21 501-20
Europese Raad

nr. 419
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2009

Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan voor de Europese Raad van 19 en 20 maart 2009.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 19–20 maart 2009

De Voorjaarsraad spreekt over de economische en financiële situatie, klimaatverandering, energie en externe betrekkingen. Daarnaast zal de Voorjaarsraad zich laten informeren over de voortgang van het verdrag van Lissabon. Afghanistan zal worden besproken tijdens het diner van de ministers van Buitenlandse Zaken. De RAZEB van 16 maart zal de ontwerpconclusies van de Voorjaarsraad bespreken. Bij het verslag van de RAZEB zullen deze aan Uw Kamer worden toegestuurd.

Economische en financiële situatie

De Voorjaarsraad zal veel aandacht besteden aan de financiële en economische situatie en zal spreken over versterking van de financiële sector, het stimuleren van de reële economie, de werkgelegenheidstop, de structurele hervormingen van de Lissabonstrategie en de voorbereiding van London Summit. Ter voorbereiding op de Voorjaarsraad heeft de Commissie de mededeling «Op weg naar Europees herstel» gepubliceerd.

Financiële sector

De hervorming van het Europees financieel toezicht staat op de agenda van de Voorjaarsraad, naar aanleiding van de aanbevelingen van een expertgroep met onder meer oud-minister van Financiën Ruding onder leiding van oud-IMF-directeur Jacques De Larosière. Nederland is van mening dat het rapport van De Larosière actief en adequaat moet worden opgepakt, zodat het financieel toezicht in Europa spoedig en substantieel versterkt wordt. De Commissie heeft hiervoor al een aantal suggesties gedaan in haar recente mededeling «Op weg naar Europees herstel».

Voorts zal de Voorjaarsraad zich mogelijk buigen over de macro-financiële stabiliteit in Europa. Het ligt in de rede dat daarbij aandacht zal worden besteed aan de situatie in een aantal lidstaten in Midden- en Oost-Europa.

Gevolgen voor de reële economie

Voortgaande coördinatie van nationale inspanningen om de crisis het hoofd te bieden en de economie te stimuleren blijft essentieel. Het Voorzitterschap heeft aangegeven opnieuw aandacht te willen besteden aan de nationale maatregelen in relatie tot de beginselen van de interne markt. Nederland is van mening dat het gelijke speelveld binnen de interne markt absoluut moet worden gehandhaafd. Immers, een gelijk speelveld heeft de EU veel gebracht en blijft ook in deze tijden een belangrijk uitgangspunt voor herstel. Voor Nederland vormen hierbij de staatssteunregels en de principes van de interne markt het kader waarbinnen bedrijfssectoren (zoals de auto-industrie) steun van overheden kunnen krijgen: tijdig, tijdelijk en doelgericht.

In het kader van het Europees Economisch Herstelplan heeft de Commissie voorgesteld om € 5 miljard te besteden aan energieprojecten, breedband en nieuwe uitdagingen in het GLB. Voor de energieprojecten heeft de Commissie een herziening van de financiële perspectieven (FPs) voorgesteld, waarbij het FP-plafond voor 2008 wordt verlaagd en de FP-plafonds voor 2009 en 2010 worden verhoogd, met daarin een verschuiving van landbouw naar concurrentiekracht. Nederland vindt het van belang dat de mogelijke herziening van de Financiële Perspectieven zo klein mogelijk is, dat geen gebruik gemaakt wordt van de marge uit 2008 en dat Nederlandse projecten met een evenredig aandeel gehandhaafd worden op de lijst van projecten.

