21 501-20 Europese Raad

Nr. 475 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2010

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister-president, het verslag aan van de Europese Raaddie op 17 juni 2010 te Brussel plaatsvond.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Verslag van de Europese Raad op 16 juni 2010 in Brussel

Deze Europese Raad stond in het teken van de financieel-economische en verwante vraagstukken: de nieuwe EU-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei (Europa 2020-strategie), het toezicht op de financiële sector, de versterking van het Stabiliteits- en Groeipact en de voorbereiding van de G20-top in Toronto. Ter voorbereiding van de VN MDG-top in september spraken de regeringsleiders over de millennium ontwikkelingsdoelen (MDG’s) en naar aanleiding van een recent verschenen Commissiemededeling over de reductiedoelstelling en de klimaatfinanciering.

Zoals te doen gebruikelijk, gaf de voorzitter van het Europees Parlement de heer Jerzy Buzek zijn visie op actuele ontwikkelingen (toespraak bijgesloten)1.

Europa 2020-strategie

De Europese Raad bereikte overeenstemming over de kwantitatieve invulling van de laatste twee kerndoelen, voor onderwijs respectievelijk sociale uitsluiting. Minister-president Balkenende verwelkomde de gekozen bredere benadering van de sociale uitsluitingsdoelstelling. Die past goed bij het Nederlandse uitgangspunt dat armoede een gebrek aan kansen is om deel te nemen aan de arbeidsmarkt en maatschappelijke activiteiten. Hij merkte op dat onderwijs een terrein blijft dat behoort tot de nationale bevoegdheden.

De Europese Raad verwelkomde het eerste vlaggenschipinitiatief van de Europa 2020-strategie; de Digitale Agenda voor Europa. Minister-president Balkenende schreef hier een brief over aan de Europese Raad, samen met zijn Deense, Estse en Finse ambtgenoten. Vervolgens stelde de Europese Raad de Europa 2020-strategie vast.

Van Rompuy Groep

De voorzitter van de Europese Raad deed verslag van de voortgang van de besprekingen in de werkgroep die zich buigt over de versterking van de economische en budgettaire coördinatie in de EU en over crisismanagement. De Europese Raad bereikte overeenstemming over richtsnoeren voor de aanscherping van de begrotingsdiscipline en het macro-economisch toezicht. Zo is er in de Europese Raad overeenstemming over het feit dat de preventieve en correctieve instrumenten van het SGP versterkt moeten worden; er meer aandacht binnen het Pact moet komen voor de ontwikkeling van de staatsschuld; dat er in het voorjaar informatie wordt verschaft aan de Commissie over de basiscijfers van de nationale begrotingen, rekening houdend met de nationale begrotingsprocedures; dat de nationale begrotingsregels worden versterkt en dat de kwaliteit van de statistische gegevens over de begrotingstekorten moet worden verbeterd.

Minister-president Balkenende gaf aan dat het SGP versterkt moet worden door een meer «rules based» karakter en meer automatismen in te bouwen en dat binnen het Pact ook meer aandacht moet komen voor macro-economische onevenwichtigheden in de lidstaten. De Commissie moet gebruik maken van de mogelijkheden om waarschuwingen en advies af te geven.

De Europese Raad verzocht de werkgroep om haar werkzaamheden voort te zetten en in oktober het eindrapport in te dienen.

Hervorming van de financiële sector

De Europese Raad riep de Raad en het Europees Parlement op om het toezichtpakket zo snel mogelijk aan te nemen. Transparantie in de banksector werd van belang geacht om het vertrouwen in de sector te bestendigen. De Europese Raad kwam overeen dat de resultaten van de stresstests die de bankentoezichthouders momenteel uitvoeren, uiterlijk in de tweede helft van juli bekend worden gemaakt. Ook vroeg hij de Raad en de Commissie om een bankenheffing of bankenbelasting (inclusief een mogelijke mondiale transactiebelasting) die door de lidstaten moet worden ingevoerd, verder uit te werken. Hierbij moet goed gelet worden op onder andere zaken als een gelijk speelveld binnen de EU en ten opzichte van derde landen. De Europese Unie zal dit idee ook opbrengen tijdens de G20-top in Toronto en met de uitkomst van die bespreking zal rekening worden gehouden bij de uitwerking van het idee voor de EU.

Minister-president Balkenende gaf aan dat hij geen voorstander is van een algeheel verbod op «naked short selling» omdat dat de obligatiemarkten kan verzwakken. Hij bepleitte ook om bij de ontwikkeling van het kader voor een bankenbelasting goed te kijken naar het gelijke speelveld en de totale lastenverzwaring voor de banken die bijvoorbeeld ook zwaardere kapitaaleisen opgelegd krijgen. Deze elementen zijn in de ER-conclusies opgenomen.

Voorbereiding G20-top in Toronto

De Europese Raad nam zonder veel discussie de inzet aan van de Europese Unie voor de G20-top in Toronto, die was voorbereid door de ministers van Financiën.

Minister-president Balkenende onderstreepte dat Europa door begrotingsdiscipline het signaal aan de markten moet afgeven dat Europa zijn zaken op orde brengt en hierbij ook rekening moet houden bij het landenspecifieke stimuleringsbeleid.

Millennium Development Goals

De Europese Raad bevestigde de inzet van de Europese Unie voor de VN MDG-top in september aanstaande in New York, die de Raad Buitenlandse Zaken (deel Ontwikkelingssamenwerking) had voorbereid. Minister-president Balkenende wees op de afspraak dat alle EU-lidstaten in 2015 tenminste 0,7% BNI voor officiële hulp (ODA) reserveren en ondersteunde het idee om dit jaarlijks in de Europese Raad aan de orde te stellen. Dit is in de conclusies opgenomen. Hiermee geeft de Europese Raad een krachtig signaal af, ook aan de EU-lidstaten die niet aan de norm van 0,7% BNI/ODA voldoen.

Klimaatverandering

Commissievoorzitter Barroso presenteerde de Commissiemededeling over de implicaties van zowel het bestaande EU-doel van 20% emissiereductie in 2020, als van een eventuele ophoging naar 30%. De Europese Raad nam daar kennis van. De Commissie zal nadere analyses maken van de kosten en baten van een 30% reductiedoelstelling in 2020, ook op het niveau van lidstaten, van het gelijke speelveld voor de industrie en van de financieringsmogelijkheden voor duurzame technologie. In verband met de volgende ronde van klimaatonderhandelingen in Cancún, zal de Europese Raad in het najaar op het onderwerp terugkomen.

IJsland

De Europese Raad ging akkoord met het openen van de EU-toetredingsonderhandelingen met IJsland, maar onder stevige conditionaliteiten. De Europese Raad onderstreepte dat IJsland de bestaande verplichtingen onder het Verdrag inzake de Europese Economische Ruimte moet nakomen, waarop ook de EFTA Surveillance Authority heeft geattendeerd (met betrekking tot de richtlijn inzake het depositogarantiestelsel en het non-discriminatiebeginsel). IJsland moet alle uitstaande kwesties (in casu, de leenovereenkomst inzake Icesave met het Verenigd Koninkrijk en Nederland) oplossen. In het onderhandelingsraamwerk dat de Raad zal gaan vaststellen, zullen deze zaken worden opgenomen. Door het besluit van de Europese Raad zal de druk op IJsland toenemen om tot een akkoord te komen over Icesave.

Minister-president Balkenende herinnerde aan de uitstaande verplichtingen van IJsland ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk en Nederland. De voortgang in het onderhandelingsproces zal hierdoor worden bepaald. Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 16 juni jl. gaf minister-president Balkenende aan dat het nakomen van deze verplichtingen een voorwaarde moet zijn voor het afsluiten van de onderhandelingen over hoofdstuk 9 (financiële diensten).

Iran

De Europese Raad nam een verklaring aan over het Iraanse nucleaire programma. Daarin wordt geconstateerd dat een bevredigende overeenkomst over de uraniumvoorziening van de Teheran Research Reactor weliswaar een vertrouwenwekkende maatregel zou zijn, maar niet de kern van de zorg over Iran's nucleaire programma zou kunnen wegnemen. Iran werd nogmaals opgeroepen besprekingen over het nucleaire programma aan te gaan. De wil van de Europese Unie om een diplomatieke oplossing voor het geschil over Iran's nucleaire programma te vinden, werd nogmaals bevestigd. Iran werd opgeroepen zich bereid te tonen om het vertrouwen van de internationale gemeenschap te herstellen en positief te antwoorden op de uitnodiging tot hervatting van onderhandelingen. De voorstellen voor onderhandelingen die de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland in juni 2008 hebben gedaan, gelden nog steeds. De bereidheid van Hoge Vertegenwoordiger Ashton tot het aangaan van gesprekken werd door de Europese Raad onderstreept.

De Europese Raad verwelkomde de op 9 juni jl. aangenomen VN-Veiligheidsraadsresolutie over Iran en nodigde de Raad Buitenlandse Zaken uit bij zijn volgende zitting, die op 26 juli a.s. zal plaatsvinden, een besluit te nemen ter implementatie van de maatregelen die zijn opgenomen in de resolutie. Ook nodigde hij de Raad Buitenlandse Zaken uit in dezelfde zitting over begeleidende maatregelen te besluiten, met het doel een onderhandelde oplossing te bevorderen van alle uitstaande discussiepunten over Iran's nucleaire programma. De begeleidende maatregelen zullen betrekking hebben op de handels-, financiële, transport- en energiesectoren. Tot slot nodigde de Europese Raad de Raad Buitenlandse Zaken uit een besluit te nemen over verdere bevriezing van tegoeden en verboden op visumverlening, in het bijzonder voor (leden van) het Islamitische Revolutionaire Garde Korps.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven