De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de euro succesvol is gebleken in het doel van lage inflatie en een
relatief stabiele wisselkoers;
constaterende dat er diverse voorstellen en denkrichtingen op tafel liggen die betrekking
hebben op de verdere versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU);
constaterende dat de zienswijzen van de deelnemende landen sterk uiteenlopen;
overwegende dat een toekomstbestendige EMU in het Nederlands belang is maar dat de
inrichting hiervan nauw luistert;
overwegende dat voor een goed functionerende en ook geloofwaardige EMU het nodig is
dat alle deelnemende landen de afspraken/regels naleven en dat handhavingsinstrumenten
optimaal worden benut;
overwegende dat de gevolgen van slecht beleid in een individueel land niet op andere
landen kunnen worden afgewenteld;
overwegende dat landen primair zelf verantwoordelijk zijn voor het op orde brengen
van het eigen huis, e.g. overheidsfinanciën, veerkracht economie, gezonde bankbalansen;
overwegende dat een stabiele munt van belang is voor de eurozone;
verzoekt de regering, een actieve rol te spelen in de Europese discussies over het
versterken van de stabiliteit en schokbestendigheid van de EMU;
verzoekt de regering tevens, het volgende afwegingskader te hanteren bij de beoordeling
van de voorstellen die op tafel liggen en/of nog zullen worden ingediend:
-
• landen zijn en blijven primair zelf verantwoordelijk voor hun begroting en economie;
-
• bestaande regels en afspraken worden niet versoepeld maar wel eenvoudiger, en de handhaving
daarvan wordt geloofwaardiger;
-
• er worden geen verdere stappen gezet in de richting van een schuldengemeenschap, permanente
en/of grootschalige transfers;
-
• voorstellen die direct of indirect de no-bail-outclausule herstellen worden gesteund;
-
• een eventuele gemeenschappelijke publieke achtervang is (al dan niet op de middellange
termijn) begrotingsneutraal;
-
• er wordt gewerkt aan een permanent mechanisme voor schuldherstructurering van overheden
wanneer deze een beroep willen doen op Europese steun;
-
• er dient bewezen risicoreductie in de bankenunie plaats te vinden alvorens te participeren
in structuren die (kunnen) leiden tot meer risicodeling;
-
• er vindt geen aanpassing plaats in de ESM-stemverhouding waardoor deelnemende landen
hun veto verliezen, anders dan voor de noodprocedure;
-
• in een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) worden middelen in de vorm van een positieve
prikkel gekoppeld aan structurele hervormingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hennis-Plasschaert
Omtzigt
Sneller
Bruins