Werkgelegenheidstop

Ook staat de Voorjaarsraad naar verwachting kort stil bij de EU-werkgelegenheidstop, die het Tsjechisch voorzitterschap op 7 mei organiseert. De aanpak van sociaal-economische gevolgen van de economische crisis is een uitdaging waar alle lidstaten voor staan. De top onderstreept dat een goede aanpak van de crisis een gedeeld belang is van de lidstaten, en dat een duurzame versterking van de werkgelegenheid uiteraard een van de centrale doelstellingen is. Aan een concrete invulling van de Top wordt op dit moment nog volop gewerkt. In algemene zin geldt dat de concrete keuze van beleidsmaatregelen het beste op nationaal niveau kan worden genomen omdat dan bij specifieke arbeidsmarktsituaties kan worden aangesloten. Volgens Nederland ligt Europese meerwaarde daarom vooral in het zorgdragen voor het uitwisselen van informatie tussen lidstaten over de aanpak van de crisis en het monitoren van de beschikbare arbeidsmarktontwikkelingen in de lidstaten.

Lissabonstrategie

De Europese Raad zal het belang om voortgang te maken met de implementatie van de Lissabonstrategie benadrukken, met name op het gebied van werkgelegenheid. Daarnaast zullen de landenspecifieke aanbevelingen worden aangenomen. Nederland heeft één aanbeveling gekregen in lijn met de aanbevelingen van voorgaande jaren, namelijk het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen, ouderen en achtergestelde groepen. Nederland is van opvatting dat de structurele hervormingen van het Lissabonproces juist in deze tijd bijzondere aandacht verdienen en zeker zo belangrijk zijn als de stimuleringsmaatregelen die worden getroffen om de financiële crisis te lijf te gaan. Structurele hervormingen blijven essentieel om de economie op langere termijn draaiend te houden.

London Summit

Op de Voorjaarsraad zal ook de Europese inbreng ten aanzien van de London Summit (G20+) van 2 april worden besproken. Nederland zal inzetten op concrete afspraken over het herstel van financiële stabiliteit en versterking van de internationale financiële architectuur (regelgeving, toezicht). Daarnaast zou gesproken moeten worden over een middelenverhoging voor het IMF om landen die door de crisis in de problemen zijn geraakt, bij te staan.

Tevens zou aandacht uit moeten gaan naar het behoud en het bevorderen van vrije wereldhandel, de belangen van armste landen en van de klimaatonderhandelingen. De Kamer zal voorafgaand aan de London Summit middels een Kamerbrief uitgebreider geïnformeerd worden over de Nederlandse inzet.

Energievoorzieningszekerheid

Met betrekking tot energie zal de Voorjaarsraad zich uitspreken over de voorstellen zoals verwoord in de Strategic Energy Review die de Commissie in november 2008 heeft gepresenteerd. Het zal met name gaan om het verbeteren van de Europese energie-infrastructuur, het verbeteren van crisismechanismen, energiebesparing, diversificatie van energiebronnen en de relatie met derde landen. Nederland acht spoedige implementatie van voorstellen als gedaan in de Strategic Energy Review van groot belang. De recente crisis tussen Oekraïne en Rusland heeft de noodzaak van verbeterde energievoorzieningszekerheid wederom aangetoond.

Klimaatverandering

De Europese Commissie heeft op 28 januari de mededeling «Towards a comprehensive climate change agreement in Copenhagen» uitgebracht. Op basis hiervan zijn in de Milieuraad, de ECOFIN en de RAZEB (OS) conclusies aangenomen over de EU-inzet in de klimaatonderhandelingen, gericht op de Voorjaarsraad. In de Voorjaarsraad wordt naar verwachting het politieke mandaat richting Kopenhagen besproken. Om een voortrekkersrol te blijven vervullen en om een duidelijk signaal te geven aan andere grote spelers richting Kopenhagen, is het essentieel dat de Voorjaarsraad nu een goede basis legt voor concrete voorstellen over financiering in de onderhandelingen door mogelijke financieringsopties te noemen en aan te geven dat de EU bereid is om haar «eerlijke deel» bij te dragen aan financiering. Dit alles in de context van een succesvol, samenhangend en (kosten-)effectief Kopenhagenakkoord met mondiale acties tegen klimaatverandering. Zonder ambitieuze en vergelijkbare verplichtingen voor ontwikkelde landen en adequate, additionele en voorspelbare internationale financiering, zullen ontwikkelingslanden niet bereid zijn tot verdergaand klimaatbeleid.

Externe Betrekkingen

De Voorjaarsraad zal een verklaring over het Oostelijk Partnerschap aannemen. Op 7 mei organiseert het EU-voorzitterschap een Top met de partnerlanden, waar het Oostelijk Partnerschap officieel zal worden gelanceerd. Nederland staat positief tegenover het versterken van de betrekkingen met de oostelijke buren vanwege de Europese politieke, economische, veiligheids- en energiebelangen in deze regio. Vele lidstaten, waaronder Nederland, benadrukken dat het Oostelijk Partnerschap geen pre-accessiestrategie is. Een perspectief op EU-lidmaatschap is voor de partnerlanden niet aan de orde. In de visie van Nederland kan het Oostelijk Partnerschap wel een belangrijke impuls geven aan het hervormingsproces in de betrokken landen, met bijzondere aandacht voor democratisering, versterking van de rechtsstaat, energie- en milieusamenwerking, criminaliteits- en corruptiebestrijding, en verbetering van het ondernemersklimaat.

Voor Wit-Rusland wil Nederland een voorbehoud maken. Zolang democratisering en rechtsstatelijke ontwikkeling uitblijven, vindt Nederland dat er voor Wit-Rusland maar beperkt plaats zou moeten zijn in het Oostelijk Partnerschap.

Uw Kamer is op 22 december 2008 geïnformeerd over de Nederlandse inzet met betrekking tot het Oostelijk Partnerschap (Kamerstuk 22 112, nr. 763). Over de inzet van de regering t.a.v. de bredere betrekkingen met de oostelijke buurlanden ontvangt uw Kamer op korte termijn een brief.

Afghanistan

De ministers van Buitenlandse Zaken zullen tijdens het diner bij de Europese Raad spreken over Afghanistan. Deze discussie is in eerste instantie een voortzetting van de discussie over het Europees beleid ten aanzien van Afghanistan die werd gestart tijdens de RAZEB van 23 februari jl. De discussie zal voornamelijk gericht zijn op de vraag hoe en wat de EU meer en beter kan doen en waar de toegevoegde waarde en complementariteit van het EU optreden ligt. Er zal daarbij ook worden gesproken over de geplande Afghaanse Presidentsverkiezingen, de regionale dimensie, de EVDB missie EUPOL, en coördinatie met de internationale gemeenschap, in het bjizonder de Verenigde Staten, de Verenigde Naties en de NAVO. Er zal in de discussie ook aandacht worden gegeven aan de Afghanistanconferentie op 31 maart a.s in Den Haag.

Nederland zal pleiten voor een intensievere regionale benadering van het conflict in Afghanistan. De EU zou in samenwerking met de VN en de VS een actievere rol kunnen spelen om regionale actoren (met name Pakistan) meer te betrekken bij het Afghaanse vredesproces. Daarnaast blijft Nederland bezorgd over de tegenvallende bijdragen van gekwalificeerd personeel die de lidstaten aan de missie EUPOL leveren. Bij de overige lidstaten zal wederom worden aangedrongen dat de toegezegde EU steun voor de versterking van EUPOL niet achterwege mag blijven. Tot slot zal Nederland ervoor pleiten dat de EU zal bijdragen aan de legitimiteit van de Presidentsverkiezingen o.a. door het sturen van een EU waarnemingsmissie alsook voldoende financiële ondersteuning.

Verdrag van Lissabon

Tijdens de Europese Raad van december 2008 is afgesproken dat aan de Ierse zorgen en wensen ten aanzien van het Verdrag van Lissabon tegemoet gekomen zal worden. Het pakket maatregelen, dat door de Europese Raad in december is geïdentificeerd, zal nader uitgewerkt moeten worden opdat de Europese Raad van juni daarover conclusies kan trekken. Naar verwachting zal de Ierse premier Cowen informatie geven over de wijze waarop Ierland aan deze afspraak invulling hoopt te geven.

Naar boven