21 501-20 Europese Raad

Nr. 1337 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 24 mei 2018

Bij brief van 6 april 2018 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken namens het kabinet aan de beide Kamers verzocht om invulling te geven aan de brede maatschappelijke consultaties over de toekomst van de EU, tot welke consultaties tijdens de informele Europese Top in Brussel op 23 februari 2018 is besloten (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1320).

Dit verzoek is op 26 april 2018 besproken in de vaste commissie voor Europese Zaken, teneinde een advies aan het presidium over dit verzoek te kunnen uitbrengen. De vaste commissie heeft het presidium bij brief van 4 mei 2018 laten weten dat de Kamer uiteraard kan besluiten om, na het rondetafelgesprek van Maastricht in december 2017, geen nieuwe initiatieven te ontplooien, dan wel om een nader voorstel te laten uitwerken voor een opinieonderzoek.

Het presidium heeft besloten om de Kamer geen voorstel voor te leggen, op de eerste plaats om de principiële reden dat het naar zijn mening niet op de weg van de Kamer ligt om een besluit van de Europese Raad om dergelijke consultaties te houden, uit te voeren. Het ligt op de weg van het kabinet om al dan niet invulling te geven aan het besluit van de Europese Raad.

Het presidium stelt de Kamer thans voor om de Minister van Buitenlandse Zaken hiervan in kennis te stellen.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

De waarnemend Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, F.M.H. van Dijk

Naar boven