21 501-20 Europese Raad

Nr. 2042 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2024

Hierbij stuur ik u, zoals door Minister van Buitenlandse Zaken is toegezegd tijdens het debat over de staat van de oorlog in Europa van 14 maart jl., de schriftelijke appreciatie op de motie van het lid Tuinman c.s. (Kamerstukken II, 21 501-20, nr. 2030). De motie vraagt de regering in gesprek te treden met Oekraïense overheidsinstanties om te bezien welke voorwaarden gesteld dienen te worden om ontheemde Oekraïners terug te kunnen laten keren naar hun thuisland.

Ik ontraad de motie. Alle ontheemden uit Oekraïne, zowel mannen als vrouwen, die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (2001/55 EG), hebben het recht om in Nederland te blijven tot en met 4 maart 2025. De richtlijn maakt geen onderscheid tussen Oekraïense mannen die wel of niet onder de dienstplicht zouden vallen. Zolang de oorlog voortduurt en de veiligheidssituatie het niet toestaat, kan er geen sprake zijn van gedwongen terugkeer of vergelijkbare vormen van welke groep ontheemden uit Oekraïne dan ook. Daarbij komt dat de richtlijn een Europees raamwerk is, waarbij het onwenselijk is dat Nederland en Oekraïne onderling voorwaarden stellen voor terugkeer die uit de pas lopen met de gesprekken die hierover plaatsvinden in Europees verband. In de gesprekken in Europees verband is de kabinetsinzet het bevorderen van mogelijkheden tot vrijwillige en waardige terugkeer naar Oekraïne.

Uiteraard zijn we vanuit het ministerie continu in gesprek met de Oekraïense overheidsinstanties, ook over het onderwerp terugkeer. Dat blijven we onverminderd doen. Daarnaast informeer ik als coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van de opvang van ontheemden uit Oekraïne uw Kamer door middel van de Verzamelbrief opvang Oekraïne structureel over de ontwikkelingen ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Ik blijf mij, samen met mijn collega’s, inspannen om uw Kamer tijdig en adequaat te blijven informeren.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven