21 501-20 Europese Raad

Nr. 1936 MOTIE VAN HET LID VAN DER LEE

Voorgesteld 9 maart 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de aanstaande onderhandelingen tussen de Europese Raad en het Europees parlement over de Europese implementatie van kapitaalseisen voor banken waarover in wereldwijd verband afspraken zijn gemaakt;

constaterende dat het van groot belang is voor de financiële stabiliteit om aan deze afspraken vast te houden;

van mening zijnde dat dochters van grensoverschrijdend opererende banken aan voldoende buffereisen moeten voldoen, met name via het consistent toepassen van de output floor op het niveau van dochters, maar dat deze positie nu onvoldoende geborgd wordt, met name in de inzet van het Europees parlement;

constaterende dat dit punt losstaat van de lidstaatopties, bijvoorbeeld ten aanzien van laagrisicohypotheken, die lidstaten in de uitvoering van het kapitaaleisenraamwerk mogelijk zullen krijgen;

verzoekt het kabinet zich er met gelijkgestemde landen voor in te zetten dat de Europese implementatie van de internationale afspraken, met name als het gaat om het ook op dochterniveau consistent toepassen van de output floor, op geen enkele wijze afzwakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Lee

Naar boven