21 501-20 Europese Raad

Nr. 2259 MOTIE VAN HET LID BOSWIJK C.S.

Voorgesteld 18 juni 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat diverse landen de massadeportatie van Krim-Tataren in 1944 door de Sovjetunie hebben erkend als genocide;

constaterende dat sinds de illegale bezetting van de Krim in 2014 vele Krim-Tataren door Rusland zonder aanleiding gevangengezet of gemarteld zijn, of zijn verdwenen;

van mening dat Rusland hiermee het beleid van genocide tegen de Krim-Tataren zeer waarschijnlijk een vervolg heeft gegeven;

spreekt uit de massadeportatie van Krim-Tataren in 1944 naar hedendaagse maatstaven te erkennen en te veroordelen als genocide;

verzoekt de regering bij EU-lidstaten na te gaan of en hoe gelijktijdig met deze landen overgegaan kan worden tot erkenning van de genocide in 1944 op de Krim-Tataren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Boswijk

Paternotte

Van der Burg

Dassen

Ceder

Klaver

Teunissen

Dobbe

Eerdmans

Naar boven