Raad voor Concurrentievermogen over de concurrentiepositie van de Europese staalindustrie. Naar aanleiding van de geannoteerde agenda bij deze Raad voor Concurrentievermogen en tevens bij de brief van Tata Steel hebben zij nog een aantal vragen.

De leden van de PvdA-fractie vragen, gezien het belang van de staalindustrie voor de Nederlandse economie, wat u wilt doen om dit belang te waarborgen en hoe dat rijmt met het Europese standpunt.

Hoe kijkt u aan tegen de visie van Tata Steel op deze problematiek, zoals verwoord in de brief van Tata Steel op 12 oktober? Kunt u ingaan op de voordelen en nadelen van reële benchmarks en theoretische benchmarks? Op welke manier hebben deze invloed op de concurrentiepositie van Tata Steel?

Wat is uw standpunt over het compromis dat in het Technisch Comité Motorvoertuigen bereikt is?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen op 9 november 2015. Zij hebben hierover enkele vragen.

De leden van de SP-fractie lezen dat in Groot-Brittannië vele ontslagen in de staalindustrie zijn gevallen. Zij vragen welke gevolgen de genoemde ontwikkelingen zullen hebben voor de Nederlandse staalindustrie, aangezien Tata Steel in beide landen actief is. Tevens vernemen deze leden graag of er indicaties zijn dat in IJmuiden ontslagen gaan vallen en welke gevolgen er eventueel voor werknemers in de metaalsector zullen zijn.

De leden van de SP-fractie vernemen uit de geannoteerde agenda dat u een mondiaal gelijk speelveld een belangrijke voorwaarde voor eerlijke handel vindt. Deze leden lezen in dit document ook dat om deze reden handelsdefensieve maatregelen worden genomen tegen te laag geprijsde staalexport door diverse landen. Zij vragen toe te lichten welke maatregelen u verwacht in het licht van de eerder genoemde maatregelen ten aanzien van transformatorstaal. Tevens vernemen zij graag in hoeverre u verwacht dat het opwerpen van barrières tegen te laag geprijsde importproducten eerlijke handel dichterbij brengt. Deze leden zijn dan ook benieuwd of dit onderwerp tijdens werkbezoeken van de Koning aan China en andere landen ter sprake is gekomen en wat de eventuele uitkomsten zijn geweest van deze gesprekken. Daarnaast vernemen deze leden graag van u wat u idealiter ziet als methode om de toegang tot buitenlandse markten te verbeteren.

De leden van de SP-fractie hebben tevens kennisgenomen van het verzoek van Tata Steel om de staalindustrie kosteloos van emissierechten te voorzien. Deze leden verzoeken u toe te lichten welke gevolgen dit gratis verstrekken van emissierechten zal hebben op de te verwachten uitstoot van deze sector. Deze leden verzoeken u tevens te schetsen welke gevolgen het niet-verstrekken van gratis emissierechten zal hebben voor de werkgelegenheid.

De leden van de SP-fractie lezen in de inleiding op de geannoteerde agenda dat de Commissie verzocht is de stand van zaken van de Real Driving Emissions toe te lichten. Deze leden vernemen graag uw reactie op de recente berichtgeving over fraude met tests bij benzineauto’s en de normering van CO2-uitstoot en vragen u om dit ook bij de Commissie onder de aandacht te brengen. Daarnaast verzoeken deze leden aan te geven welke houding u zal aannemen ten aanzien van het compromis inzake de Real Driving Emissions.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda. Bent u bereid om te pleiten voor een onafhankelijke autoriteit om ervoor te zorgen dat de tests op nieuwe modellen uniform wordt toegepast in de EU. Zo nee, op welke wijze wilt u er dan voor zorgen dat de uniforme toepassing van de tests wordt gewaarborgd?

Tevens vragen de leden van de CDA-fractie zich af hoe u het verminderen van de CO2-uitstoot in de keten wilt stimuleren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie constateren met grote instemming dat Nederland vorige week woensdag tegen het plan stemde van de Technical Committee Motor Vehicles voor het toestaan van dubbele uitstoot ten opzichte van de norm tot 2020, en 50 procent meer uitstoot na 2020. Het voorstel is desalniettemin aangenomen met een gekwalificeerde meerderheid. De leden van deze fractie vragen of het voorstel van de genoemde commissie juridisch wel correct is, aangezien het overschrijden van de wettelijke Euro 6 uitstootnorm van 80 gr NOx per kilometer wordt toegelaten, maar een dergelijke optie niet wordt vermeld in de Euro 6 verordening. Deze leden vragen voorts wat Nederland nog kan doen om het voorstel te laten verwerpen in het Europees parlement of in de Raad. Bent u voornemens om hierop in te zetten? Ook vragen deze leden of Nederland dit voorstel juridisch kan aanvechten bij het Europese Hof. De leden van de D66-fractie hebben met verontrusting de berichten gelezen dat het dieselschandaal naast gesjoemel met NOx bij uitsluitend dieselmotoren, zich ook lijkt uit te breiden naar gesjoemel met CO2 waarbij ook benzinemotoren worden genoemd. De leden van deze fractie vragen of u deze berichten kunt bevestigen en de Kamer kan voorzien van nadere informatie op dit punt. Voorts vragen deze leden naar uw inbreng in de Concurrentieraad ten aanzien van deze kwestie. Verwacht u dat mogelijk gesjoemel met CO2 onderwerp wordt van gesprek tijdens de Raad? En zo ja, bent u bereid om deze discussie breed aan te vliegen door de mogelijke effecten op (het meten van) de uitstoot van broeikasgas te bespreken, alsmede bij overige lidstaten te informeren hoe zij omgaan of om denken te gaan met mogelijke gevolgen voor fiscale stimulansen voor personenauto’s die in enkele lidstaten, waaronder in Nederland, gebaseerd zijn op de CO2-uitstoot. Ten slotte vragen de leden van D66-fractie of zij dezelfde heldere en strenge inzet van u mogen verwachten zoals ook het geval ten aanzien van het gesjoemel met NOx.

II Antwoord / Reactie van de Minister

Inleiding

Van de leden van de fracties van PvdA, CDA, D66, SP en VVD zijn meerdere vragen ontvangen over het onderwerp Real Driving Emissions (RDE). Dit naar aanleiding van het op 28 oktober in het Technisch Comité Motorvoertuigen bereikte akkoord over de condities en tijdschema van gefaseerde invoering van de RDE-test.

Het onderwerp RDE is op verzoek van Frankrijk op de aankomende Raad voor Concurrentievermogen geagendeerd als diversenpunt, waarbij de Commissie verzocht is een toelichting te geven op de stand van zaken. Er is op dit punt geen beleidsdebat of besluitvorming voorzien, Nederland zal derhalve aanhoren.

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu op 29 oktober jl. in een brief gevraagd om een update over RDE en op 4 november jl. zijn vragen gesteld over Volkswagen. Ik heb de Minister van I&M verzocht om de aan mij gestelde vragen die betrekking hebben op RDE en Volkswagen hierbij te betrekken. Zij is voornemens de beantwoording spoedig naar de Kamer te sturen. Om die reden beantwoord ik de vragen van de verschillende fracties over dit onderwerp niet.

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie vragen zich af, gezien het belang van de staalindustrie voor de Nederlandse economie, wat de regering wil doen om dit belang te waarborgen en hoe dat rijmt met het Europese standpunt.

De Europese Commissie heeft in juni 2013 het Staalactieplan (COM (2013) 407) gepubliceerd. Doel van het actieplan is fundamenten te leggen voor een gezonde Europese staalindustrie. Het kabinet hecht belang aan de implementatie van dit Staalactieplan en de bijbehorende Europese samenwerking. Conform de Europese inzet is ook het kabinet voor een mondiaal gelijk speelveld en het stimuleren van innovatie in de staalindustrie. Met het Staalactieplan wordt het belang van de staalindustrie voor de Europese economie onderstreept.

De leden van de PvdA-fractie vragen voorts hoe de regering aankijkt tegen de visie van Tata Steel op deze problematiek, zoals verwoord in de brief van Tata Steel op 12 oktober.

Tata Steel heeft haar standpunt over de problematiek ten algemene met mij gedeeld. Naar mijn mening zijn de standpunten van Tata Steel op hoofdlijnen in lijn met het Europese Staalactieplan, dat ook door het kabinet wordt ondersteund.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering in te gaan op de voordelen en nadelen van reële benchmarks en theoretische benchmarks. Deze leden vragen voorts op welke manier deze invloed hebben op de concurrentiepositie van Tata Steel.

De benchmarks in het ETS hebben als functie te staven hoe bedrijven ten opzichte van elkaar presteren op het gebied van CO2-uitstoot. Koolstoflekkage-gevoelige bedrijven krijgen op basis van de benchmark, maar ook basis van historische productiecijfers en de cross-sectorale correctiefactor gratis rechten toegewezen. Idealiter wordt de benchmark gebaseerd op werkelijke cijfers die zo dicht mogelijk liggen bij de beste toegepaste technieken in de praktijk. Dit is in het verleden niet voor alle productieprocessen mogelijk gebleken, waardoor een theoretische benchmark moest worden opgesteld.

Met reële benchmarks kan beter tegemoet gekomen worden aan de behoefte van de koolstoflekkage-gevoelige industrieën. Indien de benchmark op een onjuist niveau wordt vastgesteld, kan het zijn dat onvoldoende gratis rechten worden verstrekt, wat van invloed is op de concurrentiepositie van Tata Steel en andere koolstoflekkage-gevoelige industrie.

Vragen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie lezen dat in Groot-Brittannië vele ontslagen in de staalindustrie zijn gevallen. Zij vragen de regering welke gevolgen de genoemde ontwikkelingen zullen hebben voor de Nederlandse staalindustrie aangezien Tata Steel in beide landen actief is. Tevens vernemen deze leden graag of er indicaties zijn dat in IJmuiden ontslagen gaan vallen en welke gevolgen er eventueel voor werknemers in de metaalsector zullen zijn.

Of de situatie in het Verenigd Koninkrijk gevolgen heeft voor de Nederlandse Staalindustrie of Tata Steel IJmuiden is op dit moment niet duidelijk. Het kabinet vindt een nadere analyse van de situatie op Europees niveau nodig.

De leden van de SP-fractie vernemen uit de geannoteerde agenda dat de regering een mondiaal gelijk speelveld een belangrijke voorwaarde voor eerlijke handel is. Deze leden lezen in dit document ook dat om deze reden handelsdefensieve maatregelen worden genomen tegen te laag geprijsde staalexport door diverse landen. Deze leden vragen de regering toe te lichten welke maatregelen zij verwacht in het licht van de eerder genoemde maatregelen ten aanzien van transformatorstaal.

De handelsdefensieve maatregelen ten aanzien van transformatorstaal zijn op 31 oktober in werking getreden voor een periode van vijf jaar.

Tevens vernemen de leden van de SP-fractie graag in hoeverre de regering verwacht dat het opwerpen van barrières tegen te laag geprijsde importproducten eerlijke handel dichterbij brengt.

Niet elke handelsbarrière brengt eerlijke handel dichterbij. Handelsdefensieve maatregelen zijn echter specifiek bedoeld om te zorgen dat het gelijke speelveld hersteld wordt.

De leden van de SP-fractie zijn dan ook benieuwd of dit onderwerp tijdens werkbezoeken van de Koning aan China en andere landen ter sprake is gekomen en wat de eventuele uitkomsten zijn geweest van deze gesprekken.

Dit onderwerp is niet ter sprake gekomen tijdens het recente werkbezoek van de Koning aan China en andere landen.

Daarnaast vernemen de leden van de SP-fractie graag van de regering wat zij idealiter ziet als methode om de toegang tot buitenlandse markten te verbeteren.

De beste manier om de toegang tot buitenlandse markten te verbeteren is via multilaterale handelsliberalisatie in WTO-verband of via bilaterale vrijhandelsakkoorden. Handelsbarrières kunnen ook via de diplomatieke weg worden aangekaart.

De leden van de SP-fractie hebben tevens kennis genomen van het verzoek van Tata Steel om de staalindustrie kosteloos van emissierechten te voorzien. Deze leden verzoeken de regering toe te lichten welke gevolgen dit gratis verstrekken van emissierechten zal hebben op de te verwachten uitstoot van deze sector. Deze leden verzoeken de regering tevens te schetsen welke gevolgen het niet-verstrekken van gratis emissierechten zal hebben voor de werkgelegenheid.

Het gratis verstrekken van emissierechten aan sectoren die gevoelig zijn voor koolstoflekkage zorgt er voor dat bedrijven in de EU geen concurrentienadeel ondervinden van het Europees ETS-systeem ten opzichte van concurrenten die buiten het ETS-systeem opereren. Dit betekent niet dat bedrijven die gratis rechten ontvangen geen effect meer ondervinden van het ETS. De rechten vertegenwoordigen, ook als ze gratis worden verstrekt, een waarde. Indien de kosten van het nemen van een CO2-uitstootreducerende maatregel minder zijn dan de waarde van het CO2-uitstootrecht, zal die maatregel in de regel worden genomen. Daarnaast laat het gratis verstrekken van CO2-uitstootrechten onverlet dat het CO2-plafond jaarlijks daalt en op termijn door krapte de CO2-prijs zal stijgen wat een grotere prikkel geeft tot het nemen van CO2-reducerende maatregelen. Het niet langer verstrekken van de gratis rechten kan ertoe leiden dat productie of zelfs gehele productie-installaties worden verplaatst naar locaties die niet vallen onder het EU ETS-systeem. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en hoeft de mondiale CO2-uitstootreductie niet ten goede te komen.

Vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben de afgelopen tijd al geregeld aandacht gevraagd voor de concurrentiepositie van de staalindustrie in Nederland en Europa. Europa is een «duurte-eiland» in de wereld, door hoge arbeidskosten, hoge energiekosten en strenge milieuwetgeving. Voor eerlijke handel tussen de EU en de rest van de wereld is het van belang dat we onze industrie niet onevenredig zware eisen en kosten opleggen. Het enige waartoe dit leidt is dat bedrijven moeten sluiten en banen verloren gaan, en de productie vervolgens elders gaat plaatsvinden en dan waarschijnlijk nog vervuilender zal zijn dan in Europa. De leden van de VVD-fractie willen de Minister dan ook allereerst oproepen om zich tijdens de ingelaste Raad maximaal in te zetten voor maatregelen om de concurrentiepositie van de Europese staalindustrie te versterken. Deze leden vragen de Minister of hij al heeft contact gehad met de initiatiefnemers voor de extra Raad over hetgeen zij concreet willen en in hoeverre de Minister hun voorstellen wil en kan steunen.

Het is mij nog niet bekend wat de concrete voorstellen zullen zijn. Het Luxemburgse voorzitterschap heeft aangegeven nog een discussiepaper te willen opstellen. Dit document is op dit moment nog niet beschikbaar. Naar verwachting zal de discussie in de Raad zich richten op het mondiale handelsverkeer en de voortgang van het staalactieplan. Het kabinet ondersteunt ten volle de implementatie van dit actieplan.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe volgens hem de uitvoering van het eerder vastgestelde Staalactieplan verloopt. Voorts vragen deze leden op welke onderdelen van dat plan er meer snelheid kan worden gemaakt.

De Europese Commissie werkt gestaag aan de implementatie van het Staalactieplan. Het stimuleren van gerichte duurzame innovatie, bijvoorbeeld investeren in doorbraaktechnologiën zoals HIsarna, zou in mijn ogen versterkt mogen worden.

De leden van de VVD-fractie begrijpen verder dat Chinese bedrijven geregeld overheidssteun krijgen van (lokale) overheden. Die door de overheid gesponsorde bedrijven concurreren daardoor vervolgens oneerlijk op de Europese markt. Europa kan ingrijpen met behulp van een handelsdefensief instrumentarium. De staalsector vindt echter dat de procedures van het huidige handelsdefensieve instrumentarium traag werken. Deze leden vragen in hoeverre de Minister deze mening deelt en wat de mogelijkheden zijn om de procedures te versnellen.

Handelsdefensieve onderzoeken vergen tijd, omdat de hoogte van dumping of ongeoorloofde subsidies moet worden vastgesteld, evenals de door de industrie geleden schade en de causaliteit tussen dumping/subsidie en schade. Verder moet er ook naar het belang van importeurs, industriële gebruikers en consumenten worden gekeken. Een gedegen onderzoek is daarom in ieders belang. Echter, lopende het onderzoek kan er op verzoek van de Europese industrie registratie van importen plaats vinden, zodat maatregelen onder bepaalde voorwaarden ook met terugwerkende kracht kunnen ingaan. Dit ondervangt op zijn minst gedeeltelijk de vertraging die optreedt door het onderzoek.

De Europese staalsector vindt om deze en andere redenen dat het in Europa aan een gelijk speelveld ontbreekt om te kunnen concurreren met staalbedrijven van buiten de EU. De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de Minister die mening deelt.

Het gebruik van antidumping- en antisubsidiemaatregelen biedt naar mijn mening voldoende mogelijkheden om een concurrentienadeel dat wordt veroorzaakt door dumping of subsidiering te compenseren. Het kabinet hecht daarnaast aan de implementatie van de overige acties uit het staalactieplan gericht op een gelijk speelveld.

Staal als materiaal past in het concept van de circulaire economie, want het is volledig recyclebaar. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister in hoeverre hij bereid is om de staalvraag te stimuleren door het inzetten van het duurzame inkoopbeleid van de overheid.

Ik waardeer het initiatief van de staalindustrie om te streven naar een circulaire economie. Mede op initiatief van de staalindustrie is begin volgend jaar een Ronde Tafel Bouw gepland. Deze vraag zal daar aan de orde komen.

Energiekosten en ETS

De energiekosten in Europa zijn hoog en een flinke kostencomponent in de productie van staal. Dat komt mede door hoge energiebelastingen. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister in hoeverre de belastingen voor staalproductie in Nederland hoger zijn dan in andere West-Europese landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België. Voorts vragen deze leden de Minister een vergelijkend overzicht te maken van de belastingen en vrijstellingen in deze landen.

In de kabinetsreactie op de motie van de leden Grashoff en Merkies over de effecten van een stapsgewijze verhoging van de energiebelasting voor grootverbruikers (Kamerstukken II, 2015/16, 34 302, nr. 13) is door de Staatssecretaris van Financiën een overzicht gegeven van energiebelastingen en vrijstellingen voor grootgebruikers. Daarbij is ook een vergelijking gemaakt met ons omringende landen. In het bijzonder verwijs ik u daarbij naar de bijlagen van het genoemde Kamerstuk.

De leden van de VVD steunen de inzet van de EU op versterking van het ETS. Deze leden vinden het daarbij wel van belang dat de concurrentiekracht van sectoren die onderhevig zijn aan carbon leakage door middel van gratis te verstrekken rechten in stand wordt gehouden. Deze leden vragen de Minister of hij kan bevestigen dat hij zich ook binnen de Concurrentieraad hard maakt voor het verstrekken van voldoende gratis rechten aan de staalindustrie.

Het versterken van het ETS in de volgende handelsperiode vormt de vijfde pijler van het Energieakkoord. Ik sta achter het Energieakkoord en de afspraken die daarin gemaakt zijn, ook over het ETS. Een onderdeel van de afspraken in Pijler 5 is om volledige compensatie te bieden aan de best presterende bedrijven in een sector die gevoelig is voor koolstoflekkage, zoals de staalsector. Ik span mij maximaal in om de afgesproken versterking te realiseren, ook via mijn inzet in de Concurrentieraad. Dit wordt ook gedaan door de Staatssecretaris van I&M in de Europese milieuraden.

Naar boven