21 501-20 Europese Raad

Nr. 1171 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2016

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 6 december jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 31, Regeling van werkzaamheden) heeft de Tweede Kamer het kabinet verzocht om een kamerbrief over de gevolgen van het Italiaanse referendum van zondag 4 december jl.

Het kabinet heeft kennis genomen van de uitslag van het referendum en dat premier Renzi naar aanleiding van deze uitslag zijn ontslag heeft aangeboden. President Mattarella heeft Paolo Gentiloni, Minister van Buitenlandse Zaken onder Renzi, aangewezen als nieuwe premier en gevraagd een nieuw kabinet te formeren.

Het is in het Italiaans en Europees belang dat Italië snel een stabiele regering heeft. Het is zaak dat Italië blijft werken aan het op orde brengen van de begroting en het doorvoeren van structurele hervormingen die het groeipotentieel verhogen. Een nieuwe regering zal met voorstellen moeten komen om hier invulling aan te geven.

Tijdens de regeling van werkzaamheden is specifiek gevraagd naar de ontwikkelingen in het Italiaanse bankwezen, monetair beleid (kwantitatieve verruiming, Target 2 en in het verlengde daarvan de continuïteit van het eurosysteem). Onderstaand wordt uitgebreider stilgestaan bij de situatie van het Italiaanse bankwezen en monetair beleid.

Italiaanse bankwezen

Een aantal Italiaanse banken kent al langere tijd structurele uitdagingen. Zo zet een groot aantal niet-presterende leningen druk op de winstgevendheid van en het vertrouwen in sommige banken. Los van het referendum proberen sommige banken dan ook al langere tijd hun balansen op te schonen of hun kapitaalbasis te versterken, bijvoorbeeld door het uitgeven van nieuwe kapitaalinstrumenten. Onzekerheid over de gevolgen van de uitslag van het referendum kan ervoor zorgen dat private investeerders minder bereid zijn om kapitaal te verschaffen aan sommige Italiaanse banken. Dit neemt niet weg dat als het individuele banken niet lukt om op eigen benen te staan, er Europese regels zijn hoe hiermee om te gaan, zowel in het kader van de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) als in het kader van staatssteun.1 Deze regels dienen uiteraard te worden gerespecteerd.

Monetair beleid

Kwantitatieve verruiming

Het ECB opkoopprogramma is eind 2014 gestart en is afgelopen week verlengd tot en met december 2017. Maandelijkse aankopen onder het opkoopprogramma zullen tot en met maart 2017 EUR 80 miljard per maand bedragen, daarna zal per maand EUR 60 miljard worden aangekocht. Het ECB opkoopprogramma bestaat uit meerdere componenten: zo worden bedrijfsobligaties, gedekte obligaties en asset-backed securities opgekocht. Het grootste deel van de aankopen betreft echter staatsobligaties. Over die aankopen – waarbij vooral nationale centrale banken staatsobligaties van de eigen overheid kopen – is risicodeling binnen het Eurosysteem beperkt. Ook het meest recente ECB-besluit (d.d. 8 december) brengt hierin geen verandering aan. Dit limiteert de kredietrisico’s op de balans van DNB. Daarnaast bestaat er voor DNB bij de aankopen een renterisico, dat zich materialiseert wanneer de beleidsrentes in de toekomst snel en significant zouden stijgen. DNB houdt met deze toegenomen risico’s rekening in haar kapitalisatie d.m.v. het treffen van een voorziening. Ik heb onlangs een brief van DNB aan uw Kamer doorgeleid die u uitgebreider over deze voorziening informeert.2 De doelomvang van de voorziening is gebaseerd op de inschatting van DNB van de risico’s als gevolg van kwantitatieve verruimingop de lange termijn en zal jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Wanneer DNB in maart 2017 haar jaarverslag publiceert geeft DNB weer een update van haar risico’s.

Target 2

Het Target 2-systeem is het betalingssysteem waarbinnen overboekingen tussen banken binnen de eurozone, via de ECB worden geadministreerd. Eventuele Target 2-saldi als gevolg van deze overboekingen zijn in feite administratief en het bestaan ervan vormt niet direct een probleem. Saldi worden dan ook niet verrekend. Slechts indien een lidstaat zou besluiten zijn nationale munteenheid opnieuw in te voeren en uit het Eurosysteem zou treden, houdt die betreffende nationale centrale bank een claim op dan wel verplichting jegens de ECB.3 Dit is niet aan de orde.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Zie voor meer achtergronden o.a. antwoorden op kamervragen van lid Harbers: Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3097.

X Noot
2

Kamerstuk 32 013, nr. 140.

X Noot
3

Zie voor meer achtergronden over de aard en risico’s van het Target 2-systeem de volgende kamerbrief: Kamerstuk 21 501-07, nr. 905.

Naar boven