21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 294 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2012

Hierbij willen wij uw Kamer informeren over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA). Tevens voldoen wij aan uw verzoek tot een reactie op de motie Verhoeven (Kamerstukken II 2011–12, 21 501-30, nr. 288).

Zoals uw Kamer ongetwijfeld al heeft vernomen, heeft het Europees Parlement tijdens de plenaire zitting van 4 juli jl. met grote meerderheid ACTA verworpen. Een kort daarvoor ingediende motie om te wachten op het door de Europese Commissie gevraagde advies aan het Hof van Justitie, werd verworpen.

Zonder instemming van het Europees Parlement kan ACTA niet worden geratificeerd, wat een voorwaarde is voor de inwerkingtreding hiervan in Europa. Naar wij vernamen heeft Eurocommissaris De Gucht aangekondigd het advies van het Hof van Justitie af te wachten om daarna te bezien of er nadere stappen worden ondernomen. De Europese Commissie heeft de bevoegdheid dit te bepalen. Voor dit kabinet geldt, zoals ook aangegeven in onze brief van 25 juni jl., dat wij conform de wens van de Kamer geen stappen zullen zetten die leiden tot implementatie van ACTA in Nederland.

Wij delen de gedachte achter de motie Verhoeven dat het stimuleren van nieuwe legale verdienmodellen een speerpunt is voor het auteursrechtbeleid. Daartoe heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het kader van de nationale digitale agenda onderzoek laten uitvoeren naar knelpunten in het legale digitale aanbod. Tevens heeft Nederland er bij de Europese Commissie op aangedrongen om de licentieverlening op internet ten gunste van nieuwe legale diensten te vereenvoudigen.

Voor zover de motie oproept om tegen met ACTA vergelijkbare verdragen te stemmen, merken wij op dat elk ontwerpverdrag op zijn eigen inhoud zal worden beoordeeld. Bij dit proces wordt de Kamer op gebruikelijke wijze betrokken.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven