21 501-20 Europese Raad

Nr. 1397 MOTIE VAN HET LID VAN ROOIJEN

Voorgesteld 12 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de begroting van de Europese Unie in het lopende Meerjarig Financieel Kader een omvang heeft van 1% van het nationaal product;

constaterende dat de economie van de Europese Unie circa 15% kleiner wordt als gevolg van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk;

overwegende dat de welvaartstoename in de EU automatisch leidt tot hogere afdrachten;

overwegende dat nieuwe beleidsprioriteiten voor het Meerjarig Financieel Kader van de EU-begroting 2021–2027 dienen te worden gedekt uit heroverweging van beleidsprioriteiten uit de periode 2014–2020;

verzoekt de regering, om bij de onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader van de EU ondubbelzinnig in te blijven zetten op een gelijkblijvende EU-begroting van maximaal 1% van het bbp,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Rooijen

Naar boven