21 501-20 Europese Raad

Nr. 1643 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2021

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister-President, het verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Europese Raad inzake COVID-19 van 21 januari 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG VAN DE INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE EUROPESE RAAD INZAKE COVID-19 VAN 21 JANUARI 2021

Op donderdag 21 januari jl. vond per videoconferentie een informele vergadering van de leden van de Europese Raad plaats inzake de bestrijding van de COVID-19-pandemie. Deze vergadering was primair gericht op het uitwisselen van informatie. De Minister-President nam deel aan deze vergadering.

COVID-19

De leden van de Europese Raad stonden stil bij de epidemiologische situatie in de Europese Unie. In veel lidstaten daalt het aantal besmettingen, maar er blijven zorgen over nieuwe varianten van het virus. In dat kader wezen enkele lidstaten, waaronder Nederland, en de Europese Commissie op het belang van sequentie-analyse1 en beter bron- en contactonderzoek.

De leden van de Europese Raad spraken tevens over de stand van zaken op het gebied van vaccinatie en de distributie en productie van vaccins. Nederland lichtte de Nederlandse vaccinatie-strategie en de uitrol daarvan toe. Een aantal lidstaten sprak zorgen uit over de vertraging in de oplevering van Pfizer-vaccins. De leden van de Raad waren het erover eens dat al het mogelijke moet worden gedaan om het aantal beschikbare vaccins te vergroten en deze zo snel mogelijk te distribueren. Ook werd gesproken over het idee van invoering van vaccinatie-certificaten en hun mogelijke toepassing. Nederland, daarin gesteund door een aantal andere lidstaten, benadrukte dat verdere discussie hierover nodig is. De voorzitter van de Europese Raad concludeerde dat zal worden gewerkt aan een gestandaardiseerd vaccinatiebewijs en dat de discussie over toepassingsmogelijkheden op een later moment zal worden voortgezet. Ook werd onderstreept dat derde landen toegang tot vaccins moeten krijgen, bij voorkeur via COVAX, en dat aanvullende vaccindonaties vanuit de EU mede afhankelijk zouden zijn van de beschikbaarheid van vaccins.

Ten slotte is door enkele leden van de Europese Raad de wens uitgesproken niet-essentiële reizen verder te beperken om de verdere verspreiding van de verschillende virusmutaties tegen te gaan. Nederland lichtte de nationaal getroffen reisrestricties toe en gaf aan een rol te zien voor de Europese Commissie in het voorkomen van niet-essentiële reizen. Coördinatie en harmonisatie van nationale maatregelen kunnen de impact hiervan immers vergroten en zo de exponentiële groei van de verspreiding van deze mutaties vertragen. Tegelijkertijd moet het functioneren van de interne markt voor goederen en diensten worden gewaarborgd. De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, concludeerde dat een gecoördineerde aanpak wenselijk is. In dit verband verwelkomden de leden van de Europese Raad het akkoord over de Raadsaanbeveling betreffende een gemeenschappelijk kader voor het gebruik en de validering van snelle antigeentests en de wederzijdse erkenning van COVID-19-testresultaten2. De Commissie publiceerde als follow-up van deze bijeenkomst op maandag 25 januari twee voorstellen: een aanpassing van de aanbeveling over gecoördineerde aanpak van de beperkingen van het vrij verkeer binnen de Unie als gevolg van de COVID-19-pandemie3 en een herziening van de aanbeveling over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking4. Over de Nederlandse positie met betrekking tot de drie genoemde voorstellen wordt de Kamer separaat geïnformeerd.

Overig

Een groot aantal leden van de Europese Raad noemde de arrestatie van Aleksej Navalny op 17 januari jl. De leden van de Europese Raad veroordeelden diens arrestatie eensgezind en drongen aan op zijn onmiddellijke vrijlating.


X Noot
1

Sequentie-analyse betekent, in de context van de COVID-19-pandemie, dat in het laboratorium genoomanalyse van de gevonden virussen wordt verricht. Op deze manier kan de verspreiding van variaties van het virus beter in kaart worden gebracht.

X Noot
3

2021/0021

X Noot
4

2021/0023

Naar boven