21 501-20 Europese Raad

Nr. 1399 MOTIE VAN HET LID VAN ROOIJEN

Voorgesteld 12 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een grote politieke patstelling dreigt te ontstaan rondom het Meerjarig Financieel Kader 2020–2027 van de EU-begroting;

constaterende de zeer belangrijke rol van Duitsland en Frankrijk als het motorblok van de Europese integratie;

overwegende dat de Nederlandse netto EU-afdracht per inwoner in het huidige MFK, ondanks een korting, aanzienlijk hoger is dan de Duitse EU-afdracht;

overwegende dat Duitsland en Frankrijk meer genegen lijken om akkoord te gaan met een hogere EU-begroting dan Nederland;

verzoekt de regering, om aan de Duitse en Franse regeringen de dringende suggestie aan te reiken dat een hogere EU-begroting eenvoudig gefinancierd kan worden door middel van een opslag op de Duitse en Franse afdracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Rooijen

Naar boven