21 501-20 Europese Raad

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 506 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE EN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2011

Op 12 januari 2011 heeft de Europese Commissie voor het eerst haar «jaarlijkse analyse van prioriteiten voor groeiversterking» in de Europese Unie gepresenteerd (Annual Growth Survey). De analyse geeft, met tien prioritaire aanbevelingen die gericht zijn op macro-economische stabiliteit en begrotingsconsolidatie, structurele hervormingen en bevordering van de groei, aan welke koers Europa het komende jaar moet aanhouden. De (vanaf nu) jaarlijkse terugkerende analyse vormt de start van de nieuwe cyclus van economische beleidscoördinatie in de Europese Unie, het zogenaamde Europese semester.

Europees semester

De jaarlijkse analyse van prioriteiten voor groeiversterking vormt de start van de nieuwe cyclus van economische beleidscoördinatie in de Europese Unie, genaamd het Europese semester. Doel van deze opzet is om de Raad meer mogelijkheden te geven om lidstaten in een vroegtijdiger stadium aanwijzingen te geven voor het te volgen budgettaire en (macro-)economische beleid. Ook worden de verschillende bestaande processen voor economische beleidscoördinatie in de EU onder het Europese semester beter gesynchroniseerd, zodat de aanbevelingen voor de lidstaten die hieruit voortvloeien, onderling consistent zijn.

Als onderdeel van het Europese semester zal de jaarlijkse analyse van prioriteiten voor groeiversterking de komende maanden worden besproken in de Europese vakraden. Vervolgens zal de Europese Raad van 24–25 maart 2011 EU-brede aanbevelingen doen. Lidstaten worden geacht de aanbevelingen van de Europese Raad mee te nemen bij het opstellen van de Nationale Hervormingsprogramma's evenals de Stabiliteits- en Convergentieprogramma's. Deze rapporten moeten uiterlijk eind april bij de Commissie worden ingediend. In de Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s zetten de lidstaten hun budgettaire beleid uiteen en in de Nationale Hervormingsprogramma’s het (macro-)economische beleid, alsmede de maatregelen om de doelen van de Europa 2020-strategie te behalen. In juni zullen de Ecofin Raad, de Werkgelegenheidsraad en de Europese Raad landenspecifieke aanbevelingen geven naar aanleiding van deze programma’s. Lidstaten worden vervolgens geacht bij hun beleidsvoorstellen en bij het opstellen van de nationale begroting rekening te houden met deze aanbevelingen. Indien lidstaten niet aan de aanbevelingen voldoen, kan dit onder het huidige systeem in het geval van de overheidsfinanciën leiden tot sancties, bijvoorbeeld een boete. De wetsvoorstellen ter versterking van economische coördinatie, waarover momenteel in Brussel wordt onderhandeld, zouden de afdwingbaarheid van het systeem in de toekomst verder kunnen vergroten.

Annual Growth Survey

De Europese Commissie schetst in de jaarlijkse analyse van prioriteiten voor groeiversterking verschillende maatregelen voor 2011 en 2012 die noodzakelijk zijn om het economische herstel op de korte termijn te versterken, gelijke tred te houden met de belangrijkste concurrenten van de EU en de weg in te zetten naar het bereiken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. De acties die lidstaten in 2011 en 2012 nemen en voorbereiden, zijn volgens de Commissie noodzakelijk om een «lost decade scenario» te voorkomen. De Commissie benadrukt in de analyse het belang van een ambitieuze aanpak en doet in dit kader tien algemene aanbevelingen voor beleid, die rond drie hoofdpunten zijn geconcentreerd: (i) de noodzaak van een rigoureuze begrotingsconsolidatie ter versterking van de macro-economische stabiliteit, (ii) structurele hervormingen ter verbetering van de werkgelegenheid en (iii) het nemen van groeiversterkende maatregelen. De tien aanbevelingen die de Europese Commissie doet staan vermeld in onderstaand kader.

Aanbevelingen van de Commissie:

Fundamentele voorwaarden voor groei

  • 1. Rigoureuze begrotingsconsolidatie;

  • 2. Corrigeren van macro-economische onevenwichtigheden;

  • 3. Toezien op de stabiliteit van de financiële sector;

Mobiliseren van de arbeidsmarkten en werkgelegenheid scheppen

  • 4. Werk aantrekkelijker maken;

  • 5. Hervorming van de pensioenstelsels;

  • 6. Werklozen weer aan het werk te krijgen;

  • 7. Zorgen voor een evenwicht tussen zekerheid en flexibiliteit;

Voorrang geven aan groei

  • 8. Het potentieel van de interne markt ten volle benutten;

  • 9. Particulier kapitaal aantrekken om de groei te financieren;

  • 10. Zorgen voor toegang tot energie tegen een schappelijke prijs.

Naast deze overkoepelende mededeling bestaat de analyse uit nog drie documenten. Het eerste document is het voortgangsverslag over de Europa 2020-strategie, waarin de stand van zaken ten aanzien van de hoofddoelstellingen van de strategie, de nationale hervormingsprogramma’s en de door de lidstaten beoogde hervormingen worden geschetst. Het tweede document is het macro-economisch verslag, waarin de macro-economische vooruitzichten worden behandeld en waarin wordt aangegeven welke maatregelen volgens de Commissie de beste mogelijkheden bieden voor economische groei. Het derde document is het verslag over de werkgelegenheid, waarin de situatie betreffende de werkgelegenheid en het arbeidsmarktbeleid worden behandeld.

Het kabinet kan zich goed vinden in de brede aanbevelingen uit de analyse van de Europese Commissie. De tien brede beleidsaanbevelingen dienen in het licht te worden gezien van de huidige economische context. Ten gevolge van de economische crisis is de economische productie sterk teruggelopen, de werkloosheid in veel lidstaten significant opgelopen, de productiviteit gedaald en de overheidsfinanciën sterk verslechterd. Structurele tekortkomingen zijn door de crisis blootgelegd en vragen om een urgente en stringente aanpak. Hierbij geeft de Commissie aan dat budgettaire consolidatie en herstel van de financiële sector de hoofdprioriteit is, gevolgd door het terugdringen van de werkloosheid middels hervormingen op de arbeidsmarkt. Echter, de aanpak van deze twee prioriteiten zal ineffectief blijken wanneer deze niet worden vergezeld van een forse inspanning om structurele maatregelen ter bevordering van de groei reeds in de komende jaren te nemen. De uitdaging zal zijn om deze groeibevorderende maatregelen de komende jaren te nemen binnen krappere budgettaire totaalkaders.

Binnen de tien brede aanbevelingen worden specifieke hervormingsvoorstellen genoemd die lidstaten zouden kunnen nemen. Ook wordt het belang van het stellen van ambitieuze nationale doelen onder de Europa 2020-strategie benadrukt. Het is hierbij uiteindelijk aan de lidstaten om het nationale beleid vorm te geven. Niettemin wordt verwacht dat alle lidstaten (op basis van uitgangspositie) maatregelen zullen nemen om een bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelen die zijn gesteld in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact en de Europa 2020-strategie. Zoals aangegeven in het concept Nationaal Hervormingsprogramma (TK 21 501-20, nr. 493) heeft het kabinet voor de Europese doelen op het gebied van CO2-uitstoot, duurzame energie en voortijdig schoolverlaters reeds een nationale vertaalslag gemaakt. Voor de Europese doelen op het gebied van arbeidsparticipatie, R&D, energie-efficiëntie, tertiair onderwijs en sociale inclusie zijn de nationale doelstellingen vooralsnog kwalitatief van aard. In het Nationaal Hervormingsprogramma van april zullen de ambities van het kabinet beleidsmatig nader worden uitgewerkt. Voor wat betreft specifieke hervormingsvoorstellen stelt de Commissie onder andere dat ook landen met een overschot op de lopende rekening een bijdrage zullen moeten leveren aan het verminderen van onevenwichtigheden in eurozone, bijvoorbeeld door het identificeren en aanpakken van elementen die de binnenlandse vraag kunnen versterken en door het verbeteren van het investeringsklimaat. Het kabinet zal op deze aanbevelingen ingaan in het Nationale Hervormingsprogramma en in het Stabiliteitsprogramma. Uw Kamer zal daarnaast, waar relevant, via de geannoteerde agenda’s van de vakraden nader worden geïnformeerd over de specifieke aanbevelingen.

Het kabinet deelt de analyse van de Commissie dat het herstel richting gezonde overheidsfinanciën de beleidsprioriteit vormt en is zich ervan bewust dat dit enkel effectief is als dit vergezeld wordt van maatregelen ter versterking van de economische groei en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange termijn. Het kabinet is voornemens om de pensioenleeftijd te verhogen en voert hervormingen door in o.a. het sociale zekerheidsstelsel, het onderwijs en in de gezondheidszorg. Ook een kleinere, slagvaardige overheid is één van de speerpunten van dit kabinet. Tevens werkt het kabinet aan versterking van het concurrentievermogen van de Nederlandse economie middels een gericht beleid ter bevordering van innovatie en ondernemerschap, waardoor Nederland tevens als vestigingsplaats aantrekkelijker wordt. De ambitie van het kabinet om Nederland sterker uit de crisis te doen komen en de positie van Nederland in de wereld te versterken, sluit daarmee goed aan bij de beleidsaanbevelingen van de Europese Commissie.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven