21 501-20
Europese Raad

nr. 463
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2010

Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties van 16 december 2009 met kenmerk 145586u inzake de toezending van de kabinetsreactie op het consultatiedocument van de Europese Commissie betreffende de toekomstige «EU 2020-strategie». Deze kabinetsreactie is op 15 januari jl. door de ministerraad vastgesteld en aan de Europese Commissie gezonden.1

In het komende half jaar wordt de huidige Lissabonstrategie vervangen door een nieuwe strategie voor de komende tien jaar. We zullen het hoofd moeten bieden aan belangrijke uitdagingen: de kosten die een vergrijzende bevolking met zich meebrengt, vragen om een hogere arbeidsparticipatie en hogere productiviteit. Ook opkomende economieën begeven zich op innovatieve markten. Klimaatverandering, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en energieschaarste maken een overgang naar een eco-efficiente economie noodzakelijk. Een overgang die de EU ook nieuwe mogelijkheden voor het bedrijfsleven zal bieden.

Deze situatie vraagt om een ambitieuze hervormingsagenda op zowel EU als nationaal niveau. De toekomst ligt in een samenleving waarin iedereen participeert en een duurzame, ondernemende en innovatieve economie met goed werkende markten. Dit vereist investeringen en soms moeilijke hervormingen. Solidariteit tussen generaties vereist dat we de kosten van ons handelen niet doorschuiven naar toekomstige generaties. Daarom is het noodzakelijk maatregelen te nemen om duurzame overheidsfinanciën te bereiken en zijn duurzame, innovatieve en efficiënte beleidsoplossingen van belang om de crisis achter ons te kunnen laten en ons te begeven op het pad naar duurzame welvaart.

Binnen een hernieuwde strategie moeten we meer en beter gebruik maken van de mogelijkheden te leren van elkaars beleid en elkaar meer en scherper aanspreken op het moment dat we het niet goed doen of wanneer het nog beter kan. Dit vraagt om een duidelijke focus op duurzame groei en banen geconcretiseerd in een limitatieve set concrete, meetbare en aansprekende doelen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven