21 501-20 Europese Raad

Nr. 727 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2012

Hierbij bied ik u aan, mede namens de minister-president, het verslag van de Europese Raad van 13 en 14 december 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Verslag van de Europese Raad van 13 en 14 december 2012

Deze Europese Raad (ER) stond in het teken van de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Ook kwamen de economische onderwerpen «Jaarlijkse Groeiprioriteiten» (Annual Growth Survey) en interne markt, het uitbreidingspakket, de voorbereiding van de ER van december 2013 over het GVDB en onderwerpen van buitenlands beleid (Syrië) aan de orde.

De vergadering begon zoals gebruikelijk met een toespraak van de voorzitter van het Europees Parlement, de heer Martin Schulz (zie bijlage).1

Toekomst EMU

Routekaart EMU

De ER besprak het rapport dat ER-voorzitter Van Rompuy heeft opgesteld over de toekomst van de EMU en nam nota van de blauwdruk die de Commissie heeft gepubliceerd en van de bijdragen van het Europees Parlement.

Minister-president Rutte heeft in de tafelronde over de visie op de verdere ontwikkeling van de EMU het belang benadrukt van het versterken van de EMU langs twee lijnen. Met het oog op een gezonde economische ontwikkeling in de eurolanden is het allereerst nodig zo veel mogelijk marktprikkels te behouden en te herstellen. De lidstaten van de Europese Unie dienen zelf structurele hervormingen door te voeren om de concurrentiekracht te herstellen en daarmee groei en banen te genereren. Daarnaast is geloofwaardig toezicht en monitoring op Europees niveau nodig, zowel preventief als correctief, om de kans op toekomstige crises te verminderen. Het akkoord dat de Raad bereikte over het bankentoezicht levert hieraan een belangrijke bijdrage.

Wat betreft het versterken van de begrotingsdiscipline zijn de afgelopen tijd belangrijke stappen gezet. De minister-president heeft gepleit hierop voort te bouwen conform de Nederlandse voorstellen voor een versterkte rol voor de Eurocommissaris voor economische en monetaire zaken. Volgens het model van de interventieladder moet de beleidsruimte voor landen geleidelijk worden ingeperkt wanneer zij zich niet aan de afspraken houden. In het uiterste geval zou het stemrecht van landen in de Raad moeten kunnen worden geschorst en moet het mogelijk zijn in onderling overleg uit de eurozone te treden.

De minister-president heeft er verder op gewezen dat het van het grootste belang is om groei aan te zwengelen door de interne markt te verdiepen en structurele hervormingen door te voeren. Dat is met name ook nodig met het oog op het terugdringen van de (jeugd-)werkloosheid en het behoud van het Europese sociale model.

De ER riep ertoe op prioriteit te geven aan het afronden en implementeren van de afspraken over betere begrotingsdiscipline en betere coördinatie van het economisch beleid. Na het six-pack en het Stabiliteitsverdrag moet nu ook het two-pack snel worden afgerond.

De ER besloot dat in het kader van een routekaart ter vervolmaking van de EMU een aantal voorstellen nader moet worden onderzocht, waaronder maatregelen om de integriteit van de interne markt te waarborgen. De ER verzocht daarom voorzitter Van Rompuy om samen met Commissievoorzitter Barroso consultaties met lidstaten te houden en in juni 2013 mogelijke voorstellen te doen met een tijdgebonden routekaart. De volgende terreinen worden daarbij genoemd:

  • het coördineren van nationale economische hervormingen conform de afspraak uit het Stabiliteitsverdrag;

  • de sociale dimensie van de EMU inclusief de sociale dialoog;

  • de mogelijkheid en modaliteiten van het afsluiten van contracten tussen lidstaten en EU-instellingen die gedifferentieerd worden al naar gelang de specifieke situatie en waarbij alle eurolanden worden betrokken. Niet-eurolanden kunnen zich ook aansluiten;

  • solidariteitsmechanismen die de inspanningen van lidstaten in het kader van de contracten versterken.

In de visie van het kabinet biedt deze afspraak een goede mogelijkheid om de vragen en onduidelijkheden die er nog bestaan over een aantal van de voorstellen in het rapport van voorzitter Van Rompuy nader te bespreken met de lidstaten.

De minister-president heeft gezegd dat Nederland de contracten, die op basis van wederzijdse overeenstemming worden gesloten, ziet als een potentieel instrument om een positieve prikkel te doen uitgaan naar landen die hervormingen moeten doorvoeren die van belang zijn voor de stabiliteit van de EMU als geheel. De beleidsvrijheid van landen die zich aan de afspraken houden, dient niet te worden ingeperkt en de contracten zullen geen nieuwe nalevingsmechanismen toevoegen aan de bestaande procedures. Nederland vindt het een goed idee om de Europese uitgaven beter te laten bijdragen aan het bevorderen van economische groei via het stimuleren van structurele hervormingen, maar dat mag niet leiden tot een stijging van de totale Nederlandse afdrachten aan Europa. In lijn met de Nederlandse inzet is het voorstel van voorzitter Van Rompuy om een begrotingscapaciteit voor de eurozone op te zetten om economische schokken in eurolanden te kunnen opvangen, niet door de ER overgenomen.

Bankentoezicht en bankenunie

De minister-president heeft het akkoord verwelkomd dat de Raad op 13 december jl. bereikte over het oprichten van Europees bankentoezicht. Het is goed dat de EU heeft laten zien op een dergelijk belangrijk en complex dossier snel voortgang te kunnen boeken. Hij heeft het belang onderstreept van de uitkomst van de Raadsbijeenkomst van 13 december dat de ECB, wanneer zij dit nodig acht, te allen tijde een individuele bank onder haar directe toezicht kan plaatsen. Minister-president Rutte heeft daarnaast de Nederlandse visie op de verdere totstandkoming van een bankenunie uiteen gezet, die zorgvuldig zal worden uitgebouwd met een gezamenlijk resolutiemechanisme en uiteindelijk een gezamenlijk depositogarantiestelsel zou moeten bevatten.

De ER benadrukte het belang van het ontwikkelen van een geïntegreerd financieel raamwerk. Ten aanzien van het door de Raad bereikte akkoord over het Europese toezichtmechanisme voor banken riep de ER op tot snelle overeenstemming met het Europees Parlement. De ER onderstreepte daarbij dat nu ook snel overeenstemming moet worden bereikt over het harmoniseren van kapitaalseisen, hetgeen van groot belang is voor het opstellen van een single rule book. ECB-president Draghi bevestigde dat dit nodig is om toezicht te kunnen houden.

De ER moedigde de Raad en het Europees Parlement aan voor juni 2013 een akkoord te bereiken over het harmoniseren van nationale resolutieraamwerken en depositogarantiestelsels en keek vooruit naar de follow-up die de Commissie zal geven aan het rapport-Liikanen over de structuur van het Europese bankwezen. Ter uitwerking van zijn besluit van juni jl. riep de ER ertoe op om in de eerste helft van 2013 een akkoord te bereiken over de operationele criteria voor directe herkapitalisatie van banken door het ESM. Vervolgens, wanneer er een doelmatig Europees toezichtmechanisme voor banken is opgericht, zal het ESM op grond van een reguliere beslissing de mogelijkheid hebben banken rechtstreeks te herkapitaliseren.

De ER heeft vastgesteld dat wanneer het bankentoezicht overgaat naar het Europese toezichtmechanisme, een gezamenlijk resolutiemechanisme geboden is. Het is de intentie om voor het einde van de zittingsperiode van het huidige Europees Parlement, tot zomer 2014, een akkoord te bereiken over het voorstel voor een dergelijk mechanisme dat de Commissie in de loop van 2013 zal presenteren. Het mechanisme moet gebaseerd zijn op bijdragen van de financiële sector en een publieke achtervang bevatten, waarbij eventuele publieke steun via heffingen op de financiële sector wordt teruggevorderd.

De minister-president heeft de Nederlandse eisen ten aanzien van een Europees resolutiemechanisme naar voren gebracht. Zo moet er bij een Europees resolutiemechanisme volledige bail-in zijn van private crediteuren. Daarnaast moeten de financiële posities van banken op een gelijk niveau zijn gebracht voordat van risicodeling via een Europees resolutiemechanisme sprake kan zijn en is er uiteindelijk, naast harmonisatie van kapitaalseisen (CRR en CRD IV), resolutieraamwerken (RRD) en depositogarantiestelsels (DGSD), verdere versterking en harmonisatie van regels voor banken nodig, leidend tot één Europese set aan regels (Single Rule Book).

Democratische legitimatie en verantwoording

De minister-president heeft gewezen op het belang van adequate democratische legitimatie in het kader van het versterken van de EMU. Daarbij heeft hij benadrukt dat goed moet worden gekeken naar mogelijkheden om de rol van nationale parlementen te versterken.

De ER heeft zijn conclusie van oktober herhaald dat democratische legitimiteit en verantwoording moeten worden belegd op het niveau waar besluiten worden genomen en uitgevoerd. Daarbij wordt zowel naar nationale parlementen als naar het Europees Parlement gewezen, die gezamenlijk uitvoering kunnen geven aan de afspraak uit Protocol 1 bij de Verdragen en het Stabiliteitsverdrag om hun onderlinge samenwerking te versterken. De ER verzocht de staatshoofden en regeringsleiders van de eurolanden om in maart 2013 procedureregels vast te stellen voor het organiseren van Eurotop-bijeenkomsten.

Zoals vorige week toegezegd in het algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken en het plenaire debat over de agenda van deze ER zal het kabinet ter voorbereiding op het debat over de Staat van de Europese Unie komen met een brief waarin het zijn visie op de toekomst van de Europese Unie uiteenzet en zal het daarbij ook ingaan op de democratische legitimiteit en verantwoording. Daarmee wordt ook invulling gegeven aan de motie-Servaes c.s. over concrete voorstellen ter versterking van de democratische legitimering en verantwoording en de motie-Merkies over versterking van de positie van nationale parlementen. Ook zal het kabinet in deze brief indien mogelijk een reactie opnemen met betrekking tot het Raad van State advies over democratische controle bij de hervormingen in economisch bestuur in Europa ter bestrijding van de economische en financiële crisis.

Overige economische onderwerpen

Annual Growth Survey

De Europese Raad verwelkomde dit document van de Commissie en in het bijzonder de daarin genoemde vijf prioriteiten:

  • het nastreven van gedifferentieerde en groeivriendelijke begrotingsdiscipline;

  • terugbrengen van de leningen in de economie tot een normaal niveau;

  • bevorderen van groei en concurrentievermogen;

  • aanpakken van werkloosheid en de sociale gevolgen van de crisis en;

  • modernisering van het overheidsapparaat.

De Survey zal nu in de verschillende Raadsformaties worden besproken. De ER van maart 2013 zal richting geven aan de stabiliteits- en convergentieprogramma’s en de nationale hervormingsprogramma’s die de lidstaten vervolgens gaan opstellen en aan de uitvoering van de vlaggenschip-activiteiten van de EU. De ER vroeg de Commissie om in haar volgende Annual Growth Survey een beoordeling op te nemen van het functioneren van de arbeids- en productmarkten met het oog op het bevorderen van groei en werkgelegenheid.

Interne markt

Minister-president Rutte heeft gepleit voor een actieve uitvoering van de voornemens ter versterking van de interne markt. De ER nam de stand op bij de behandeling van de prioritaire voorstellen in de Single Market Act I. De ER verwelkomde de overeenstemming die is bereikt over de versterkte samenwerking bij het unitair octrooi en bij de regels voor geschillenbeslechting. De ER riep op tot snellere voortgang ten aanzien van de dossiers beroepskwalificaties, openbare aanbesteding, uitzendwerk en elektronische identificatie.

De staatshoofden en regeringsleiders verzochten de Commissie om de voorstellen van de Single market Act II in het voorjaar van 2013 te presenteren en riepen Raad en Europees Parlement op die met de hoogste prioriteit te behandelen. Daarbij verwelkomde de ER de voorstellen van de Commissie om overbodige regelgeving te schrappen en zodoende de administratieve lasten te verminderen. De ER vroeg ook om snelle behandeling van de mededelingen van de Commissie over de dienstenrichtlijn, het bestuur van de interne markt en slimme regelgeving. De ER benadrukte het belang van het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Het jeugdwerkgelegenheidspakket moet worden aangenomen inclusief een aanbeveling over de jeugdgaranties, waarbij rekening moet worden gehouden met specifieke nationale situaties.

Uitbreidingspakket

De staatshoofden en regeringsleiders volstonden met een verwijzing naar de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 11 december jl. over het Uitbreidingspakket.

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid: voorbereiding ER december 2013

De staatshoofden en regeringsleiders constateerden dat de EU, mede om de veiligheid van haar burgers te garanderen en Europese belangen te beschermen, een groeiende taak toekomt bij het bewaren van internationale vrede en veiligheid. De EU vervult deze rol onder andere via civiele missies en militaire operaties onder het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). De effectiviteit van het GVDB kan evenwel verder kan worden vergroot. De actuele financiële tekorten onderstrepen dat verdergaande samenwerking nodig is om over de juiste capaciteiten te kunnen beschikken.

In dit licht verzocht de ER Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton en de Commissie uiterlijk in september 2013 voorstellen te presenteren om het GVDB verder te versterken. De lidstaten zullen nauw bij de voorbereiding hiervan worden betrokken. Op basis van de voorstellen zal de ER in december 2013 besluiten hoe de EU de effectiviteit van haar inspanningen op het gebied van vrede en veiligheid kan verzekeren.

De voorstellen zullen in het bijzonder ingaan op mogelijkheden om de effectiviteit, zichtbaarheid en impact van het GVDB te versterken, onder andere door het verder ontwikkelen van de geïntegreerde benadering en door het versterken van de mogelijkheden om snel en effectief civiele en militaire capaciteiten ter beschikking te stellen. Daarnaast zullen deze voorstellen mogelijkheden schetsen om de ontwikkeling van civiele en militaire capaciteiten te bevorderen. Dit kan onder andere via meer gestructureerde en lange termijn georiënteerde defensiesamenwerking, mede in het kader van de «pooling and sharing» van militaire capaciteiten, en door het bevorderen van synergiën tussen bilaterale, sub-regionale, Europese en multilaterale initiatieven.

Tot slot zullen HV Ashton en de Commissie voorstellen doen om de Europese defensie-industrie te versterken via het stimuleren van meer synergie tussen civiele en militaire onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, het bevorderen van een goed-functionerende defensiemarkt en het versterken van de technologische en industriële basis van de Europese defensie.

Syrië

De ER toonde zich ontzet over het voortgaande geweld in Syrië. Een politieke transitie is noodzakelijk naar een democratisch en inclusief geleid Syrië, waarin mensenrechten en minderheden worden gerespecteerd en president Assad geen plaats heeft. De staatshoofden en regeringsleiders verzochten de Raad alle mogelijkheden te onderzoeken om de Syrische Oppositie Coalitie en de bescherming van burgers te steunen. Zij zullen de situatie in Syrië met prioriteit blijven volgen.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven