21 501-20 Europese Raad

Nr. 504 MOTIE VAN DE LEDEN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK EN VOORDEWIND

Voorgesteld 3 februari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat ook de Moslimbroederschap een prominente rol speelt in de aanhoudende en legitieme volksopstand gericht tegen president Mubarak;

overwegende, dat de Moslimbroederschap streeft naar het herstel van het kalifaat, de sharia wil invoeren, geen gelijkwaardige positie voorstaat voor onder andere joodse en christelijke minderheden en tegen een vredesovereenkomst met Israël is;

overwegende, dat Muhammad Ghannem, prominent lid van de broederschap, tegenover Iraanse media heeft verklaard dat Egypte zich moet opmaken voor oorlog met Israël;

van mening, dat een prominente rol van de Moslimbroederschap in het toekomstige bestuur van Egypte onwenselijk is;

verzoekt de regering om tijdens de Europese top steun te verwerven voor het standpunt dat voorkomen moet worden dat de Moslimbroederschap een plaats verwerft in het toekomstige bestuur van Egypte en alleen dan een rol kan vervullen in een vrij en democratisch Egypte als het onvoorwaardelijk kiest voor een volledig gelijkwaardige positie van niet-moslims en moslims en voor continuering van de vrede met Israël,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Voordewind

Naar boven