21 501-20 Europese Raad

Nr. 1427 MOTIE VAN DE LEDEN PIETER HEERMA EN WIERSMA

Voorgesteld 26 maart 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bij WW voorop moet staan dat er sprake is van zowel een band met Nederland als het principe dat daar ook eerst financieel via premie aan wordt bijgedragen, alvorens recht ontstaat op WW;

overwegende dat het voorliggende voorstel precies tegenovergestelde prikkels bevat en daarom om aanpassingen van ons huidige WW-stelsel vraagt zodat we onze sociale zekerheid beschermen tegen uitkeringstoerisme en fraude;

verzoekt de regering, te bezien hoe er premiedifferentiatie kan worden toegepast bij de opbouw van WW in het kader van EU-arbeidsmigratie;

verzoekt de Nederlandse regering tevens, te bezien hoe arbeidsmigranten die teruggaan kunnen worden verplicht ook passend werk in Nederland te blijven accepteren en in voorkomende gevallen functies aan te bieden die vergelijkbaar zijn met eerder verrichte arbeid;

verzoekt de regering voorts, te bezien hoe bij de werkhervatting in de export-WW het WW-maandloonpercentage voor verval van de uitkering naar beneden kan worden bijgesteld;

verzoekt de regering voorts te bezien of de mogelijke aanvullende uitkering bij de aanvaarding van werk bij export-WW kan worden geschrapt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Pieter Heerma

Wiersma

Naar boven