21 501-20 Europese Raad

Nr. 752 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2013

Mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuur ik u hierbij de reactie van het kabinet op het verzoek van het lid Madlener om meer informatie over EU-ambtenarensalarissen, zoals gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden op 5 februari jl. (Handelingen II 2012/13, nr. 48). Ik zal in deze brief tevens ingaan op de berichtgeving in Die Welt am Sonntag (3 februari jl.) over het aantal EU-ambtenaren dat meer zou verdienen dan Bondskanselier Merkel.

Voorop staat dat ik uw kritische houding begrijp. Het kabinet neemt in deze discussie ook een kritische houding aan. De hoogte van EU-salarissen en vergoedingen is niet meer van deze tijd en loopt uit de pas met die in lidstaten. Terwijl in vele lidstaten de salarissen voor overheidsdienaren onder druk van de crisis moeten worden verlaagd, wordt in Brussel gestaakt als salarissen niet worden verhoogd. Het kabinet voelt zich in deze opstelling gesteund door de kritische vragen die hierover onder andere in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland worden gesteld.

Kabinetsinzet

Inzet van het kabinet is om de arbeidsvoorwaarden van Europese ambtenaren te versoberen. De Europese overheid zal meer en beter moeten presteren voor minder geld en met minder mensen. Nederland zal op dit punt blijven hameren in de onderhandelingen over het EU-ambtenarenstatuut en met Duitsland en het Verenigd Koninkrijk naar steun blijven zoeken voor het substantieel verlagen van de administratieve uitgaven. Overigens heeft naast de Commissie ook het Europees Parlement hierin als medewetgever een belangrijke verantwoordelijkheid.

Het kabinet dringt in de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) aan op een nominale bevriezing van de administratieve uitgaven van de EU. Dit zal tot gevolg hebben dat de arbeidsvoorwaarden voor EU-ambtenaren moeten worden versoberd.

Het kabinet wil deze bezuinigingen uitgewerkt zien in concrete maatregelen. Zo wil Nederland dat de zogenoemde expatvergoeding voor EU-ambtenaren die permanent in Brussel wonen en werken op de schop gaat. Ook heeft Nederland de methode voor de jaarlijkse salarisaanpassingen ter discussie gesteld. Het is niet uit te leggen dat zelfs in een financiële en economische crisis EU-salarissen stijgen.

Vergelijking met salaris minister-president

In de beantwoording van de Kamervragen van het lid Omtzigt heb ik uiteengezet dat een vergelijking van nettosalarissen zeer complex is, omdat met veel factoren rekening gehouden moet worden om tot een precieze vergelijking te komen. Het nettosalaris van een Europese ambtenaar is bijvoorbeeld mede afhankelijk van de toelagen waarvoor hij/zij op grond van zijn/haar gezinssituatie in aanmerking komt. Het kabinet heeft niet de beschikking over die informatie en kan alleen een grove indicatie geven, zoals gedaan in voornoemde antwoorden. Als alleen bruto-salarissen worden vergeleken, dan zijn er circa 3000 Commissie-ambtenaren die bruto meer verdienen dan de Nederlandse minister-president. Bestuurlijke zorgvuldigheid vergt dat het kabinet deze kwestie met de Europese Commissie bespreekt alvorens met een nadere reactie te komen. Zoals toegezegd zal ik met de Europese Commissie contact opnemen naar aanleiding van de vraag hoeveel Commissie-ambtenaren netto meer verdienen dan de Nederlandse minister-president. De factoren waar Die Welt mee heeft gerekend zijn het kabinet niet bekend.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven