21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 355 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2015

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad voor Concurrentievermogen (RvC) van 1 oktober in Luxemburg. De Raad zal dit keer alleen spreken over interne markt en industrie. Het voorzitterschap heeft aangegeven dat er geen agendapunten zijn die aanleiding geven voor het bijeenroepen van de onderzoeksministers.

Het voorzitterschap wil tijdens deze Raad samen met de Europese Commissie een zogenaamde «check-up» van het concurrentievermogen presenteren, waarna de Raad hierover van gedachten zal wisselen. Daarnaast staat betere regelgeving in het kader van de interne markt op de agenda. Tijdens de werklunch zal de Raad informeel spreken over het EU Emissions Trading System («EU ETS»).

Onder het punt «diversen» zal het voorzitterschap de Raad informeren over de informele Ruimtevaart Raad (EU en European Space Agency (ESA)) en (de implementatie van) het unitair octrooi. De voorzitters van de comités die hiermee zijn belast zullen in de Raad de stand van zaken van het unitair octrooi toelichten. Daarnaast zullen lidstaten die deelnemen aan het unitair octrooi en marge van de Raad een zogenaamd «Protocol van voorlopige toepassing» tekenen. Met dit protocol worden enkele institutionele, organisatorische en financiële bepalingen voorlopig toegepast, voorafgaand aan de volledige inwerkingtreding van het Rechtspraakverdrag. Tot slot heeft Nederland een diversenpunt aangevraagd over de Europese transparantievereisten in de jaarrekeningrichtlijn. Het doel hiervan is aandacht te vragen voor het belang van een gelijk speelveld tussen de EU en de VS.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE GEANNOTEERDE AGENDA RAAD VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN 1 OKTOBER 2015

«Check-up» van het Concurrentievermogen

Het Luxemburgs voorzitterschap introduceert op deze Raad een nieuw agendapunt, de zogenaamde «check-up» van het concurrentievermogen1.

Deze bestaat uit twee delen: allereerst zal de Commissie een beeld schetsen van de ontwikkeling van het Europese concurrentievermogen aan de hand van een aantal door haar te selecteren indicatoren. Daarna gaat het voorzitterschap naar verwachting in op beleidsvelden die van invloed zijn op het Europese concurrentievermogen. Vervolgens is er ruimte voor een gedachtewisseling.

De achtergrond van dit agendapunt is de wens om de Raad voor Concurrentievermogen een duidelijkere rol te geven bij het monitoren van de Europese concurrentiekracht en zo tot een integrale blik op (mainstreaming van) het Europese concurrentievermogen te komen, met als doel het internationaal level playing field te waarborgen. Nederland verwelkomt dit initiatief.

Betere regelgeving

Het voorzitterschap wil naar aanleiding van de Commissiemededeling «Betere regelgeving voor betere resultaten» met de Raad van gedachten wisselen over de Europese agenda voor betere regelgeving in het kader van de interne markt2. Voor het internationale concurrentievermogen van de EU en een goed werkende interne markt is het van belang om ambitieuze stappen te zetten binnen de Europese agenda voor betere regelgeving. Het voorzitterschap wil ook onderstrepen dat betere regelgeving niet noodzakelijkerwijs gericht is op minder Europese regelgeving, maar dat nieuwe Europese wetgeving soms ook een antwoord kan zijn om regeldruk te verminderen en knelpunten in het functioneren van de interne markt op te lossen.

Nederland verwelkomt deze gedachtewisseling. De interne markt is een belangrijk onderdeel binnen de agenda voor betere regelgeving. Een goed functionerende interne markt is een interne markt zonder onnodige regeldruk voor ondernemers, consumenten en overheden. Betere regelgeving draagt ook door betere markttoegang, verminderde toetredingsdrempels en verbetering van het ondernemerschapsklimaat bij aan de werking van de interne markt. Betere Europese regelgeving staat wat Nederland betreft niet altijd gelijk aan deregulering. De Commissiemededeling biedt wat Nederland betreft een goed uitgangspunt voor vermindering van Europese regeldruk3.

Nederland gelooft daarnaast dat zowel het betere regelgevingsbeleid als de interne markt gebaat zijn bij de introductie van reductiedoelstellingen om regeldruk te verminderen in die sectoren die het meest door regeldruk zijn belast. Aan de voorkant van het wetgevingsproces is ook nog verdere verbetering denkbaar; Nederland ziet graag op de middellange termijn één gezamenlijke en onafhankelijke impact assessment board van de drie instellingen.

Tot slot vraagt Nederland meer aandacht voor het verzekeren van toekomstbestendige regelgeving. Juist om de interne markt te laten profiteren van economische en maatschappelijke kansen die nieuwe techniek biedt, is Europese regelgeving nodig die innovatievriendelijk en digital proof is en oog heeft voor het concurrentievermogen. Nederland denkt hierbij aan ontwikkelingen zoals big data en privacy, zogenaamde «smart devices» als drones, zelfrijdende auto's en bijvoorbeeld e-commerce waar op sommige punten behoefte is aan harmonisatie van het handelsrecht en de wetgeving ter bescherming van consumenten.

Nederland neemt met enkele andere lidstaten het voortouw in het betere regelgevingsdossier. Dit zijn met name het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, maar ook wordt vaak samengewerkt met landen als Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië, Denemarken, Zweden, Finland, Slowakije, Ierland, Italië en Kroatië.


X Noot
1

Extranetnummer bij verzending niet beschikbaar

X Noot
2

Extranetnummer ST 11941/15

X Noot
3

Zie hiervoor ook de Kabinetsappreciatie (Kamerstuk 22 112 , nr. 1983).

Naar boven