21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2010

Hierbij bied ik u aan het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 10 november jl., waarbij ik aanwezig was. De Raad stond geheel in het teken van het talenregime van het EU-octrooi.

De dag voorafgaand aan de Raad heeft het voorzitterschap nieuwe compromisvoorstellen rondgestuurd, in aanvulling op de compromisvoorstellen waarover uw Kamer al is geïnformeerd in de reactie op het verslag van een schriftelijk overleg naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 10 november (TK 21 501-30-242).

In de nieuwe voorstellen moet er, naast het drie-talenregime van het Commissievoorstel (Engels, Duits, Frans), altijd een extra vertaling gemaakt worden van het hele octrooi in een EU-taal naar keuze. Deze eis geldt voor een overgangstermijn van 12 jaar, die automatisch wordt verlengd met 12 jaar, tenzij bij unanimiteit wordt besloten dit overgangsregime te beëindigen. Binnen dit regime geldt weer een apart regime voor octrooien die zijn verleend in het Duits en het Frans. De extra vertaling in een taal naar keuze moet bij deze EU-octrooien de eerste 6 jaar altijd Engels zijn (English always). Deze 6 jaar is een overgangstermijn, die automatisch eindigt, tenzij bij unanimiteit wordt besloten tot verlenging. De extra vertaling is niet juridisch bindend.

Andere punten die verder zijn uitgewerkt in de nieuwste voorstellen, zijn de compensatie van vertaalkosten en de bescherming van derden te goeder trouw ingeval geen goede vertaling in de landstaal beschikbaar is.

Om de druk op de onderhandelingen zoveel mogelijk te verhogen heeft Nederland, voorafgaand aan de Raad, samen met Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Slovenië een brief gestuurd aan de Commissie met het verzoek om de mogelijkheid van versterkte samenwerking nader te onderzoeken. Nederland wil zich op deze manier ook zo goed mogelijk voorbereiden op de situatie dat het niet lukt om op basis van unanimiteit tot een akkoord te komen. In bijlage 2 treft u een kopie van de brief.1

Een uitgebreid verslag vindt u in bijlage 1 van deze brief. Op 25 en 26 november vindt de volgende Raad voor Concurrentievermogen plaats. Vervolgens vindt op 10 december de laatste Raad voor Concurrentievermogen onder Belgisch EU-voorzitterschap plaats.

De minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

BIJLAGE 1 Talenregime EU-octrooi

Het Belgisch voorzitterschap benadrukte het belang van een akkoord over het EU-octrooi voor het innovatie- en concurrentievermogen van de EU. Het voorzitterschap verwees naar het resultaat van de Raad van 11 oktober, waarbij de meeste lidstaten konden instemmen met het Commissievoorstel aangevuld met compromisvoorstellen van het voorzitterschap. Het voorzitterschap gaf vervolgens een toelichting op de extra compromisvoorstellen die nog zijn gedaan na de Raad van 11 oktober. Het voorzitterschap streeft naar een compromis tussen de lidstaten die het Commissievoorstel steunen, lidstaten die er belang aan hechten dat er altijd een vertaling beschikbaar is in het Engels en lidstaten die hechten aan de mogelijkheid van een vertaling in hun eigen taal. Met deze voorstellen heeft het voorzitterschap geprobeerd een balans te vinden tussen de wensen van de verschillende lidstaten, waarbij de voorwaarden die zijn afgesproken tijdens de raad van 11 oktober worden gerespecteerd (geen significante extra kosten; geen rechtsonzekerheid door juridische waarde toe te kennen aan extra vertalingen).

De Commissie sprak steun uit voor de voorstellen van het voorzitterschap en de aanpak om op deze basis tot een akkoord te komen met 27 lidstaten. De Commissie wees op het belang voor gebruikers dat het EU-octrooi effectief, eenvoudig, rechtszeker en goedkoop is. Een goed octrooisysteem is van belang voor innovatie, de interne markt, het ondernemingsklimaat en de concurrentiepositie ten opzichte van de VS en Japan en in toenemende mate ook China. China, waar het aantal octrooiaanvragen spectaculair toeneemt, is een deugdelijk octrooisysteem aan het opzetten. Ook kan met een EU-octrooi de strijd tegen namaak van buiten de EU beter worden aangegaan.

Een grote meerderheid van lidstaten toonde zich bereid om constructief mee te werken aan een akkoord van 27 lidstaten. Veel lidstaten toonden zich, net als Nederland, niet enthousiast over de nieuwste voorstellen van het voorzitterschap – en met name de eis van een extra vertaling in een taal naar keuze, maar gaven aan bereid te zijn deze te aanvaarden als dat zou leiden tot een compromis met 27 lidstaten. Van de twee lidstaten die zich vorige Raad nog tegen de voorstellen keerden, leek één lidstaat bereid te werken aan een compromis maar had nog aanvullende wensen. De andere lidstaat kon zich in het geheel niet vinden in de compromisvoorstellen met het argument dat het compromis een discriminatie zou inhouden van de eigen taal.

In informele setting is tijdens een diner verder gesproken over de compromisvoorstellen. Tijdens het diner heeft het voorzitterschap een nieuw voorstel gepresenteerd om de twee laatste tegenstanders mee te krijgen. In dit voorstel werd de overgangstermijn van 6 jaar voor de English always variant verlengd tot maximaal 12 jaar, waarbij er na 6 jaar en 8 jaar een mogelijkheid is om op basis van unanimiteit te besluiten de overgangstermijn te beëindigen. Dit bleek onvoldoende om de twee tegenstanders mee te krijgen. Door de stugge opstelling van deze lidstaten lijkt de belangstelling voor de optie van versterkte samenwerking toe te nemen. Een aantal lidstaten zinspeelde hierop, waaronder ook lidstaten die dat eerder nog niet had gedaan.

Het voorzitterschap concludeerde vervolgens dat een akkoord op basis van unanimiteit tijdens deze Raad niet is gelukt en dat wordt bezien hoe nu verder te gaan. Het onderwerp zal opnieuw aan de orde komen op de Raad van 10 december, en mogelijk ook al eerder op de Raad van 25 november.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven